week 10 juni

  • hoe ziet de toets eruit
  • oefenen met zinnen maken
  • oefentoets
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik hoe  de toets in de toetsweek eruit gaat zien
  • heb ik geoefend met het maken van zinnen
  • ben ik gestart met het maken van de oefentoets

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • hoe ziet de toets eruit
  • oefenen met zinnen maken
  • oefentoets
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik hoe  de toets in de toetsweek eruit gaat zien
  • heb ik geoefend met het maken van zinnen
  • ben ik gestart met het maken van de oefentoets

Slide 1 - Tekstslide

Toetsweek toets
10x woorden FR-NL vertalen
5x juiste franse woord kiezen en vertalen
10 woorden NL-FR
10x woord invullen zin
4x vorm prendre
4x vorm avoir
6 zinnen vertalen pc fr-nl
5 x zinnen nl-fr
6x zinnen nl-fr

Slide 2 - Tekstslide

Vul alles in - ook als je twijfelt
loop achteraf nog de toets door of je alles hebt ingevuld

schrijf het rijtje van avoir - prendre op je toetsvel

Slide 3 - Tekstslide

woord invullen zin
Moeilijk?
Vul eerst de woorden in de zinnen in die je makkelijk vindt
Denk daarna na welk woord past 
(werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord)

Slide 4 - Tekstslide

Ken jij het werkwoord avoir?
3x test (kijk niet in boek om jezelf te testen)

Slide 5 - Tekstslide

u heeft

Slide 6 - Open vraag

zij hebben

Slide 7 - Open vraag

jij hebt

Slide 8 - Open vraag

Ken jij het werkwoord prendre?
3x test (kijk niet in boek om jezelf te testen)

Slide 9 - Tekstslide

jij neemt

Slide 10 - Open vraag

zij neemt

Slide 11 - Open vraag

zij nemen

Slide 12 - Open vraag

Check je woordkennis

Slide 13 - Tekstslide

Graag!

Slide 14 - Open vraag

proeven

Slide 15 - Open vraag

vooral

Slide 16 - Open vraag

boodschappen doen.

Slide 17 - Open vraag

Ik neem een cola.

Slide 18 - Open vraag

Het diner is lekker.

Slide 19 - Open vraag

Maak de volgende zin ontkennend (ne...pas)
C'est bon.

Slide 20 - Open vraag

Wij willen de appelsap

Slide 21 - Open vraag

Het wordt gemaakt met pasta.

Slide 22 - Open vraag

week 10 juni

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf een zin op

Slide 24 - Woordweb

Voorbeeldantwoorden:
– Nous buvons beaucoup de lait. 
Wij drinken veel melk.
– Tu peux acheter un paquet de pâtes / bonbons, s’il te plait ?
Kun je een pak pasta kopen / zak snoepjes kopen, alsjeblieft?
– Je ne mange plus de bonbons / pâtes. 
Ik eet geen snoepjes / pasta meer.

Slide 25 - Tekstslide

Ga aan de slag met de oefentoets

Slide 26 - Tekstslide

  • oefenen met zinnen maken
  • oefentoets
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik hoe  de toets in de toetsweek eruit gaat zien
  • heb ik geoefend met het maken van zinnen
  • heb ik de oefentoets afgemaakt

Slide 27 - Tekstslide

Check je woordkennis

Slide 28 - Tekstslide

de bloemkool

Slide 29 - Open vraag

het worstje

Slide 30 - Open vraag

gisteren

Slide 31 - Open vraag

Hoeveelheidswoorden en ontkenning


Wat is de regel?

Slide 32 - Tekstslide

Wat betekent?
ne ... plus

Slide 33 - Open vraag

Wat betekent?
ne ... jamais

Slide 34 - Open vraag

welke hoeveelheidswoorden ken je?

Slide 35 - Woordweb

Hoeveelheidswoorden en ontkenning

Na een ontkenning of een woord dat een hoeveelheid aangeeft, gebruik je de. 

Dus geen du, de la, de l' of des

Slide 36 - Tekstslide

een glas

Slide 37 - Open vraag

een pak, zak

Slide 38 - Open vraag

een stuk

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Schrijf een zin op

Slide 41 - Woordweb

Slide 42 - Tekstslide

Ga aan de slag met de oefentoets

Slide 43 - Tekstslide