Democratiespel los (werkbijeenkomst 1)

1. Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen in Nederland?


A
HAND OMHOOG: 18
B
HAND OMLAAG: 21
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
Project Lessen voor de toekomstHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1. Hoe oud moet je zijn om te mogen stemmen in Nederland?


A
HAND OMHOOG: 18
B
HAND OMLAAG: 21

Slide 1 - Quizvraag

2. Waarom is het stempotlood rood?

A
HAND OMHOOG: Rood is de kleur van de socialisten, die het hardst voor algemeen kiesrecht hebben gestreden.
B
HAND OMLAAG: Rood is een opvallende kleur; de stemmentellers kunnen zo snel zien welk vakje is ingevuld.

Slide 2 - Quizvraag

3. Hoe oud moet je zijn om in de Tweede Kamer te mogen zitten?


A
HAND OMHOOG: 18
B
HAND OMLAAG: 21

Slide 3 - Quizvraag

4. Wat is parlementaire onschendbaarheid?


A
HAND OMHOOG: Een Kamerlid kan niet vervolgd worden voor wat hij zegt in de Kamer.
B
HAND OMLAAG: De ministers zijn verantwoordelijk voor wat Kamerleden zeggen.

Slide 4 - Quizvraag

5. Mag je stemmen als je in de gevangenis zit?

A
STAAN: Ja, behalve als de rechter je het kiesrecht heeft ontnomen.
B
ZITTEN: Nee, gevangenen mogen niet stemmen.

Slide 5 - Quizvraag

6. Mag een lid van de Tweede Kamer tegelijkertijd ook lid zijn van het Europees Parlement?

A
HAND OMHOOG: Ja
B
HAND OMLAAG: Nee

Slide 6 - Quizvraag

7. Welke bewering is waar over kleding in de Tweede Kamer?

A
HAND OMHOOG: Kamerleden mogen zelf weten wat voor kleren ze dragen.
B
HAND OMLAAG: Mannelijke Kamerleden moeten een stropdas om.

Slide 7 - Quizvraag

8. Wat gebeurt er als een minister een voorstel heeft voor een nieuwe wet, maar de meerderheid van de Tweede Kamer wil die wet niet?
A
HAND OMHOOG: De wet komt er toch
B
HAND OMLAAG: De wet komt er niet

Slide 8 - Quizvraag

9. Wat is waar over de voorzitter van de Tweede Kamer?

A
HAND OMHOOG: De voorzitter stemt in principe niet mee
B
HAND OMLAAG: De voorzitter debatteert in principe niet mee.

Slide 9 - Quizvraag

10. Wat is GEEN taak van de Tweede Kamer?
A
HAND OMHOOG: De Eerste Kamer controleren
B
HAND OMLAAG: De regering controleren

Slide 10 - Quizvraag

11. Wie mag stemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen?


A
HAND OMHOOG: Iedereen die legaal in Nederland woont
B
HAND OMLAAG: Iedereen met de Nederlandse nationaliteit

Slide 11 - Quizvraag

12. Een Kamerlid is een gekozen volksvertegenwoordiger en kan daarom nooit uit...



A
HAND OMHOOG: de Tweede Kamer worden gezet.
B
HAND OMLAAG: de fractie worden gezet.

Slide 12 - Quizvraag

13. Wat wordt er in de politiek bedoeld met een fractie?

A
Hand omhoog: Een groep Kamerleden van dezelfde politieke partij
B
Hand omlaag: Een partij die 1 zetel heeft in de Tweede Kamer

Slide 13 - Quizvraag

14. Wie bedenken de meeste wetten?



A
Hand omhoog: Leden van de Tweede Kamer
B
Hand omlaag: Ministers en hun ambtenaren

Slide 14 - Quizvraag

15. Wie vormen samen de regering van ons land?



A
HAND OMHOOG: De ministers en staatssecretarissen
B
HAND OMLAAG: De Koning en de ministers

Slide 15 - Quizvraag

16. Mag de Koning stemmen?’



A
HAND OMHOOG: Ja
B
HAND OMLAAG: Nee

Slide 16 - Quizvraag

17. Wie zitten in de Staten-Generaal?



A
HAND OMHOOG: Eerste en Tweede Kamerleden
B
HAND OMLAAG: Ministers en staatssecretarissen

Slide 17 - Quizvraag

18. De Tweede Kamer is onderdeel van ...



A
HAND OMHOOG: de uitvoerende macht
B
HAND OMLAAG: de wetgevende macht

Slide 18 - Quizvraag

19. Opiniepeilingen op de dag van de verkiezingen, zogenaamde ‘exitpolls’, ...


A
HAND OMHOOG: ...zijn bij wet verboden om de verkiezingen niet te beïnvloeden.
B
HAND OMLAAG: ...zijn niet verboden.

Slide 19 - Quizvraag

20. De Tweede Kamer kan...



A
HAND OMHOOG: ...de regering naar huis sturen.
B
HAND OMLAAG: ...nieuwe verkiezingen uitschrijven

Slide 20 - Quizvraag

21. Hoe lang mag iemand in de 20. Tweede Kamer zitten?



A
HAND OMHOOG: Onbeperkt
B
HAND OMLAAG: 12 jaar

Slide 21 - Quizvraag

22. Hoe noem je iemand die als stemmentrekker onderaan de
kandidatenlijst van een partij staat?



A
HAND OMHOOG: Hekkensluiter
B
HAND OMLAAG: Lijstduwer

Slide 22 - Quizvraag

23. Hoeveel mensen mogen in Nederland stemmen?



A
HAND OMHOOG: Ongeveer 13 miljoen
B
HAND OMLAAG: Ongeveer 8 miljoen

Slide 23 - Quizvraag