week 46

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Vandaag:

- we bekijken hoe we werken met het boek

- we bekijken de taak

- instructie Lees- en luisterstrategieën

- opdrachten 1 en 2 doen we klassikaal

- opdrachten 4 en 5 maak je zelfstandig

- evaluatie

Je legt klaar:

- iPad in de aanslag (dicht)

- agenda

- 2 A4 schriften

- pen

Week 47

H2 woordenschat: 2, 3, 4

H2 poëzie en fictie: onderdeel B opdr. 3 ('April')

Je leert:

- 

Klaar?

- zakelijke mail............

- afmaken H2 lezen

- lezen in je leesboek

Vandaag:

- H2: woordenschat: s, 1

- zelfstandig werken

Je legt klaar:

iPad in de aanslag (LessonUp)

Schrijfschrift

Alaska: p. 65

Haaieneiland: p. 106

Rafael: p. 80

Soldaat Wojtek: p. 65

Stief: p. 61

Wild: p. 88

Gegijzeld: p. 40

In de lente staan de koetjes en kalfjes heerlijk in de wei te grazen.
Ik vind het heerlijk om met Marieke over koetjes en kalfjes te praten.

De camping bevond zich aan de voet van de berg.

1. Beeldspraak
2. Geen beeldspraak

De camping bevond zich aan de voet van de berg.

1. Metafoor
2. Personificatie

Die engel van hiernaast heeft ons veel geholpen na de brand in de schuur

1. Beeldspraak
2. Geen beeldspraak

Die engel van hiernaast heeft ons veel geholpen na de brand in de schuur

1. Metafoor
2. Personificatie

We hebben ons gehaast om op tijd te komen.

1. Beeldspraak
2. Geen beeldspraak

Na het slechte bericht van de dokter stak mijn vader zijn kop in het zand.

1. Beeldspraak
2. Geen beeldspraak

Na het slechte bericht van de dokter stak mijn vader zijn kop in het zand.

1. Metafoor
2. Personificatie

Als je moet wachten op de uitslag van een onderzoek, kruipt de tijd voorbij

1. Beeldspraak
2. Geen beeldspraak

Als je moet wachten op de uitslag van een onderzoek, kruipt de tijd voorbij

1. Metafoor
2. Personificatie

Onze tuin snakt naar regen.

1. Beeldspraak
2. Geen beeldspraak

Onze tuin snakt naar regen.

1. Metafoor
2. Personificatie

Wat is het verschil tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik?

concluderend verband

redengevend verband

oorzakelijk verband

geef aan waarom iemand iets vindt of doet

toont waardoor iets gebeurt

er wordt een conclusie getrokken uit eerdere informatie van de tekst

concluderend verband

redengevend verband

oorzakelijk verband

dat houdt in

omdat

concluderend

dankzij

want

als gevolg van

daardoor

al met al

daarom

dus

Hoe zou jij je ideale aantekening maken?

Hoe maak jij je aantekeningen?

Zoek de verschillen

Bespreek de goede en minder goede punten per aantekening

Zoek de verschillen

Bespreek de goede en minder goede punten per aantekening

welke afkortingen die handig zijn voor aantekeningen ken jij?