Les 1: De hygiëneregels van de Keuken

Hygiëne in het kooklokaal 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
KokenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hygiëne in het kooklokaal 

Slide 1 - Tekstslide

Waarom is hygiëne in de keuken belangrijk?
A
Wanneer je met eten werkt is dit altijd belangrijk, anders kan je ziek worden
B
Anders smaakt het eten vies
C
Je hoeft alleen voor schone handen te zorgen, de rest is niet belangrijk.
D
Dat is helemaal niet belangrijk.

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Video

Voor ik ga koken moet ik:
A
Mij handen wassen
B
Mijn handen wassen en lange haren in een staart
C
Alleen handen wassen als ik iets maak wat niet warm wordt.
D
Niets, ik kan meteen beginnen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe lang moet je je handen wassen volgens de richtlijnen van het RIVM?
A
10 seconden
B
20 seconden

Slide 5 - Quizvraag

Voor het handen wassen, doe ik mijn sieraden af?
A
Ja, altijd
B
Soms
C
Na het handen wassen doe ik mijn sieraden af
D
Ik laat mijn ringen aan

Slide 6 - Quizvraag

Ik bind mijn haren vast voor de kookles.
A
B

Slide 7 - Quizvraag

Werk volgorde keuken
Voordat je in de keuken aan de slag kan hebben we 4 belangrijke regels.
     


 Schort aan                  Sieraden af             Haren  vast           Handen 
                                                                       

Slide 8 - Tekstslide

Houd je nagels kort 

Slide 9 - Tekstslide

Stap 1: Trek een schort aan.
Waarvoor trek je dit schort aan?
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

We praten steeds over de proeven.
We bedoelen daarmee de proeven van vaardigheid.
Wat is een proeve van vaardigheid?

Slide 11 - Woordweb

Een proeve van vaardigheid is een soort test waarmee je laat zien dat je iets kunt. Welke proeven kun jij allemaal opnoemen?

Slide 12 - Open vraag

Wat moet je altijd doen voordat je aan de slag gaat met een proeve?
A
Haren op een staart doen
B
Sieraden af doen
C
werkkleding aan doen
D
Je moet A en B en C allemaal doen!

Slide 13 - Quizvraag

FIFO
Ergonomie

Slide 14 - Tekstslide

Bij elke proeve moet je ergonomisch werken. Wat wordt bedoeld met "ergonomisch werken"?
A
werken op het juiste tijdstip
B
werken met een kromme rug
C
werken in een salon
D
werken in de juiste houding

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Wat betekent FIFO?
A
Foefjes in Fiets Onderdelen
B
Fast in Food Options
C
First in First out
D
Food is For Others

Slide 17 - Quizvraag

En wat betekent First in First Out dan?
let op: er zijn twee goede antwoorden
A
De producten die je het eerst hebt gekocht, gebruik je het laatst
B
De producten die je het eerst hebt gekocht,gebruik je ook het eerst
C
de producten die je het laatst hebt gekocht, gebruik je het eerst
D
de producten die je het laatst hebt gekocht, gebruik je ook het laatst

Slide 18 - Quizvraag

hoe kun je ervoor zorgen dat je werkt volgens het FIFO-systeem?
Let op: er zijn twee goede antwoorden
A
Je controleert regelmatig de houdbaarheidsdatum
B
Je zet nieuwe producten achteraan in de koelkast of kast
C
je vertrouwt erop dat het vanzelf wel goedkomt
D
Anderen houden dit in de gaten voor jou

Slide 19 - Quizvraag

Weet je wat tht betekent??
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Opdracht EASI-SCOPE
Hoe schoon zijn jouw handen? 
Hoe schoon zijn de materialen?
Loop eens door het kooklokaal en kijk wat je ziet? 
timer
7:00

Slide 21 - Tekstslide

Klaar om  te beginnen!

Slide 22 - Tekstslide