Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4.2 - Rekenen met de mol
Molrekenen
rekenen aan de mol, rekenen met de molverhouding
1 / 27
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
In deze les zitten
27 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Molrekenen
rekenen aan de mol, rekenen met de molverhouding
Slide 1 - Tekstslide
Atomaire massa eenheid
Molecuulmassa gegeven in u (unit)
1 u = 1,66*10
-27
kg (Binas 7A)
Hiermee kun je uitrekenen hoeveel moleculen aanwezig zijn in een bepaalde massa.
Moleculen zijn zo licht, dat je bij een experiment enorm veel moleculen gebruikt.
Dit rekent niet handig, daarom is de
chemische hoeveelheid,
mol
bedacht.
Je kunt het getal van Avogadro (uit BINAS) gebruiken voor berekeningen aan aantal deeltjes.
Slide 2 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
Dozijn
Gros
Duo
Een dozijn eieren, kippen, olifanten of wat dan ook, het is altijd een
vaste hoeveelheid
.
Slide 3 - Tekstslide
Begrippen van hoeveelheid
De
mol
is ook zo'n
vaste hoeveelheid
.
1 mol = 6,02*10
23
(moleculen)
=
Constante van Avogadro (N
A
)
, zie
Binas 7A
Dus 1 mol water bestaat uit evenveel moleculen als 1 mol goud!
Je weet wat er bedoelt wordt met de molaire massa, kent de eenheid er van en weet het verschil met de molecuulmassa.
Slide 4 - Tekstslide
Molaire massa
De molecuulmassa druk je uit in u (1 u = 1,66*10
-27
kg)
De
molaire massa
(M) druk je uit in gram per mol (g mol
-1
)
Molecuulmassa en molaire massa zijn gelijk, maar met een andere eenheid. (Dankzij Avogadro)
Molecuulmassa H
2
O = 18,016 u
Molaire massa H
2
O = 18,016 g mol
-1
(Zie ook
Binas 98
)
Je weet wat er bedoelt wordt met de molaire massa, kent de eenheid er van en weet het verschil met de molecuulmassa.
Slide 5 - Tekstslide
De
molaire massa
is de massa van...
A
...één molecuul
B
...heel veel moleculen
C
...van individuele atomen in een molecuul
D
...van 1,00 mol moleculen
Slide 6 - Quizvraag
Hoeveel
significante cijfers
bevat
het volgende getal: 0,1023x10
3
Slide 7 - Open vraag
Welke
gemeten waarde
is het nauwkeurigst:
20,34 cm of 304 mm
A
20,34 cm
B
304 mm
C
beide waardes
D
geen van de waardes
Slide 8 - Quizvraag
Welk voorvoegsel hoort bij
10
-6
?
A
milli
B
micro
C
mega
D
nano
Slide 9 - Quizvraag
Wel woord moet je op de open plek invullen?
Een ...... is een gegeven dat meetbaar is.
A
eenheid
B
grootheid
C
afgeleide eenheid
D
SI-eenheid
Slide 10 - Quizvraag
Wat moet op de open plekken worden ingevuld?
Rekenen met rekendriehoeken kan helpen bij het sneller onder de knie krijgen van het rekenen aan reacties maar het is maar een truckje.
___________
X
n
M
m
mol
gram
rho
V
gram/mol
Slide 11 - Sleepvraag
Hoeveel mol komt overeen met
8,02 gram methaan?
Methaan is CH
4
M = 16,04 g/mol
A
1,00 mol
B
0,500 mol
C
0,750 mol
D
2,00 mol
Slide 12 - Quizvraag
Welk gegeven heb je nodig om een volume om te rekenen naar massa?
A
constante van Avogadro
B
dichtheid
C
molariteit
D
molaire massa
Slide 13 - Quizvraag
Met hoeveel deeltjes komt 1,00 mol overeen?
A
1
B
molecuulmassa in u
C
ontelbaar aantal deeltjes
D
constante van Avogadro
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de eenheid van
chemische hoeveelheid
?
A
mol
B
gram/mol
C
u
D
gram
Slide 15 - Quizvraag
Stel je rekent een hoeveelheid gram stof om
naar de chemische hoeveelheid.
Kijkend naar het eindantwoord, op welk
niveau
werk je dan?
A
micro
B
meso
C
macro
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel millimol komt overeen met 1,2 mol?
A
0,0012
B
1200000
C
1200
D
0,0000012
Slide 17 - Quizvraag
Fe
3
O
4
+ 4 H
2
--> 3 Fe + 4 H
2
O
Wat is de molverhouding van deze reactie?
A
0 : 4 : 3 : 4
B
1 : 4 : 3 : 4
C
34 : 2 : 0 : 2
D
34 : 2 : 1 : 31
Slide 18 - Quizvraag
Welk getal beschrijft de relatie tussen atomen & moleculen op microniveau en de mol op het macroniveau?
A
constante van Avogadro
B
dichtheid
C
molariteit
D
molaire massa
Slide 19 - Quizvraag
De molecuulmassa in u en de molaire massa in gram zijn in getalswaarde gelijk.
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
De molaire massa van bariumchloride (BaCl
2
) is?
A
90,0 g/mol
B
403,11 g/mol
C
276,21 g/mol
D
208,2 g/mol
Slide 21 - Quizvraag
Bereken hoeveel gram overeenkomt met 0,32 mol stikstof
Beter ga je niet vals spelen ...
Slide 22 - Open vraag
Beter ga je niet vals spelen ...
Bereken hoeveel gram 4,0 mol salpeter (KNO
3
) is.
Slide 23 - Open vraag
Klik hier NIET op
Bereken a.
Slide 24 - Open vraag
Klik hier NIET op
Bereken b.
Slide 25 - Open vraag
Klik hier NIET op
Bereken c.
Slide 26 - Open vraag
Oefenen
m.n.v. opdracht 18 t/m 28,
Slide 27 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4.2 Rekenen met de mol
Oktober 2019
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
3.2 Chemische hoeveelheid
November 2019
- Les met
21 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
kennismaken en rekenen met de mol
Januari 2022
- Les met
19 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.5 Chemische hoeveelheid
November 2023
- Les met
26 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4.2 Rekenen met de mol
Oktober 2024
- Les met
22 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.4 Chemische hoeveelheid
Oktober 2022
- Les met
24 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
1.2 Chemische hoeveelheid
Juli 2023
- Les met
17 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4.2 Rekenen met de mol
Maart 2023
- Les met
18 slides
Scheikunde
Middelbare school
havo
Leerjaar 4