Erfelijkheid V4 Multiple allelen en letale factoren

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De overerving van witte ogen is recessief en x-chromosomaal bij fruitvliegjes. Hoe groot is de kans op een wit ogige nakomeling bij de volgende kruising:
Wit ogig vrouwtje x roodogig mannetje.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Monohybride kruising

Slide 5 - Tekstslide

Stambomen

Slide 6 - Tekstslide

Vrouwen vaak drager. 
Zoons van drager zijn aangedaan. 
Twee aangedane ouders - aangedane kinderen.
Vader geeft altijd aan dochter. Aangedane moeder zorgt voor aangedane zoons en dochters.

Slide 7 - Tekstslide

Je ziet hier de een kruising met mogelijke uitkomsten. Hoe erft deze eigenschap over?
A
Autosomaal recessief
B
Autosomaal dominant
C
X-chromosomaal recessief
D
X-chromosomaal dominant

Slide 8 - Quizvraag

Xchromosomaal of niet
- Als een eigenschap op het X-chromosoom ligt, zullen vaders met een dominant allel altijd dochters krijgen met het dominante fenotype. Zij geven immers via hun enige X-chromosoom het dominante allel altijd door aan de dochters (de zonen krijgen het lege Y-chromosoom).

Vaders met dominante eigenschap krijgen dominante dochters
-Als een eigenschap op het X-chromosoom ligt, zullen recessieve moeders altijd recessieve zonen krijgen. Zij geven immers altijd een recessief allel door en van hun vader krijgen de zonen geen allel.
Recessieve moeders altijd recessieve zonen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

XaY
XaY
XaXa
XaY
XaXa
XAY
XAY
XAY
XAY
XAY

Slide 11 - Tekstslide

XaY
XaY
XaXa
XaY
XaXa
XAY
XAY
XAY
XAY
XAY
XAXa
XAXa
XAXa
XAXa
XAXa
dus X-chromosomaal kan

Slide 12 - Tekstslide

Wat leren we vandaag?
Andere manieren van overerving:
- Multiple allelen
- Letale factoren
- Mitochondriaal

Slide 13 - Tekstslide

Multiple allelen
Soms zijn er meerdere dominante allelen en één recessieve. Bij bloed is :                en i.                       zijn onvolledig dominant, i is recessief. 
Dit noemen we multiple allelen

Een mens heeft nog wel maar 2 van deze allelen bij zich (blijft in een paar voorkomen) maar er zijn meerdere mogelijkheden. 

Slide 14 - Tekstslide

Bloedgroepen zeggen welke antigenen je bloedcellen hebben.
Het genotype bij bloedgroepen. 
'I' met een toevoeging. 
Overerving met Multiple Allelen.

Slide 15 - Tekstslide

Wat kan het genotype van iemand met bloedgroep A zijn?
A
IA IA
B
Ia i
C
IA IA en i i
D
IA IB en IA IA

Slide 16 - Quizvraag

Vorm van co-dominante overerving 
Bloedgroepen zijn een vorm van co-dominante overerving.

Slide 17 - Tekstslide

Teken het kruisingsschema tussen een man met bloedgroep O en een vrouw met bloedgroep AB.

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Een man met bloedroep A en een vrouw met bloedgroep A krijgen een kind. Welke bloedgroepen kan het kind hebben?
A
A
B
B
C
AB
D
O

Slide 20 - Quizvraag

Letale allelen
Bij twee dominante allelen sterfte in een vroeg embryonaal stadium. 

Bijv. bij manx katten wordt het ontbreken van de staart veroorzaakt door een dominant allel, wat letaal is als er twee van aanwezig zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Letale factor: homozygoot recessieve fenotype dodelijk.
Ook bij intermediaire fenotypes. 

Slide 22 - Tekstslide

Sommige planten zijn niet in staat bladgroen te vormen. Dit zogenaamde albinisme berust op de aanwezigheid van een recessief allel. Albino planten zijn niet levensvatbaar, albinisme is dus een letale eigenschap. Bij een tabaksplant die heterozygoot is treedt zelfbestuiving op. Er ontstaan 600 zaden. Na kieming ontstaan hieruit planten.
Hoeveel planten zullen na verwachting niet levensvatbaar zijn?
A
0
B
150
C
300
D
600

Slide 23 - Quizvraag

Variatie op geslachtsgebonden: Mitochondriaal
Mitochondriën komen in 99%*niet van de vader, maar alleen uit de eicel.
Dus alleen de moeder kan een afwijking op de mitochondriën doorgeven.
*Een afwijking 

Slide 24 - Tekstslide

Manx katten hebben een kortere staart. Katten met een korte staart hebben vooral kittens met een korte staart, maar kunnen ook kittens met een lange staart krijgen. Een fokker kruist twee Manx katten met elkaar. Deze geven 7 kittens, waarvan 4 met een korte staart en 3 met een lange staart. Hij kruist verder met twee van de F1 Manx katten, en krijgt 6 kittens waarvan 4 Manx en 2 met een lange staart. Maak het kruisingsschema van de F1 en de F2 kruising.

Slide 25 - Open vraag

Manx katten hebben een kortere staart. Katten met een korte staart hebben vooral kittens met een korte staart, maar kunnen ook kittens met een lange staart krijgen. Een fokker kruist twee Manx katten met elkaar. Deze geven 7 kittens, waarvan 4 met een korte staart en 3 met een lange staart. Hij kruist verder met twee van de F1 Manx katten, en krijgt 6 kittens waarvan 4 Manx en 2 met een lange staart. Als je de F2 Manx katten kruist, komen er dan weer lange staart katten uit?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quizvraag

Een jongeman klopt bij een rijke oude dame aan en beweert haar kleinzoon te zijn. Welk DNA gebruik je om dit te controleren?

Slide 27 - Open vraag

Zou dit ook werken voor de dochter van deze jongeman?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Welke mogelijkheden voor overerving kennen jullie nu?

Slide 29 - Woordweb

Kan een kind met bloedgroep B van een ouderpaar met bloedgroep A en B zijn?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Welke vorm van overerving is dit? (Zwart afwijking, wit zonder)

Slide 31 - Open vraag