In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat zijn de vijf adviezen voor goede voeding?
Slide 2 - Open vraag
Wat is vertering?
Welke manieren van vertering kennen we?
Hoe zorgen de verschillende organen voor vertering?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Verteringsstelsel
Slide 5 - Woordweb
Verteringsstelsel
= Orgaanstelsel bestaande uit organen die samen zorgen voor de spijsvertering.
Voedingsstoffen worden tijdens de vertering afgebroken tot kleinere verteringsproducten zodat deze door de darmwand passen en in het bloed terechtkomen.
Water, glucose, vitaminen en mineralen passen zonder vertering door de darmwand!
Slide 6 - Tekstslide
Mechanische vertering:
kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek
Chemische vertering:
het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verteringssappen met enzymen.
Vormen van vertering
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Verteringssappen
Stoffen worden afgebroken door scheikundige reacties.
Sappen worden gemaakt door verteringsklieren:
Speekselklieren
Maagsapklieren
Lever
Alvleesklier
Darmsapklieren
Slide 11 - Tekstslide
Enzymen
Enzymen zijn stoffen die scheikundige reacties sneller laten verlopen.
Enzymen zitten in verteringssappen en helpen om stoffen in voedsel af te breken.
Het eten is al voorgekauwd, dus kan daar extra goed op inwerken
Slide 12 - Tekstslide
Het enzym amylase
knipt grote koolhydraten
in stukken
Slide 13 - Tekstslide
Darmperistaltiek
Kringspieren en lengtespieren bevinden zich in de wand van het hele maag-darmkanaal (foto)
Als je voedsel doorslikt, spannen de kringspieren samen om het voedsel vooruit te duwen
Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
Slide 14 - Tekstslide
Welke voedingsstoffen worden direct opgenomen?
Welke voedingsstoffen moeten eerst worden verteerd?
Vitaminen
De meeste koolhydraten
Glucose
Water
Eiwitten
Vetten
Mineralen
Slide 15 - Sleepvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Een korte reis
4 stappen:
Mond/keel
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne/dikke darm
Slide 18 - Tekstslide
Mondholte
Begin vertering
Speekselklieren maken speeksel
Speeksel zorgt voor vertering van zetmeel (koolhydraat)
Slide 19 - Tekstslide
Mond- en keelholte - slikken
Bij slikken sluit de huig de neus af en het strottenklepje de luchtpijp.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slokdarm
De slokdarm duwt het eten met behulp van peristaltische bewegingen omlaag.
Het eten komt daarna in de maag terecht.
Slide 22 - Tekstslide
Maag
Slide 23 - Tekstslide
Maag
Is constant in beweging
Maagsapklieren maken maagsap (water, zoutzuur, enzymen)
Het zoutzuur doodt bacteriën en de enzymen verteren eiwitten.
Tijdelijke opslagplaats
Maagportier laat telkens maar kleine hoeveelheden door
Slide 24 - Tekstslide
In welk voedsel zat ook alweer veel eiwit?
A
Kip
B
Brood
C
Appel
D
Wortel
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Video
De twaalfvingerige darm
= een stuk darm waar alvleessap en gal aan afgegeven wordt.
Slide 27 - Tekstslide
Twaalfvingerige darm
Hier komen de sterke maagsappen bij:
Lever --> maakt gal (opslag galblaas) --> emulgeert vetten
Alvleesklier --> maakt alvleessap ---> verteerd alles!
Slide 28 - Tekstslide
De werking van gal
Vet lost niet op in water
Gal emulgeert vetten
Slide 29 - Tekstslide
Welk verteringssap maakt de lever?
A
Darmsap
B
Alvleessap
C
Speeksel
D
Gal
Slide 30 - Quizvraag
Welk verteringssap maakt de slokdarm?
A
Darmsap
B
Maagsap
C
Gal
D
Geen
Slide 31 - Quizvraag
De vertering van eiwitten in je voedsel vind plaats in je.....
A
mond
B
mond en slokdarm
C
mond, maag
D
maag, 12-vingerige darm
Slide 32 - Quizvraag
Juist of onjuist?
Een functie van maagzuur is het doden van bacteriën. (R)
A
juist
B
onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Juist of onjuist. Gal verteert vetten.
A
juist
B
onjuist
Slide 34 - Quizvraag
Alvleessap verteert
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Alle drie!
Slide 35 - Quizvraag
Speeksel verteert
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Alle drie!
Slide 36 - Quizvraag
Een korte reis
4 stappen:
Mond/keel
Maag
Twaalfvingerige darm
Dunne/dikke darm
Slide 37 - Tekstslide
Wat is de functie van de darmen?
Slide 38 - Open vraag
Dunne darm
Functie: voedingsstoffen, verteringsproducten en water opnemen in het bloed.
groot oppervlakte voor snelle opname
de darmsapklieren maken darmsap: vertering van eiwitten en koolhydraten
Slide 39 - Tekstslide
Bouw dunne darm
Groot oppervlak door darmplooien en darmvlokken
Door darmwand naar bloedvaten
Slide 40 - Tekstslide
Blindedarm, dikke darm en endeldarm
Slide 41 - Tekstslide
Dikke darm
Functie: Water, vitamines en glucose uit voedsel terughalen.
Dikke darm bevat veel bacteriën die helpen bij vertering cellulose
-Niet opgenomen? -> endeldarm
Slide 42 - Tekstslide
Endeldarm
Verzameling en opslag voedselresten
Anus: kringspier die ontlasting doorlaat. Deze is meestal gespannen.
Slide 43 - Tekstslide
Hoe heet het orgaan waar al het water uit de voedsel brij wordt opgenomen?
A
Dunne darm
B
Blinde darm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm
Slide 44 - Quizvraag
Welk verteringssap maakt de dunne darm?
A
Darmsap
B
Maagsap
C
Gal
D
Geen
Slide 45 - Quizvraag
Darmsap verteert
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Koolhydraten
D
Alle drie!
Slide 46 - Quizvraag
Welke darm heeft geen functie in je lichaam?
A
Dikke darm
B
Dunne darm
C
Blinde darm
D
Slokdarm
Slide 47 - Quizvraag
Slide 48 - Video
De lever...
> maakt schadelijke stoffen onschadelijk,
> afbraak overtollige stoffen (stofwisseling)
- de lever geeft (afval)stoffen af aan je bloed,
- afvalstoffen moeten door de nieren uitgescheiden worden.