Oefenopgave H7

Oefenopgave H7 
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Voortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

Onderdelen in deze les

Oefenopgave H7 

Slide 1 - Tekstslide

Collectieve sector
Particuliere sector

Brandweer
CBS
KLM
openbare school
reisbureau
telefoonwinkel

Slide 2 - Sleepvraag

Welke van de volgende voorzieningen is collectief? Kies het juiste antwoord.

A
Bedrijven die wegen aanleggen
B
De internetproviders
C
Het elektriciteitsnetwerk

Slide 3 - Quizvraag

Regelmatig wordt er gepraat over het privatiseren van de zorg. Veel mensen zijn hier op tegen.
Noem een argument van de tegenstanders. Verwerk het begrip ‘marktwerking’ in je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

De overheid kan het gedrag van consumenten en bedrijven beïnvloeden.
Maak de volgende zinnen compleet door de ontbrekende woorden in te vullen.

Om het gebruik van teveel ongezonde producten te voorkomen, heft de overheid .....
A
BTW
B
Accijns
C
Subsidies
D
Boetes

Slide 5 - Quizvraag

Om bepaald gedrag te stimuleren, geeft de overheid ....
A
BTW
B
Accijns
C
subsidies
D
boetes

Slide 6 - Quizvraag

Lees het onderstaande bericht.

In het bericht is de naam weggelaten van de organisatie die deze informatie verspreid heeft. Van welk adviesorgaan is dit bericht afkomstig?

Nu grip op zorgkosten, maar extra maatregelen zijn nodig
Als er geen aanvullende maatregelen worden genomen, dreigen de zorgkosten onhoudbaar te worden. Dat stelt het ........... in een rapport over de financiering van de zorg op langere termijn. Als er geen aanvullende maatregelen volgen, zullen de lasten vooral komen te liggen bij hogere inkomensgroepen en jongeren.

Slide 7 - Tekstslide

In het bericht is de naam weggelaten van de organisatie die deze informatie verspreid heeft. Van welk adviesorgaan is dit bericht afkomstig?
A
CBS
B
CPB
C
SER

Slide 8 - Quizvraag

Sleep naar de juiste plek
Wie int de volgende belastingen? 
Gemeente
Rijksoverheid
accijns
afvalstoffenheffing
inkomstenbelasting
rioolrechten
vennootschapsbelasting

Slide 9 - Sleepvraag

Bekijk de miljoenennota 2017.
Is er sprake van een begrotingstekort of van een begrotingsoverschot?


Slide 10 - Tekstslide

Is er sprake van een begrotingstekort of van een begrotingsoverschot?
A
begrotingstekort
B
begrotingsoverschot

Slide 11 - Quizvraag

De overheid verkoopt een aantal gebouwen. De opbrengst van de verkoop wordt gebruikt om de staatsschuld te verminderen.
Van welke vorm van overheidsinkomen is dit een voorbeeld?

Slide 12 - Open vraag

Af en toe komt het voor dat de btw-tarieven worden verhoogd. Dat gebeurde voor het laatst in 2012.
Leg uit waarom zulke verhogingen nadelig zijn voor winkeliers en webwinkels.

Slide 13 - Open vraag

Geef de juiste omschrijving van het begrip verzorgingsstaat.

Slide 14 - Open vraag

De volgende zinnen gaan over het sociaal minimum. Zijn ze juist of onjuist?

Slide 15 - Tekstslide


Een uitkering van de overheid is minimaal even hoog als het sociaal minimum.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag


Iedereen van 18 jaar of ouder ontvangt automatisch het sociaal minimum als uitkering.

A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag


Het sociaal minimum is een voorbeeld van een werknemersverzekering.

A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Wie een laag inkomen heeft, kan een toeslag krijgen om de huur te kunnen betalen.

A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Lees de volgende zinnen.
Wie heeft er recht op een WW-uitkering?
A
Herma is 32 en heeft altijd vrijwilligerswerk gedaan.
B
Martin is 35 en heeft altijd voor de kinderen en het huishouden gezorgd.
C
Simon is 44 en raakte zijn baan kwijt toen zijn werkgever failliet ging.
D
Sylvie is 29 en is ontslagen omdat ze geld heeft gestolen van haar baas.

Slide 20 - Quizvraag

Zijn de volgende voorbeelden van sociale zekerheid een sociale verzekering of een sociale voorziening?
Sociale voorziening

Sociale verzekering
AOW
Kinderbijslag
Bijstandsuitkering
WIA
WW

Slide 21 - Sleepvraag

Welke uitspraak over de kosten van de zorg is juist?

A
De zorgverzekering is voor iedereen verplicht.
B
Een klein deel van de zorg wordt door de overheid betaald.
C
Je kunt vrijwillig kiezen voor een eigen risico.
D
Wie minder zorg nodig heeft, betaalt minder premie.

Slide 22 - Quizvraag

Leg uit hoe marktwerking ervoor zorgt dat de prijzen van producten en diensten laag blijven

Slide 23 - Open vraag

Hoe goed begreep ik deze les op een schaal van 10?
010

Slide 24 - Poll

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video