In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
MEDIA
MASK
Slide 1 - Tekstslide
Wat betekent pluriformiteit van de media?
A
Dat journalisten politici controleren.
B
Dat er veel verschillende media zijn, waaruit we kunnen kiezen.
C
Dat we veel rechten hebben die in de grondwet staan.
D
Dat er veel persvrijheid is.
Slide 2 - Quizvraag
Welke omschrijving past bij indirecte communicatie?
Welke omschrijving past bij indirecte communicatie?
A
Geschreven
communicatie
B
Communicatie met gebaren
C
Contact via een hulpmiddel
D
Persoonlijk contact
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van verbale communicatie?
A
Praatje maken
B
Je vinger opsteken
C
Knikken
D
Blozen
Slide 4 - Quizvraag
Hoe noemen we 'storing' tijdens het communicatie proces?
A
Storing
B
Ruis
C
Wisseling
D
Medium
Slide 5 - Quizvraag
Een zender in communicatie is:
A
Een tv kanaal
B
Degene die de boodschap krijgt
C
Degene die de boodschap verstuurt
D
de boodschap zelf
Slide 6 - Quizvraag
Wat voor communicatie is dit?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Goede communicatie
D
Ondersteunende communicatie
Slide 7 - Quizvraag
Voorbeeld van media met een meningsvormende functie is:
A
Talkshow
B
Reclameblok
C
Journaal
D
Soapserie
Slide 8 - Quizvraag
commerciële zenders ontvangen inkomsten o.a. uit:
A
kijkcijfers
B
subsidies
C
Reclame
D
product placement
Slide 9 - Quizvraag
Publieke omroepen hebben inkomen uit:
A
kijkcijfers
B
omroepgelden, sponsoring programma's
C
abonnees, subsidies, STER
D
Kijkcijfers, sluikreclame
Slide 10 - Quizvraag
De media mag niet álles! Welke beperkingen zijn er voor de media?
A
Onzedelijke berichten
B
Discriminatie
C
Onwaarheden
D
Oproepen tot geweld
Slide 11 - Quizvraag
Oude media
Nieuwe media
Sociale media
Slide 12 - Sleepvraag
"Je ziet alleen wat je wilt zien" Deze uitspraak past bij de volgende beïnvloedingstheorie:
A
Injectienaaldtheorie
B
Multiple Stepflow theorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
De Agendatheorie
Slide 13 - Quizvraag
Injectienaaldtheorie
Theorie van selectieve perceptie
Multiple-step-flowtheorie
Agendatheorie
Theorie die laat zien dat media de onderwerpen bepalen waarover we denken
Theorie die laat zien dat de media invloed heeft op datgene wat mensen willen horen of zien.
Theorie die laat zien dat de media van grote invloed is op mensen.
Theorie die laat zien dat media via invloedrijke personen van invloed op ons zijn.
Slide 14 - Sleepvraag
In ieder journaal gaat het over corona dus in mijn familie wordt er ook veel over gepraat.
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Selectieve perceptie
Slide 15 - Quizvraag
"Squid Game massaal nagespeeld op de basisschool: ‘Ouders realiseren zich niet wat de impact is’"
Welke theorie over de invloed van media past het beste bij deze titel?
A
injectienaaldtheorie
B
framingtheorie
C
selectieve perceptie
D
agendatheorie
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Welk begrip past het beste bij de foto op de vorige dia?
A
indoctrinatie
B
manipulatie
C
selectieve perceptie
Slide 18 - Quizvraag
Wat zijn de vijf functies van de media voor het individu?
Slide 19 - Open vraag
Een van de functies van de media is het volgen en controleren van politici.
Hoe wordt dit ook wel genoemd?
A
Cultuuroverdracht
B
Waakhondfunctie
C
Informerende functie
D
Sociale functie
Slide 20 - Quizvraag
De media vervullen functies. Welke functie voor het individu staat hier centraal?
A
informatieve functie
B
educatieve functie
C
meningsvormende functie
D
amuserende functie
Slide 21 - Quizvraag
Soms lopen de zes functie van media door elkaar. Noem twee functies van het programma RTL Boulevard.
A
Contacten & Nieuws en informatie
B
Meningsvorming & Ontspanning
C
Reclame & Nieuws en informatie
D
Nieuws en informatie & Ontspanning
Slide 22 - Quizvraag
Wat is een filterbubbel?
A
Dit zijn nepaccounts om jouw mening te beïnvloeden.
B
Dit zorgt ervoor dat je alleen maar dingen ziet die je leuk vindt.
C
Dit zijn nepvolgers die bewust reacties plaatsen onder berichten op social media.
Slide 23 - Quizvraag
Je kiest zelf wat je wilt zien en wilt horen.
A
filterbubbel
B
selectieve waarneming
C
algoritmes
D
on-demand economie
Slide 24 - Quizvraag
Beelden van mensen en situaties die er helemaal perfect uitzien.
A
cookies
B
sluikreclame
C
ideaalbeelden
D
imago
Slide 25 - Quizvraag
Als een minister belooft dat er meer geld komt voor het onderwijs en journalisten houden in de gaten of dat ook echt gebeurt, dan hebben de journalisten een...
A
Informatieve functie
B
Controle- of waakhondfunctie
C
Socialiserende functie
Slide 26 - Quizvraag
Wat is een persbureau?
A
Hier worden kranten gedrukt
B
Bedrijven die nieuws verzamelen
C
Journalisten vakbond
D
Bedrijven die roddels verzamelen
Slide 27 - Quizvraag
Wat betekent 'hoor en wederhoor'?
A
Dat je luistert naar alle partijen
B
Dat je alles van 1 kant belicht
C
Dat je alle directeuren interviewt
D
Dat je luistert en je mening geeft
Slide 28 - Quizvraag
De mediawet is opgesteld door de Nederlandse overheid om de pluriformiteit in de media te garanderen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 29 - Quizvraag
In de mediawet staat dat publieke omroepen geen reclamebreak in programma hebben
A
Waar
B
Niet waar
Slide 30 - Quizvraag
4. Publieke omroepen moeten volgens de Mediawet programma’s maken voor verschillende ……………. Welk woord is weggelaten?