De 5 fasen van teamontwikkeling van Tuckman

• Ontwikkelingspsychologie
• MBO
• Studiejaar 2

De 5 fasen van teamontwikkeling van Tuckman

Leerdoelen

De vijf fasen van teamontwikkeling volgens Tuckman benoemen en beschrijven. 

Begrijp je welke observaties en gedragingen kenmerkend zijn voor elke fase in teamontwikkeling. 

Kun je de rol en het gewenste gedrag van een teamleider in elke fase van teamontwikkeling uitleggen.

weet je welke acties ondernomen moeten worden door de teamleider en teamleden in elke fase.

Wat weet je al over hoe een groep tot stand komt?

Fase 1: Forming - oriëntatie en verwachtingen binnen het nieuwe team

Teamleden leren elkaar kennen. Bepaling van de teamdoelen en -structuur.

Fase 2: Storming - opkomende conflicten en persoonlijkheden

Conflicten en verschillen komen naar voren. Teamleden moeten manieren vinden om hiermee om te gaan.

Fase 3: Norming - ontwikkeling van regels, waarden en samenwerking

Ontwikkeling van samenwerkingsregels en normen. Teamleden werken aan het ontwikkelen van een gezamenlijke visie.

Fase 4: Performing - het team functioneert als eenheid en is taakgericht

Het team functioneert optimaal en richt zich op het uitvoeren van taken. Er is een hoge mate van onderling vertrouwen en effectieve communicatie.

Fase 5: Adjourning - het team neemt afscheid en rondt taken af

Het team heeft zijn doelen behaald. Het proces van afscheid nemen begint.

De 5 fasen van teamontwikkeling van Tuckman

Forming: De fase waarin teamleden elkaar leren kennen en het begrip van de teamdoelen en -structuur bepalen. Storming: Conflicten en verschillen komen naar voren. Norming: Ontwikkeling van samenwerkingsregels en normen. Performing: Het team functioneert optimaal en richt zich op taken. Adjourning: Het team neemt afscheid en rondt taken af.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.