Les 2- Context, presentatie en perspectief





les 2: Oorlog: Context, presentatie en perspectief
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les





les 2: Oorlog: Context, presentatie en perspectief

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel vandaag, je 
  • Weet dat dichters context, presentatie en perspectief kunnen gebruiken om hun gedicht betekenis te geven
  • Kunt de functie van context, presentatie en perspectief voor een gedicht herkennen en benoemen en de betekenis ervan verklaren en toelichten en hiernaar onderzoek doen
  • Je kunt zelf een kort gedicht schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Welke gebeurtenissen denk je dat wel eens aanleiding vormen tot een gedicht?

Slide 3 - Woordweb

Ook heftige gebeurtenissen vormen vaak inspiratie voor dichters
  • Bijvoorbeeld:
  • -> oorlogen, aanslagen. natuurrampen, corona-pandemie
  • -> Effect op de lezer wordt ook bepaald door:
  • Wat hij zelf al over de gebeurtenis weet 
  • Door de plek waar het gedicht te vinden of wordt voorgedragen
  • Door het perspectief vanwaaruit het gedicht wordt verteld
  • ->Bekijk de volgende foto goed. Wat zie je, wanneer zou die genomen zijn, welke gelegenheid? Welke emotie voel je?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat zie je, wanneer zou die genomen zijn, welke gelegenheid? Welke emotie voel je?

Slide 6 - Woordweb

We lezen en bespreken nu gezamenlijk het gedicht 'Een foto' op p. 142 van het theorieboek
  • Welke voorkennis van de context is nodig?
  • Wie is de man met vlinderdas?
  • Wat doet de dichter in strofe 1 t/m 3, in strofe 4 en in strofe 5?
  • Wat is het effect op jou als lezer?
  • Vind je dit poëzie? Waarom wel / niet?

Slide 7 - Tekstslide

We lezen 4, Foute keuze, OB 142-143

Slide 8 - Tekstslide

a: welke kwaliteiten heeft dit gedicht volgens jou?

Slide 9 - Woordweb

Er was veel commotie over het voorlezen van dit gedicht bij de Nationale Dodenherdenking in 2012. Wat denk je, vanuit welke perspectieven reageren voor- en tegenstanders?

Zou een andere plek geschikter of juist minder geschikt zijn om het voor te lezen?
Bijvoorbeeld:
  • Tegenstanders: Aukes oudoom, een SS'er, werd daarmee om hetzelfde niveau gezet als slachtoffers van het naziregime
  • Voorstanders: het gaat niet om daders en slachtoffers, het laat zien hoe binnen een gezin goede en foute keuzes zijn gemaakt

Slide 10 - Tekstslide

In les 1 hadden we het over de functie die gedichten kunnen hebben. Welke functie van dit gedicht vind jij het meest passend?
A
Nabootsen werkelijkheid (mimetische functie)
B
Je kunt er wat van leren (pragmatische functie)
C
Uiting gedachten en gevoelens van de dichter (expressieve functie)
D
Gedicht staat op zich (autonome functie)

Slide 11 - Quizvraag

Afronding en huiswerk
-> Vragen?
-> Lesdoel gehaald? Idee gekregen van
  • Context, presentatie en perspectief?

- > huiswerk: zie volgende dia

Slide 12 - Tekstslide

Afronding en huiswerk
->  huiswerk voor volgende les: praktijkopdracht 5, p 143 oefenboek
  • Kies een maatschappelijke gebeurtenis, omschrijf die kort en upload naar je OneNote document in Teams: 1) naam gebeurtenis, 2) beschrijving gebeurtenis met datum 3) foto gebeurtenis 4) het perspectief dat je kiest 50 een kort zelfgeschreven gedicht bij de gebeurtenis

Slide 13 - Tekstslide