Spelling_aan elkaar of los B

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Aan elkaar of los?

Spelling

HV2

6 mei 2020

Wat gaan we doen?

Terugblik: grammatica (volgende week pas bespreken!)

Leerdoelen deze week:

1. Ik kan bepalen of ik woorden los of aan elkaar moet schrijven.

2. Ik kan persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken, correct spellen.

1. rodewijnglazen
2. rode wijnglazen

1. er door
2. erdoor

1. wild kamperen
2. wildkamperen

1. sport broek
2. sportbroek

1. dure broek
2. durebroek

1. er achter
2. erachter

1. hardloop schoen
2. hardloopschoen

1. nood gedwongen
2. noodgedwongen

De regels

Samenstellingen aan elkaar: één klemtoon (hardloopbroek en dure broek)

Samenstellingen van drie woorden of minder: hardloopbroek, bruinebonensoep

Woorden gemaakt van er, hier, daar, waar plus voorzetsel: erachter, waarmee

Getallen met honderd en duizend: zestienduizend, negenhonderd

Veel samengestelde werkwoorden: koffiedrinken, goedkeuren

Veel samengestelde bijvoeglijke naamwoorden: stomverbaasd, dichtbevolkt

V: Twee delen van een splitsbaar werkwoord: toen ik thuiskwam, heb ik opengedaan

het rodewijnglas

het rode wijnglas

VD of PV?

De docent heeft gisteren nog verteld over werkwoordspelling.

Vanavond vertelt de minister-president meer over de maatregel.

Aan de slag

Maak: opdracht 1 t/m 3, p. 184 of online.

Klaar? Maak opdracht 1 t/m 3, p. 186.