Moeders springen niet van flats






Omgaan met risicogedrag en zorg voor medicijnen
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les






Omgaan met risicogedrag en zorg voor medicijnen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhoud 
- Agressie
- Wat is suïcidaliteit?
- Feiten, cijfers en termen
- Oorzaken en risico's 
- Signalen
- Ga het gesprek aan!
- Begeleiden van suïcidale zorgvrager
- automutileren
- Documentaire 'Moeders springen niet van flats' 
- Opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij het woord agressie?

Slide 3 - Woordweb

Ga in op verbale en fysieke
Werk voor jezelf uit. 
  • Wat betekent agressief gedrag?
  • Hoe kun je agressief gedrag herkennen?
  • Geef een paar voorbeelden van agressief gedrag in verschillende situaties.

Slide 4 - Tekstslide

Klassikaal nabespreken
Agressie
Bescherming van:
  • zichzelf
  • anderen
  • eigendom

Soorten agressie:
  • Frustratie-agressie
  • Impulsieve agressie
  • Instrumentele agressie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frustratie agressie

Slide 6 - Tekstslide

Dit is het snel en onverwacht tonen van oplopende emoties en het ontstaan van een verminderde controle over het eigen gedrag. Frustraties ontstaan meestal over een dienstverlening of procedure binnen een organisatie en kunnen snel leiden tot een uitbarsting van geweld.

Impulsieve/ Explosieve agressie

Slide 7 - Tekstslide

wanneer er sprake is van deze vorm van agressie is de persoon in kwestie vaak onvoorspelbaar en snel gewelddadig. De realiteitszin ontbreekt volledig en vaak heeft dat te maken met een verslaving en/of een psychische stoornis.

Instrumentele agressie

Slide 8 - Tekstslide

Bij instrumentele agressie wordt de agressie gebruikt om een bepaald doel te bereiken (bewuste actie), bijvoorbeeld als de zorgvrager niet wil opstaan. De zorgverlener probeert de zorgvrager uit bed te tillen, waarbij de zorgvrager gaat slaan. De zorgverlener geeft het op: doel bereikt.
Welke vorm van agressie komt vaak voor na slecht nieuws of emotionele stress?
A
Dwangmatige agressie
B
Instrumentele agressie
C
Frustratie-agressie
D
Emotionele of impulsieve agressie

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Suïcidaal gedrag is een verzamelnaam voor alle gedrag waarbij het risico bestaat op overlijden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling


'Agressie en grensoverschrijdend gedrag kunnen bepaalde cliënten niks aan doen en moet je als verzorgende/verpleegkundige accepteren'

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is suïcidale ideatie?
A
Een poging tot suïcideren
B
voortdurend denken aan zelfdoding of overwegen
C
Dromen over suïcideren
D
Suïcideren doormiddel van zelfbeschadiging

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feiten
In 2022 hebben 1.916 mensen een einde aan hun leven gemaakt. 
Gemiddeld vijf mensen per dag plegen zelfmoord.
Jaarlijks denken zo'n 410.000 mensen aan zelfmoord.
Ieder jaar doen 94.000 mensen in Nederland een poging.

Bij mannen komt zelfdoding ongeveer twee keer zo vaak voor als bij vrouwen.
Sinds 2013 is het aantal zelfdodingen min of meer stabiel.
In maart en oktober komt zelfdoding iets meer voor, in september het minst.
In juni 2022 is onderzocht dat er geen toename is in het totaal aantal suïcides door corona.



Slide 13 - Tekstslide

opkroppen emoties
10 - 20 jaar
20 - 30 jaar
30 - 45 jaar
45 - 60 jaar 
Ouder dan 65 jaar
Meeste suïcides

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Termen
Suïcidepoging
De zorgvrager onderneemt handelingen om zichzelf letsel toe te brengen, zonder dat overlijden het gevolg is. (Tentamen suïcide = TS)

Suïcide
Geslaagde zelfdoding. Het handelen is door de zorgvrager zelf uitgevoerd met de wetenschap of de verwachting hiermee de eigen dood te realiseren.

Zelfdestructief gedrag
Het risico om te overlijden wordt niet bewust genomen, maar is wel nadrukkelijk aanwezig.



Slide 15 - Tekstslide

Suïcidepoging: De zorgvrager onderneemt daadwerkelijk handelingen om zichzelf letsel toe te brengen, zonder overlijden tot gevolg. Het is niet altijd duidelijk of de handelingen het doel hebben zichzelf het leven te benemen, maar hij is er niet zeker van dat hij de handelingen zal overleven. Er wordt verondersteld dat dit gezien kan worden als een ‘schreeuw om hulp’, dat de zorgvrager deze hulpvraag niet op een adequate kan manier uiten.

Suïcide. Geslaagde zelfdoding. De zorgvrager heeft het initiatief genomen tot het geslaagd beëindigen van zijn leven. Het handelen is door hem uitgevoerd met de wetenschap of verwachting hiermee de eigen dood te realiseren. In dit verband wordt ook wel gesproken over een ‘balanssuïcide’. Er wordt van uitgegaan dat de zorgvrager een overwogen keuze heeft gemaakt om het leven te beëindigen. De argumenten om te stoppen met het leven wegen dan zwaarder dan de argumenten om verder te leven.

Zelfdestructief gedrag Het risico om te overlijden wordt niet bewust genomen, maar is wel nadrukkelijk aanwezig. Het gaat bijvoorbeeld om lange tijd niet eten, overmatig gebruik (overdosis) van genotmiddelen als alcohol en drugs en/of zichzelf ernstig verwaarlozen
Het suïcidaal proces 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken en risico's 
- Een precieze oorzaak is niet te geven
- zichzelf als onverdraaglijk beleven
- weet geen passende manier om met problemen om te gaan
- geen zin meer weet te geven aan het leven
- religieuze overtuigingen en idealisme
- psychische problemen:
Bij mensen met psychiatrische problematiek blijkt het risico op suïcidaal gedrag veertigmaal groter dan bij mensen zonder psychiatrische problemen



Slide 17 - Tekstslide

Vooral depressieve stemmingsstoornissen verhogen het risico enorm. Ook zorgvragers die lijden aan schizofrenie, affectieve psychosen en een borderlinepersoonlijkheidsstoornis hebben een verhoogd risico. Zeker als bij deze stoornissen ook nog kenmerken van een depressieve stemming aanwezig zijn. Vooral schizofrenie is hierom berucht. Gemiddeld zestig procent van de zorgvragers met schizofrenie die zich suïcideren, vertonen psychotische symptomen en hebben depressieve kenmerken. Een gedachte is dat dit zorgvragers zich meestal van het leven beroven om te ontkomen aan de kwelling van de psychotische beleving.
Verbale signalen
  • Ik denk niet dat ik oud ga worden.
  • Van mij hoeft het niet meer, ik wil rust.
  • Ik zie het niet meer zitten.
  • Het lijkt me heerlijk rustig aan die overkant.
  •  ‘Ik wil dood, ik stap eruit.’



Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke signalen en kenmerken voor suïcidegevaar
Aanwezigheid van gedachten over suïcide.

Bedekt of openlijk uiten van hulpeloosheid en gevoelens van leegte.
Verwoorden van wensen tot zelfdoding.
Voorbereidingen treffen (non-verbale signalen).
Suïcidaal gedrag in de voorgeschiedenis.



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden van zorgvragers met suïcidaal gedrag

- niet alleen laten (hand-in-handbegeleiding);
- een gesloten, klinische setting aanbiedt, al of niet vrijwillig;
afzondering aanbiedt, zonder of met bewaking;
- alle middelen (‘contrabande’) laat inleveren waarmee hij zich het leven kan benemen (van messen tot aanstekers, riemen en schoenveters);
- zijn omgeving vrijmaakt van gevaarlijke voorwerpen;
- geen medicijnen in eigen beheer geeft.




Slide 20 - Tekstslide

Contrabande (verboden spullen)
Belangrijke richtlijnen ter voorkoming en begeleiding van suïcidaal gedrag
- Negeer of ontken nooit gevoelens van ongerustheid bij jezelf waar het gaat om de kans op suïcide van de zorgvrager. Ook al kun je ze niet herleiden tot een bepaalde oorzaak, bespreek deze gevoelens altijd met je collega’s.

- Negeer suïcidaal gedrag nooit, neem het altijd serieus. De hoeveelheid ingenomen medicijnen of de diepte van de snede in de pols is geen maatstaf voor de mate van suïcidaliteit.
- Raadpleeg bij verandering in de situatie altijd de behandelaar.
- Een suïcidale zorgvrager begeleiden is altijd teamwerk.
- Beloof nooit geheimhouding als een zorgvrager daarom vraagt.
- Wees altijd duidelijk naar de zorgvrager over de acties die je gaat ondernemen.
- Blijf in gesprek met de zorgvrager, communiceer zo open mogelijk over suïcidegedachten en -ideeën.
- Bij het geven van antidepressiva is extra alertheid van belang. Door de medicijnen kunnen energie en activiteit sneller toenemen dan dat de stemming verbetert.
- Bij het stopzetten van medicijnen is extra alertheid geboden, omdat de stemming kan verslechteren en daardoor het risico toeneemt.







Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suïcide

Een handeling met dodelijke afloop, door de overledene geïnitieerd, in de verwachting van een dodelijke afloop.

Automutileren

Het doelbewust toebrengen van directe of indirecte schade aan het eigen lichaam, vaak in een zich herhalend patroon.  

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Automutileren
Als een zorgvrager zelfverwondend gedrag vertoont, betekent dit vooral dat hij op bepaalde momenten niet over vermogens beschikt om adequaat om te gaan met de eisen, rollen en taken die het leven van hem vragen. Het idee is dat zelfverwondend gedrag een poging is tot communiceren over onuitspreekbare gevoelens die zich op bepaalde momenten aan de zorgvrager opdringen. De veronderstelling is dat het ontstaan van zelfverwondend gedrag nauw samenhangt met traumatische ervaringen uit de kindertijd of op volwassen leeftijd (bijvoorbeeld incest of verkrachting).

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeders springen niet van flats
Documantaire over maatschappelijke gevolgen van een streng euthanasiebeleid bij psychiatrische patiënten 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moeders springen niet van flats (55 min)
- Wanneer is het punt dat het mis gaat in deze film?
- Op welke manier had het voorkomen kunnen worden?
- Wat had de rol van de verpleegkundige hierin kunnen zijn?
- Hoe kijk jij naar de zorg die geboden werd?
- Wie is er verantwoordelijk in deze?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Ga met een 3 en 2 -tal studenten bij elkaar zitten en bespreek met elkaar situaties die op het A4-tje staan. Daarna even een korte terugkoppeling in de klas.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Link

Deze slide heeft geen instructies