Herhalingsles 1 h/m - Gedrag

Gedrag en voeding
1 havo
In vogelvlucht door de kennen en kunnen lijst

Als ergens                   staat dan is die dia alleen voor de havo leerlingen.

Als er                                  Is het voor havo en vmbo klassen klassen
Alle dia zonder vermelding zijn ook voor beide niveaus!
Havo
Havo + vmbo
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Gedrag en voeding
1 havo
In vogelvlucht door de kennen en kunnen lijst

Als ergens                   staat dan is die dia alleen voor de havo leerlingen.

Als er                                  Is het voor havo en vmbo klassen klassen
Alle dia zonder vermelding zijn ook voor beide niveaus!
Havo
Havo + vmbo

Slide 1 - Tekstslide

Havo

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Gedrag
Wat is gedrag?
Hoe ontstaat gedrag?

Uitwendige + inwendige prikkel
Sleutelprikkel
Supernormale prikkel (havo stof!)

Slide 5 - Tekstslide

Een sleutelprikkel is een...
A
Uitwendige prikkel
B
Een prikkel die dezelfde reactie roept
C
Inwendige prikkel
D
Een prikkel die elke keer een andere reactie roept

Slide 6 - Quizvraag

2. Je ziet de reclameborden van de pizzeria en krijgt trek. Dit is een voorbeeld van een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer je een lekkere hamburger ziet is dat een...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is er belangrijk bij een goede samenwerking?

Slide 9 - Woordweb

De norm is wat je wel of niet mag doen.
De waarde geeft aan hoe belangrijk je iets vindt (hoe waardevol).


Sociale regel: Wie te laat komt mag niet meer meedoen/meebeslissen...

Norm: Je mag niet te laten komen
Waarde: Respect (voor andermans tijd)
Normen en waarden

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat gedrag is...

Slide 11 - Open vraag

Afval
Biologisch afbreekbaar afval = afval dat kan worden afgebroken door de natuur

Niet biologisch afbreekbaar afval = afval dat niet door de natuur wordt afgebroken.

Slide 12 - Tekstslide

Hergebruiken en recyclen
Bij hergebruiken wordt een product opnieuw gebruikt. Zo kun je bijvoorbeeld je oude jampotje gebruiken om schroeven in te bewaren. 
Bij recyclen wordt een product verwerkt tot een grondstof en die grondstof wordt uiteindelijk gebruikt voor een nieuw product.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De oude cd's hangt Yasmine op in haar kamer als decoratie, dit noem je...
A
Hergebruiken
B
Recyclen

Slide 15 - Quizvraag

Van de plastictasjes uit de oceaan worden nieuwe tassen gemaakt, dit noem je ...
A
Hergebruiken
B
Recyclen

Slide 16 - Quizvraag

Havo

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Op welke drie dingen wordt er gelet bij duurzame producten?

Slide 19 - Open vraag

vmbo en havo

Slide 20 - Tekstslide

vmbo en havo

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Leg in je eigen woorden uit wat een algoritme is.

Slide 23 - Open vraag

Noem een voordeel en nadeel van een algoritme.

Slide 24 - Open vraag

Gedrag onderzoeken
Het gedrag bestaat uit kleine stukjes, of ook wel handelingen genoemd.


Objectief betekent dat je alleen opschrijft wat je echt ziet (de feiten). 

Je schrijft dus niet op wat jij denkt dat het dier voelt of bedoelt (jouw mening). 


Slide 25 - Tekstslide

Objectief of niet?
De kat kijkt heel boos
A
Wel objectief
B
Niet objectief

Slide 26 - Quizvraag

Objectief of niet?
Het kind is verdrietig
A
Wel objectief
B
Niet objectief

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

vmbo en havo

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Waar denk jij aan bij conserveren?

Slide 31 - Woordweb

Slide 32 - Tekstslide

Havo

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Havo

Slide 37 - Tekstslide

Welke zintuigen gebruik je allemaal bij het proeven?

Slide 38 - Open vraag

Welke verschillende smaken kan jouw tong proeven?

Slide 39 - Open vraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Indicator
Om de zuurgraad van stoffen aan te tonen, heb je een indicator nodig. Met een indicator kun je een stof aantonen. 

Slide 43 - Tekstslide

De eenheid die bij zuurgraad hoort is:
A
dm
B
cm
C
l
D
pH

Slide 44 - Quizvraag

Havo + vmbo

Slide 45 - Tekstslide

Je ziet hier een voorbeeld van ....
A
Je omgeving verzorgen
B
Inwendige (innerlijke) verzorging
C
Uitwendige (uiterlijke) verzorging
D
Mantelzorg

Slide 46 - Quizvraag

Gezond eten kan helpen bij het verminderen van puistjes. Waar hoort gezond eten bij?
A
Interne verzorging (innerlijke verzorging)
B
Externe verzorging (uiterlijke verzorging)

Slide 47 - Quizvraag

vlees is een
A
voedingsmiddel
B
voedingsstof

Slide 48 - Quizvraag

Welke functies hebben voedingsstoffen?
A
Bouwstof
B
Beschermende stof
C
Voedingsstof
D
Kleurstof

Slide 49 - Quizvraag

Welke voedingsstof zit er vooral in pasta?
A
Vetten
B
Eiwitten
C
Koolhydraten
D
Vitamines

Slide 50 - Quizvraag

Wat voor soort voedingsstof is:
Water
A
Beschermende stof
B
Bouwstof
C
Energierijke stof (brandstof)

Slide 51 - Quizvraag

Wat is géén emulsie?
A
Ketchup
B
Shampoo
C
Thee
D
Pindakaas

Slide 52 - Quizvraag

1. Versleep de woorden naar het juiste begrip. Dus hoort het bij bacterie of virus of allebei?
Bacterie
Virus
Hier werkt geen antibiotica tegen
Hier werkt wel antibiotica tegen
Ik ben de grootste van de twee
Ik ben een ziekteverwekker
Ik ben soms ook juist hartstikke nuttig
Ik gebruik cellen van het lichaam om zo te kunnen vermeerderen

Slide 53 - Sleepvraag

Veel succes!!
Pak de leerdoelen erbij van de kennen en kunnenlijst
Maak de oefentoets
En herhaal alles goed!


Slide 54 - Tekstslide