3.2 Metalen en zouten

3.2 Metalen en zouten
Vandaag gaan we aan de slag met:
- Wat is een metaal- en zoutrooster
- De eigenschappen van metalen- en zouten verklaren 
- Kijken naar wat een legering is
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3.2 Metalen en zouten
Vandaag gaan we aan de slag met:
- Wat is een metaal- en zoutrooster
- De eigenschappen van metalen- en zouten verklaren 
- Kijken naar wat een legering is

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kristalroosters
Kristalrooster
Hoe zijn de moleculen, atomen of ionen bij een stof gestapeld
Metaal                                 Moleculaire stof                              Zout

Slide 4 - Tekstslide

Welke stof heeft het hoogste smeltpunt?


185 graden

801 graden

1538 graden
3422 graden

Slide 5 - Sleepvraag

Sterke bindingen

Zwakke bindingen

Slide 6 - Sleepvraag

Metaalrooster
Positief ion

Gedelocaliseerde elektronen

Metaalbinding

Slide 7 - Tekstslide

Ionrooster
Positieve- en negatieve ionen


Ionbinding

Slide 8 - Tekstslide

Geleiding
Voorwaarden voor geleiding
1. Geladen deeltjes
2. Deeltjes zijn verplaatsbaar
Metaal                                                    Zout

Slide 9 - Tekstslide

Buigbare materialen

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Tekstslide

Legeringen
Legering = Metaal met andere atomen

Zuiver koper                     Brons                               Messing
                       skjd                90% Cu en 10% Sn     70% Cu en 30% Zn

Slide 12 - Tekstslide

Ijzer                Staal: 11% Cr, 1.2% C     Gietijzer: 2,5-6,7% C

Slide 13 - Tekstslide

Rooster van een legering
Roosterfout


Harder materiaal

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt benoemen uit welke soort deeltjes de drie soorten stoffen zijn opgebouwd (opg. 10, 12,
zie par 3.3).
• Je kunt minstens drie verschillen in eigenschappen tussen de drie soorten stoffen opnoemen
(opg. 14, 16).
• Je kunt de verschillen in eigenschappen verklaren aan de hand van de bouw van de stoffen (opg.
Zie ook par 3.3).
• Je kunt op microniveau uitleggen waarom een legering minder buigzaam is dan een zuiver metaal
(opg. 15).

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 3.1+3.2:
Kies de opdrachten uit waar je het meest van leert!

Slide 16 - Tekstslide