WK 7 voca appr 2 werkwoorden op -er uitleg appr 3 un 3 -lire

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 1

Bienvenue, op je vaste plek zitten svp....

aujourd'hui

- les absents

-  voca appr 2

- grammaire 

lesdoel: ik weet hoe ik de Franse regelmatige werkwoorden  gebruik in een zin

-lezen zelfstandig

les absents

Tu habites où? J'habite à Meppel/Rouveen etc.

Tu as des frères ou des soeurs? J'ai 1 soeur / J'ai 2 frères. etc. 

Ton frère/ta soeur a quel âge? Il a .... ans / Elle a ...... ans

C'est quel jour aujourd'hui? C'est mardi, mercredi, jeudi etc.

les différences: collège français et néerlandais

manger à la cantine....

la durée du jour: 8.00-17.00

voca appr 2 lire un 3 classe 1v

3 minuten in stilte voca herhalen, zie learnbeat appr 2

Log in met je eigen voornaam

Wat betekent "fermer"?

1. geven
2. zoeken
3. sluiten
4. beginnen

On commence.
Wat betekent dit?

1. We gaan afsluiten.
2. We gaan beginnen.
3. We gaan uitleggen.

Qu'est-ce que c'est? Geef ook het lidwoord.

Vertaal: uitleggen

Stel: je hebt in Frankrijk het cijfer 14 gehaald. Wat heb je dan in NL gehaald? Vul een cijfer in.

dernière question...

Vertaal: een woord

lesdoel: ik weet hoe ik de Franse regelmatige werkwoorden gebruik in een zin

onregelmatig - regelmatig

faire des notes

pak je aantekeningen schrift OF

open je document "aantekeningen Frans" 

Regelmatige ww op -er

De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER. 

Bijvoorbeeld:

• danser
• travailler
• donner

Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er. 

stap 1 : maak de stam

De stam van het werkwoord maak je door -ER van het hele werkwoord af te halen. Later plak je hier de uitgangen achter...

Bijvoorbeeld:

parler --> parl

danser --> dans

je (ik)	+ e
tu (jij)	+ es
il (hij)	+ e
elle (zij)	+ e
on (men/we)	+ e
nous (wij)	+ ons
vous (jullie/u)	+ ez
ils (zij, mnl)	+ ent
elles (zij, vrl)	+ ent

UITGANGEN

van de 

werkwoorden

op

-ER

samenvatting

uitlegfilmpje learnbeat

Wat is de stam van parler?

Wat is de stam van habiter?

Sleep de uitgangen naar de juiste plek!

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

E

ES

E

ONS

EZ

ENT

donner - tu ...

1. donner
2. donne
3. donnes
4. donnons

demander - nous ...

1. demandez
2. demandent
3. demandons
4. demande

danser - elle ...

1. dansons
2. danses
3. danse
4. dansez

danser - Marc et Julie

1. dansons
2. dansent
3. danse
4. dansez

laatste vraag....

parler - vous ...

1. parlez
2. parlons
3. parlent
4. parle

zelfstandig werken

Maak de opdrachten die klaarstaan in Learnbeat, let op de volgorde! Eerst grammatica, dan lezen.

Klaar? Ga oefenen met de werkwoorden in spelvorm:)

Samenwerken? Prima, maar wel zachtjes fluisteren

Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.

😒🙁😐🙂😃

les devoirs

schrijf je huiswerk in je agenda, zie learnbeat week 10

le petit nicolas