le lundi 22 novembre

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

Programme
* ken je voca 3?
* leçon 3 af?
* uitleg onregelmatige ww futur
* uitleg connaître & croire
* maken leçon 4 oef 41 en 43 
* werken aan taak


Slide 2 - Tekstslide

arm

Slide 3 - Open vraag

tandis que

Slide 4 - Open vraag

het doel

Slide 5 - Open vraag

fidèle à

Slide 6 - Open vraag

zich vergissen in

Slide 7 - Open vraag

un héritage

Slide 8 - Open vraag

Futur = toekomende tijd (1)
HERHALING: De regels voor regelmatige ww:
1) STAM = hele ww
2) Uitgangen: zie présent 'avoir': -ai/-as/-a/-ons/-ez/-ont
Bijv. je donnerai (ik zal geven), tu choisiras (jij zal kiezen).

Let op! Voor de onregelmatige ww moet je de stam van de futur uit je hoofd leren!

Slide 9 - Tekstslide

Futur = toekomende tijd (2)
Hele onregelmatige ww:                 stam futur:
- AVOIR (hebben)                                 aur-
- ÊTRE (zijn)                                            ser-
- ALLER (gaan)                                       ir-
- FAIRE (doen/maken)                        fer-
- VOULOIR (willen)                                voudr-
- POUVOIR (kunnen/mogen)            pourr-
Zie TB p. 37 voor de andere ww die je moet kennen.


Leer de stam van elk onregelmatig ww uit je hoofd!

Slide 10 - Tekstslide

Wat is dus het verschil tussen een regelmatige ww en een onregelmatige ww in de futur?

Slide 11 - Woordweb

Vul de juiste vorm van het ww in:
tu (avoir, futur)
A
aurai
B
auras
C
irai
D
iras

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
nous (aller, futur)
A
aurons
B
auront
C
irons
D
iront

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
Max (pouvoir, futur)
A
pourrai
B
pourras
C
pourra
D
pourront

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het ww in:
Vous (être, futur)
A
serez
B
ferez
C
verrez
D
irez

Slide 15 - Quizvraag

2 nieuwe onregelmatige ww!
- connaître (kennen) - croire (geloven)
Leer de vormen van t.t en v.t.t uit je hoofd. Zie TB p. 37.
 futur      - CONNAîTRE (kennen) connaîtr- 
- CROIRE (geloven) croir-

Slide 16 - Tekstslide

Zet in de goede vorm:
elle (connaître, présent)

Slide 17 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
ils (connaître, passé composé)

Slide 18 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
vous (croire, passé composé)

Slide 19 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
le prof (croire, futur)

Slide 20 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
nous (croire, présent)

Slide 21 - Open vraag

Zet in de goede vorm:
je/j' (connaître, passé composé)

Slide 22 - Open vraag

Maintenant
Maken leçon 4 in je wb 41 en 43
Oefenen met verbuga en grammaticatrainer
Werken aan taak

Slide 23 - Tekstslide

Les devoirs
- Doornemen futur onregelmatige ww en croire/connaître
- Afmaken leçon 4 oef 41 en 43


Slide 24 - Tekstslide