4VMBO - Meervouden en samenstellingen

AFSPRAKEN
  • Wanneer een ander aan het woord is, ben ik stil;
  • Mijn telefoon laat ik met rust en heb ik in mijn broekzak of tas, tenzij de docent mij toestemming heeft gegeven om deze erbij te pakken;
  • Oordopjes heb ik te allen tijde uit mijn oren, tenzij de docent mij toestemming heeft gegeven om deze in te doe;
  • Wanneer ik iets wil zeggen of vragen, steek ik mijn hand op.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

AFSPRAKEN
  • Wanneer een ander aan het woord is, ben ik stil;
  • Mijn telefoon laat ik met rust en heb ik in mijn broekzak of tas, tenzij de docent mij toestemming heeft gegeven om deze erbij te pakken;
  • Oordopjes heb ik te allen tijde uit mijn oren, tenzij de docent mij toestemming heeft gegeven om deze in te doe;
  • Wanneer ik iets wil zeggen of vragen, steek ik mijn hand op.

Slide 1 - Tekstslide

AAN HET EINDE VAN DE LES...
  • weet ik hoe ik meervouden die eindigen op -en correct spel;
theedoek - ?

  • weet ik hoe ik meervouden die eindigen op een -s/-'s correct spel;
skateboard - ? / opa - ?

  • weet ik hoe ik samenstellingen met een tussenletter -s of -(e)n correct spel.
Koning + dag - reus + plan - spin + poot
WAT GAAN WE DOEN?
  • Afspraken bespreken (10 min);
  • Doelen van deze les (5 min);
  • Uitleg en kennis testen (10 min);
  • Zelfstandig werken (10 min) en nakijken (5 min);
  • Bespreken wat er wel/niet goed ging (5 min).


Slide 2 - Tekstslide

HOE MAAK IK EEN MEERVOUD DAT OP -EREN MOET EINDIGEN?
Vaak bij woorden met het lidwoord 'het':
  • (het) kind - kinderen
  • (het) volk - volkeren
  • (het) kalf - kalveren
  • (het) lied - liederen

Slide 3 - Tekstslide

HOE MAAK IK EEN MEERVOUD DAT OP -EN MOET EINDIGEN?
  • Vaak hoef ik er alleen maar een –en achter het woord te plakken:
schoen - ?
  • Soms moet ik tegelijk de laatste letter van het enkelvoud verdubbelen wanneer ik het woord wil vermeervoudigen. Hierbij moet ik rekening houden met de uitspraak:
salaris - ?
  • Soms moet ik tegelijk de klinkers a, e, o of u vereenvoudigen:
brood - ?
  • Soms moet ik tegelijk een –f veranderen in een –v-:
neef – ?
  • Soms moet ik tegelijk een –s veranderen in een –z-:
framboos – ?

Slide 4 - Tekstslide

HOE MAAK IK EEN MEERVOUD DAT OP -EN MOET EINDIGEN?
  • Sommige woorden die eindigen op -ee, krijgen in het meervoud -en erbij.
moskee - ?
trofee - ?
slee - ?
  • Bij woorden die eindigen op -ie maken we onderscheid tussen de beklemtoonde -ie
melodie - ?
bacterie - ?
olie - ?
kolonie - ?

Slide 5 - Tekstslide

HOE MAAK IK EEN MEERVOUD DAT OP EEN -S MOET EINDIGEN?
  • Plaats je direct achter het zelfstandig naamwoord
kok - koks
  • Ook achter woorden die eindigen op een 
-e: lentes
-é: introducés, comités, procedés
-ee: chimpansees, tournees
-er: dokters, dossiers
-ie: correcties, promoties
-eau: bureaus, niveaus
-ey: trolleys
-ay: displays, sprays
-ieu: milieus
-ui: etuis

Slide 6 - Tekstslide

HOE MAAK IK EEN MEERVOUD DAT OP EEN -S/-'S MOET EINDIGEN?
  • Vaak hoef ik alleen maar een s achter het woord te plakken:
serie - ?
  • Soms moet ik een apostrof () voor de –s schrijven vanwege de uitspraak. Dat doe ik bij woorden die eindigen op de klinkers a, o, u, i of y:
oma - ?
baby - ?
  • Bij afkortingen maak ik het meervoud ook met een apostrof –'s:
dvd - ?

Slide 7 - Tekstslide

Waar zit het verschil bij de samenstellingen 'spinnenpoot' en 'spinnewiel'?

Slide 8 - Woordweb

spin + poot
spin + wiel

Slide 9 - Tekstslide

Hoe schrijf ik de samenstelling 'station + chef'?

Slide 10 - Open vraag

HOE SCHRIJF IK EEN SAMENSTELLING MET EEN TUSSENLETTER -S?
Vaak kun je op je gehoor afgaan, maar bij 'station(s)chef' is het niet te horen of er 1 of 2 s'en geschreven moet worden. Wat doe je dan?

  1. Maak een samentrekking. Als je twijfelt over 'station(s)chef', kun je checken welke samentrekking voor jou het best klinkt: 'stations- en bedrijfschef' of 'station- en bedrijfchef'.
  2. Of vervang het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint: in 'stationshal' is een tussen-s duidelijk te horen, pleit dan ook voor 'stationschef'

Slide 11 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Maken: 
  • opdracht 1 en 2 van paragraaf 6.7 op bladzijde 214;
  • opdracht 14 tot en met 22 van het werkblad.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

Wat ging er wel/niet goed?

Slide 13 - Woordweb