Je kunt de bouw en functie van bladeren en het belang hiervan voor de fotosynthese beschrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Doorsnede blad
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
3 soorten weefsels
Opperhuid met huidmondjes
Weefsel met bladgroenkorrels
Vaatbundels ( nerven)
Slide 7 - Tekstslide
Fotosynthese
Slide 8 - Tekstslide
Fotosynthese
Weefsel met bladgroenkorrels: hier vindt de fotosynthese plaats
Vaatbundels/nerven: brengen water (met opgeloste stoffen)naar de bladeren
Huidmondjes: nemen koolstofdioxide op uit de lucht
Slide 9 - Tekstslide
Stevigheid van bladeren
Slide 10 - Tekstslide
Stevigheid van bladeren
Huidmondjes Huidmondjes bestaan uit sluitcellen met bladgroenkorrels
Via de huidmondjes verliest een plant water (verdamping)
Sluitcellen veranderen van vorm wanneer de stevigheid afneemt, hierdoor sluiten de huidmondjes
Slide 11 - Tekstslide
Huidmondjes
Huidmondjes bestaan uit sluitcellen met bladgroenkorrels
Via de huidmondjes verliest een plant water (verdamping)
Sluitcellen veranderen van vorm wanneer de stevigheid afneemt, hierdoor sluiten de huidmondjes
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Basisstof 2 Wortels en stengels
Slide 14 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt in afbeeldingen vaatbundels, houtvaten en bastvaten benoemen en je kunt de functie van deze delen beschrijven.
Je kunt beschrijven hoe planten stevigheid verkrijgen.
Je kunt beschrijven hoe opname en transport van water en mineralen bij planten plaatsvinden en je kunt het belang hiervan voor de fotosynthese beschrijven.
Slide 15 - Tekstslide
Functie wortels
Wortels:
Bevestiging in de grond
Water met voedingsstoffen (mineralen) opnemen
Opslag reservevoedsel
Slide 16 - Tekstslide
Functie stengels
Dragen van bladeren en bloemen
Transport van water en voedingsstoffen (mineralen)
Opslag reservevoedsel
Slide 17 - Tekstslide
Vaatbundels
Zorgen voor transport in (zaad)planten
Een groepje vaten; lange buisjes die van de wortels tot aan de bladeren lopen
2 soorten vaten:
Houtvaten
bastvaten
Slide 18 - Tekstslide
Houtvaten
Vervoeren water met mineralen van de wortel naar de bladeren
In bladeren liggen de houtvaten boven en de bastvaten onder
In bladeren liggen de houtvaten boven.
In de stengel liggen ze aan de binnenkant
Om de vaatbundels liggen vezels voor stevigheid
Slide 19 - Tekstslide
Bastvaten
Vervoeren water met energierijke stoffen van de bladeren naar alle delen van de plant
In bladeren liggen de bastvaten aan de binnenkant
In de stengel liggen ze aan de buitenkantkant
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Ligging vaatbundels
Slide 22 - Tekstslide
Bouw van houtvaten en vezels
Houtvaten:
Dode houtcellen boven elkaar
De verticale celwanden zijn verdikt(cellulose en houtstof)
De dwarswanden zijn verdwenen
Vezels : zijn hetzelfde opgebouwd als houtvaten alleen de wand is nog dikker!!!
Slide 23 - Tekstslide
Bastvaten
Levende cellen boven elkaar
Openingen in de dwarswanden (om stoffen door te laten)
Slide 24 - Tekstslide
Lengtedoorsnede Houtvaten en Bastvaten
Slide 25 - Tekstslide
Cellullose
Houtcellen en vezels zijn stevig dankzij de celwanden
Celwanden bestaan uit houtsof en cellulose
Houtstof en cellulose zorgen voor stevigheid
Houtstof en vezels zijn niet afhankelijk van water.
Bij uitdroging blijven delen van houststof en vezels toch stevig.
Slide 26 - Tekstslide
Transport water en mineralen
Het water van kan van beneden naar boven door 2 oorzaken:
Zuigkracht door verdamping in de bladeren
Worteldruk; de wortels persen het water omhoog
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Basisstof 3 Fotosynthese en verbranding
Slide 29 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt stoffen indelen in organische en anorganische stoffen.
Je kunt de processen van fotosynthese en verbanding omschrijven in organismen.
Slide 30 - Tekstslide
Organisch en anorganisch stoffen
Zijn stoffen waaruit levende en dode organismen zijn opgebouwd. Organische stoffen zijn rijk aan energie.
Koolhydraten
eiwitten
vetten
Anorganische stoffen komen uit organismen en levenloze natuur. Anorganische stoffen bevatten weinig energie
Water ijzer
Koolstofdioxide
Zuurstof
ijzer nodig voor hemoglobine
Slide 31 - Tekstslide
stofwisseling
Alle processen in een organisme waarbij stoffen worden omgezet in andere stoffen
Slide 32 - Tekstslide
Fotosynthese
Fotosynthese vindt alleen overdag plaats!!
Wordt veel zuurstof en glucose gemaakt
Slide 33 - Tekstslide
Verbranding
verbranding vindt plaats in de cellen van organismen
verbranding vindt dag en nacht plaats
Wordt gelucose gebruikt
wordt Koolstofdoxide gevormd
Energie is nodig voor:
Groei
Voortplanting
Beweging
Warm blijven
Slide 34 - Tekstslide
fotosynthese en verbranding
Slide 35 - Tekstslide
Reactie
Koolstofdioxide + Water +Lichtenenergie--> Glucose + zuurstof
Glucose + zuurstof---> Koolstofdioxide + Water + Energie
Slide 36 - Tekstslide
Basistof 4 glucose als grondstof
Slide 37 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kunt de assimilatie bij planten beschrijven.
Slide 38 - Tekstslide
Glucose
Planten nemen alleen anorganische stoffen op (water, mineralen en koolstofdioxide).
Bij fotosynthese worden anorganische stoffen omgezet in een organische stof Glucose
Slide 39 - Tekstslide
Assimilatie
Planten kunnen glucose weer omzetten in andere stoffen
Slide 40 - Tekstslide
Slide 41 - Tekstslide
Assimilatie en energie
Van glucose maakt een plant weer andere energierijke, organische stoffen. (koolhydraten, vetten en eiwitten)
Bouwstoffen
Brandstoffen
reservestoffen
Slide 42 - Tekstslide
Huiswerk
Lezen bs 1, 2, en 3 en maken opdrachten van bs 1,2 en 3 in je werkboek
Slide 43 - Tekstslide
Voortplanting
Slide 44 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven hoe ongeslachtelijke en geslachtelijke voortplanting plaatsvindt en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven
Je kunt de delen van een bloem noemen met hun kenmerken en functies en je kunt omschrijven wat eenslachtige en tweeslachtige bloemen zijn.