H4 Thema 5 basisstof 5+6

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Tekstslide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Mededelingen:
- afwezigheid na voorjaarsvakantie: ik zet in de classroom + magister opdrachten klaar

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we deze les doen?
  • Thema 5: Regeling
  • Herhaling BS 1 -4
  • Basisstof 5: Neurale regulatie
  • Basisstof 6: Spieren en beweging

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen over huiswerk?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelkring
Regelkring zorgt voor homeostase 
= in stand houden dynamisch evenwicht


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homeostase heeft communicatie nodig
Signaalmolecuul
Receptor
doelwitcel
Homeostase heeft communicatie nodig
Hormonen (BS2) -> via bloed -> lang effect
Neurotransmitters (BS3) -> via zenuwen-> snel en kort effect
doelwitcel
Signaalmolecuul

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Insuline
Glucagon
Glucose
Glycogeen

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Animaal zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Centrale zenuwstelsel
Grote hersenen
Hersenstam
Kleine hersenen 
Ruggenmerg

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peristaltische bewegingen van je darmen worden aangestuurd door het
A
Animaal zenuwstelsel
B
Autonoom zenuwstelsel
C
Beide

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedeelte van het zenuwstelsel stuurt deze bewegingen aan?
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verwijden/vernauwen van je bloedvaten wordt aangestuurd door het
A
Animale zenuwstelsel
B
Autonome zenuwstelsel
C
Beide

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indeling op functie
Zenuwstelsel
Animaal
Autonoom (vegetatief)
Staat niet onder invloed van wil
Orthosympatisch
energie
Parasympatisch
rust & herstel
Zenuwstelsel: Indeling op functie
BINAS 88B

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bewegings-
zenuwcel
Schakelcel
Gevoels-
zenuwcel

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk type zenuwcel heeft korte dendrieten en een lang axon?
A
Schakelcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Bewegingszenuwcel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor soort zenuwcel is nr. 2?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dendriet
Cellichaam
Kern
Axon
Myelineschede
Synaps

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende zenuwcellen
Gevoelszenuw (sensorisch):  
1 lange dendriet & 1 kort axon 
 
Bewegingszenuw (motorisch):
meer dendrieten & 1 axon naar effector

Schakelcel
veel verbindingen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Route van impulsen door zenuwen:
Dendriet
Axon
Sensor
Effector
Conductoren

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenmerg
Hersenstam
Hersenen
Grote hersenen
Kleine hersenen
perifere zenuwstelsel

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

hersenschors
hersenstam
kleine hersenen

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 5: Basisstof 5 & 6
Hoe werken je spieren?
En wat hebben je zenuwen daar mee te maken?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt
  • Beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt
  • de bouw en werking van spieren beschrijven.
  • De effecten van training en dopinggebruik uitleggen
  • de uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 5: Basisstof 5 & 6
Hoe werken je spieren?
En wat hebben je zenuwen daar mee te maken?

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulsgeleiding in een zenuwcel

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulssterkte en frequentie
Alles of niets principe
  • zwakke prikkel onder de drempelwaarde  ==>  NIETS
  • sterke prikkel ==> drempelwaarde bereikt ==> IMPULS

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Impulssterkte en -frequentie
Impulssterkte: de grootte van de verandering in elektrische 
lading van het celmembraan 
Is voor alle zenuwcellen gelijk

Impulsfrequentie: aantal impulsen per tijdseenheid
Variëert afhankelijk van de sterkte van de prikkel. 


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Link

Hoe werkt actiepotentiaal
Thema 5: Basisstof 5 & 6
Hoe werken je spieren?
En wat hebben je zenuwen daar mee te maken?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 type spierweefsels
Skeletspieren
- dwarsgestreept spierweefsel 
- bestaat uit spiervezels (versmelting spiercellen)
aan botten vast
- aangestuurd door animale zenuwstelsel
Hartspieren
- dwarsgestreept spierweefsel 
- in hart

Glad spierweefsel
- glad spierweefsel 
- bestaat uit losse spiercellen
- in huid en wand van holle organen
- aangestuurd door autonome zenuwstelsel
BINAS 90C

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw skeletspieren
  • Spierbundel met daaromheen spierschede
  • Spierbundels opgebouwd uit spiervezels
  • Spiervezels opgebouwd uit spierfibrillen
  • Spierfibrillen opgebouwd uit filamenten (myosine & actine)
  • Tussen spierfibrillen mitochondriën en glycogeen
BINAS 90C

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samentrekken van spieren
  • impulsen komen aan in motorisch eindplaatje
  • actine en myosine eenheden schuiven in elkaar
  • energie wordt verkregen door verbranding glucose

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Link

muscle contraction

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Beschrijven hoe impulsgeleiding plaatsvindt
  • Beschrijven hoe impulsoverdracht plaatsvindt
  • de bouw en werking van spieren beschrijven.
  • De effecten van training en dopinggebruik uitleggen
  • de uitvoering van een onderzoek en de conclusies evalueren.


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor dinsdag 14 feb
Thema 5 BS5 en BS6
Check de studiewijzer om te zien welke opdrachten je over kunt slaan

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies