Een schilderij in 11 woorden

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Instructies

test nog een keer

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vertel: Ik laat jullie een schilderij zien dat Vincent van Gogh maakte toen hij in het zuiden van Frankrijk woonde, in het stadje Arles. Kijk er eens goed naar en probeer zoveel mogelijk te onthouden van wat je ziet. Tel vervolgens langzaam af van 10 tot 1 en ga dan naar de volgende slide. Het Gele Huis (De straat), 1888
Het Gele Huis

Slide 2 - Woordweb

Vraag de leerlingen daarna zoveel mogelijk objecten en kleuren te benoemen die ze op het schilderij hebben gezien. De mogelijkheden kunnen op het bord worden geschreven door het potlood in het menu aan te klikken.

Slide 3 - Tekstslide

Laat kort de objecten of kleuren benoemen die niet in het woordweb stonden.




Zomerdag
geel huis
onder blauwe lucht
stoomtrein over een brug
Arles

Slide 4 - Tekstslide

Lees daarna het gedicht voor. Stel vragen als: - Wie weet welke dichtvorm dit is? > Elfje - Zitten er regels in over dingen die al in het woordweb genoemd zijn? - Wie kan het rijmschema benoemen? > 1-2-3-4-1

Slide 5 - Tekstslide

Leg aan de hand van het schema op het bord het rijmschema '1 woord - 2 woorden - 3 woorden - 4 woorden - 1 woord' uit.

Slide 6 - Tekstslide

Vertel dat je bij het kijken naar het schilderij natuurlijk ook andere dingen kunt benoemen.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag de leerlingen te bedenken wat er ook op de tweede regel van het gedicht zou kunnen staan. Laat daarna de afbeelding van het schilderij nog even kort zien.

Slide 8 - Tekstslide

Het Gele Huis (De straat), 1888

Slide 9 - Tekstslide

Vraag een aantal leerlingen wat zij op de tweede regel van het gedicht zouden invullen. De mogelijkheden kunnen in de lege vakjes worden geschreven door het potlood in het menu aan te klikken.

Slide 10 - Tekstslide

Vertel dat de leerlingen een vel papier krijgen, of een werkblad met het woordschema van het Elfje. Daarop gaan ze zelf één of meerdere Elfjes schrijven. Laat het papier of de werkbladen vervolgens uitdelen.

Slide 11 - Tekstslide

Vertel in de tussentijd dat er kan worden gekozen uit een aantal van Vincents schilderijen. Toon daarna de individuele werken. Bij ieder werk staat in de bijbehorende notities een voorbeeld van een Elfje, dat naar eigen inzicht kan worden ingezet.

Slide 12 - Tekstslide

Aardappels grote schaal handen met vorken een vrouw schenkt koffie Raar (De aardappeleters, 1885)

Slide 13 - Tekstslide

Zelfportret donkere ogen volle oranje baard gezicht met duizend kleuren Vincent (Zelfportret als schilder, 1887 - 1888)

Slide 14 - Tekstslide

Slaapkamer twee stoelen groot geel bed raam op een kier Rust (De slaapkamer, 1888)

Slide 15 - Tekstslide

Stilleven zestien bloemen geel en groen bruine harten dorre blaadjes Vaas (Zonnebloemen, 1889)

Slide 16 - Tekstslide

Donderwolken donkere lucht duizend zwarte kraaien boven ruisend geel koren Storm (Korenveld met kraaien, 1890)

Slide 17 - Tekstslide

Het Gele Huis (De straat), 1888
Aan het werk

Slide 18 - Tekstslide

Spreek met de leerlingen de tijd af die ze voor het schrijven van een Elfje kunnen gebruiken: ca. 5 minuten.

Slide 19 - Tekstslide

Laat tijdens het schrijven deze slide als geheugensteun op het digibord staan.





























































































Wie wil er voorlezen?

Slide 20 - Tekstslide

Vraag ter afronding van de les een aantal leerlingen hun Elfjes voor te lezen. Toon tijdens het voorlezen het bijbehorende schilderij op het digibord, of laat de andere leerlingen raden over welk schilderij het Elfje gaat.