V5 NN AV h1 p1 p. 153 tm 158

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Lesdoelen

je kunt:

• verschillende soorten standpunten onderscheiden
• een standpunt onderscheiden van een argument
• onderscheid maken tussenfeitelijke en waarderende argumenten

Standpunten

Stelling: bewering over een onderwerp 

Standpunt: je mening over iets

Positief 

Negatief

Twijfel

De lessen van die nieuwe docent worden vast leuk.

De lessen van die nieuwe docent worden natuurlijk helemaal niks. 

Ik moet nog maar zien hoe de lessen van die nieuwe docent zullen zijn.

Argumenten

Argument: ondersteunt het standpunt

Feitelijk

Waarderend

Ik heb gekozen voor 't Rijks, want die school is het dichtst bij mijn huis.

Hoef je niet verder te ondersteunen.

Ik heb gekozen voor 't Rijks, want die school leek mij het leukst.

Zul je verder moeten ondersteunen.

Wetgeving die ertoe leidt dat voorbeeldig geïntegreerde migranten tot ongenoegen van een groot
deel van de bevolking worden uitgewezen, ondermijnt het respect voor de wet. Natuurlijk kan de
rechtsstaat niet in alle particuliere wensen voorzien. Maar als een strikte toepassing van de wet leidt
tot een procedure die zelfs het geweten van de betrokken minister belast, is de wet volgens mij toe
aan revisie.

Wat is hier het standpunt?

'De wet is toe aan revisie' is een

1. Positief standpunt
2. Negatief standpunt
3. Standpunt van twijfel

We kunnen beter een ander restaurant uitzoeken, want ik ben al twee keer ziek geworden van het eten daar.

1. Feiten
2. Vermoedens
3. Geloof of overtuiging
4. Nut

Ook al ben je nog zo’n goede voetballer en verdien ze nog zoveel, belasting betalen behoort iedereen te doen.

1. Feiten
2. Onderzoek of wetenschap
3. Normen en waarden
4. Gezag of autoriteit

Zorg ervoor dat je plastic niet in de natuur achterlaat. Dieren zijn niet altijd in staat plastic van voedsel te onderscheiden. Zo voorkom je onnodig dierenleed.

1. Feiten
2. Normen en waarden
3. Vermoedens
4. Nut