In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Reductiedeling
Gewone celdeling vs reductiedeling
Slide 1 - Tekstslide
Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu
Slide 2 - Quizvraag
Uiterlijke kenmerken heet het:
A
fenotype
B
genotype
C
kan fenotype en genotype zijn
D
je erfelijke eigenschappen
Slide 3 - Quizvraag
Deze les
- Leer je (opnieuw) wat reductiedeling is
Slide 4 - Tekstslide
Vorming geslachtscellen
Thema 4 B2
Slide 5 - Tekstslide
Mitose, gewone celdeling
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
Aantal chromosomen
Elk soort organisme heeft in de kern van een lichaamscel een even aantal chromosomen.
Chromosomen komen altijd in paren voor.
Zegt het aantal chromosomen iets over de intelligentie van een organisme?
Slide 8 - Tekstslide
Bij gewone celdeling ontstaan:
A
Lichaamscellen
B
Geslachtscellen
Slide 9 - Quizvraag
gewone celdeling heet ook wel:
A
mitose
B
meiose
Slide 10 - Quizvraag
Door welke celdeling is de eicel ontstaan?
A
Mitose
B
Meiose
C
Reductiedeling
D
Gewone celdeling
Slide 11 - Quizvraag
Een ander woord voor reductiedeling
A
Mitose
B
Meiose
Slide 12 - Quizvraag
Verandert het aantal chromosomen door gewone celdeling?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Wat weet jij over een afwijkend aantal chromosomen bij de mens?
Slide 14 - Open vraag
Bij katten bevatten de zaadcellen 19 chromosomen. Hoeveel chromosomen bevatten de eicellen van katten?
A
19 chromosomen
B
9,5 chromosomen
C
38 chromosomen
D
190 chromosomen
Slide 15 - Quizvraag
Bevruchte eicel bevat 23 chromosomen paren:
Ontstaan door 23 chromosomen van vader en 23 chromosomen van moeder. Chromosomen aantal: 46.
3
23 chromosomen van vader
1
23 chromosomen van moeder
2
23
23
46
Miljoenen nieuwe lichaamscellen ontstaan. Dat gebeurt door deling van de moedercel. Elke nieuwe cel (dochtercel) bevat 46 chromosomen met precies dezelfde informatie. Het genotype van elke dochtercel is hetzelfde, de informatie over de erfelijke eigenschappen is gelijk.
4
Een nieuw organisme
Slide 16 - Tekstslide
Bevat een bevruchte eicel 23 chromosomen?
A
Nee
B
Ja
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel zaadcellen en hoeveel eicellen zijn er nodig voor het ontstaan van nieuw leven?