Bewegingsonderwijs les 1 Bewegingsonderwijs op de basisschool

Bewegingsonderwijs 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Bewegingsonderwijs 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je aan het einde van deze les?
  1. Wat bewegingsonderwijs in het basisonderwijs inhoud.
  2. Wat het doel is van bewegingsonderwijs.
  3. Wat jouw rol is als onderwijsassistent.

Slide 2 - Tekstslide

Bewegingsonderwijs
Bewegingsonderwijs mag alleen door een bevoegde leerkracht gegeven worden.
Je leert de leerlingen zelfstandig en gezamenlijk een bewegingsactiviteit op gang te brengen en houden.

Hoe is het bewegingsonderwijs bij jullie op stage geregeld?

Slide 3 - Tekstslide

Wie geeft op jullie stage bewegingsonderwijs?
De eigen leerkracht
Docent bewegings-onderwijs
Sportcoach
Anders

Slide 4 - Poll

Sport 

- lichamelijke of geestelijke 
activiteit
- prestatie
- vast gestelde regels




Spel

- plezier en ontspanning staan centraal.
- meestal gelden er bepaalde regels

Slide 5 - Tekstslide

12 inhoudslijnen van
het bewegingsonderwijs?

Slide 6 - Woordweb

spelvormen
bewegen op muziek
bewegingsvormen

Slide 7 - Tekstslide

Doel van bewegingsonderwijs?

  • Beter leren bewegen
  • Fysieke ontwikkeling
  • Sociaal-emotionele ontwikkeling
  • Actieve leefstijl 

Slide 8 - Tekstslide

Bewegend leren

  • Tussen twee lessen door
  • leerstof inoefenen en verwerken
  • energizers / just dance 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Begeleiden bij bewegingsonderwijs

Slide 11 - Tekstslide

Wat zijn jouw taken op je stage met betrekking tot bewegingsonderwijs?

Slide 12 - Open vraag

Taken die passend zijn voor jou als onderwijsassistent:
1. Onder toezicht van een bevoegd leerkracht helpen /begeleiden bij de gymles.
2. Fysieke en sociale veiligheid bewaken.
2. Buiten de gymlessen mag je zelfstandig sport en spel activiteiten uitvoeren. (bv sportdag)
3. Toezicht houden op het schoolplein.
4. Spel stimuleren . (positief coachen)

Slide 13 - Tekstslide

Hoe stimuleer je
leerlingen
om mee te doen?

Slide 14 - Woordweb

Stimuleren
- Enthousiast uitleggen, voordoen en meedoen
- Inspelen op passies en talenten.

Slide 15 - Tekstslide

Observeren 
Belangrijk tijdens het observeren: hoe beweegt de leerling, hoe gaan ze met elkaar om, durven en kunnen ze, zelfvertrouwen, houden ze rekening met elkaar en hoe gaan ze om met de regels. Maar ook om het niveau van een leerling te bepalen. (zorgniveau en niveau 1,2 en 3

Observeren is lastig als je een spel begeleid, scheidsrechter bent of meespeelt. Zorg altijd voor een goede opstelling zodat je zo goed mogelijk alles kan overzien. 

Slide 16 - Tekstslide

Begeleiden
1 Begeleiden van groepjes (er wordt vaak gewerkt met 3 vakken)
2. Je helpt leerlingen te groeien in hun vaardigheid en zelfstandigheid.

Slide 17 - Tekstslide

Bewegingsniveaus
Niveau zorg: kan  niet deelnemen aan de activiteit of alleen met heel veel hulp.
Niveau 1: lukt meestal maar gaat nog niet goed.
Niveau 2: lukt met behoorlijke stabiliteit.
Niveau 3: Activiteit lukt makkelijk.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht leskaart Bewegingsonderwijs
In één overzicht zie je door duidelijke foto's en aanwijzingen snel wat de bedoeling is:
1. Welke materialen er nodig zijn.
2. Wat ze gaan doen.
3. Wat de regels zijn.
4. Wat het niveau is.
5. Wat het spelbegin en speleinde is. 

Slide 19 - Tekstslide

Bewegingsvormen

Slide 20 - Tekstslide

Welke bewegingsvormen
weet je nog? Denk aan de 12 inhoudslijnen uit de vorige les.
Die waren verdeeld onder
spelvormen,
bewegingsvormen en bewegen op muziek.

Slide 21 - Woordweb

spelvormen
bewegen op muziek
bewegingsvormen

Slide 22 - Tekstslide

Balanceren

Slide 23 - Tekstslide

Klimmen

Slide 24 - Tekstslide

Springen

Slide 25 - Tekstslide

Zwaaien

Slide 26 - Tekstslide

Over de kop gaan

Slide 27 - Tekstslide

Hardlopen

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht leskaart Bewegingsonderwijs
In één overzicht zie je door duidelijke foto's en aanwijzingen snel wat de bedoeling is:
1. Welke materialen er nodig zijn.
2. Wat ze gaan doen.
3. Wat de regels zijn.
4. Wat het niveau is.
5. Wat het spelbegin en speleinde is. 
(blz 332 theorie boek)

Slide 29 - Tekstslide

spelvormen
bewegen op muziek
bewegingsvormen

Slide 30 - Tekstslide

Verder met spelvormen 

Slide 31 - Tekstslide

Mikken
Gooien of rollen met een voorwerp met de bedoeling een doel te raken.
Jongleren
Iets in de lucht in beweging proberen te houden.

Slide 32 - Tekstslide

Doelspelen
Een partij probeert de bal in bezit te houden of  in het doel van de tegenpartij te krijgen. De andere partij probeert de bal te onderscheppen of tegen te houden.

Wat zijn voorbeelden van doelspelen?

Tikspelen
Het gaat erom dat tikkers de lopers proberen te tikken of af te gooien.


Slide 33 - Tekstslide

Stoeispelen
Het gaat om duwen en trekken aan een tegenspeler om deze uit balans te brengen terwijl de ander dat probeert te voorkomen


Slide 34 - Tekstslide

Activiteit!

Onder welke inhoudslijn valt dit spel?
(mikken, jongleren, doelspelen, tikspelen of stoeispelen) 

Slide 35 - Tekstslide

Opdracht leskaart Bewegingsonderwijs
In één overzicht zie je door duidelijke foto's en aanwijzingen snel wat de bedoeling is:
1. Welke materialen er nodig zijn.
2. Wat ze gaan doen.
3. Wat de regels zijn.
4. Wat het niveau is.
5. Wat het spelbegin en speleinde is. 
(blz 332 theorie boek)

Slide 36 - Tekstslide

Bewegingsonderwijs les 5

Slide 37 - Tekstslide

De twaalf inhoudslijnen zijn verdeeld over 3 gebieden.

Welke 3?

Slide 38 - Tekstslide

spelvormen
bewegen op muziek
bewegingsvormen

Slide 39 - Tekstslide

Dans is het lichaam ritmisch bewegen!


1. Bewegen op het tempo van de muziek.
2. bewegen op fasering in de muziek.
3. een dans uitvoeren op muziek.

Slide 40 - Tekstslide

1. Bewegen op het tempo van de muziek
- Op het juiste moment en in het juiste ritme en tempo bewegen op muziek.
- Ritme is een regelmatige afwisseling en herhaling van de dansbeweging. 
- Tempo is de snelheid van bewegingen.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

2. Bewegen op frasering van de muziek.
- Frasering gaat over de de lengte van de stukjes muziek, korte of lange reeks van dansbewegingen die samen een geheel vormen. 
- Vaak in 8 stukjes van 4 tellen.

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Video

3. Een dans uitvoeren op muziek.
- Hier gaat het om het samen met andere leerlingen uitvoeren van verschillende bewegingspatronen en danspassen op muziek. 
- Motief: een gedeelte van een reeks bv twee opeenvolgende bewegingen of stappen.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Danstermind....
Kraak de dans code....

Slide 47 - Tekstslide