les 7 thema 5 hv1a

Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de les bij teams.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.

Gebruik daar zowel je voor als achternaam.

Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom
Als je dit ziet zit je al (op tijd) in de les bij teams.
Log ook in (ander scherm/tabblad) bij de lessonup les.

Gebruik daar zowel je voor als achternaam.

Dit om achteraf te kunnen controleren of je actief hebt meegedaan met de les en de vragen.
Als ik dan je naam niet zie staan krijg je een afwezigheidsmelding in magister, om dat te voorkomen gebruik je eigen en volledige naam en doe de hele les mee.

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik doelen vorige lesweek.   
Uitleg nieuwe doelen.   
Opdrachten maken.   
Afsluiten; wat heb je deze les geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Welke vragen waren lastig?
B4 en (vwo)B7  Huiswerk gemaakt?  (DENK AAN DE EXTRA PUNT)

Welke vragen waren "lastig"?  We bespreken vraag  3, 9 en B7 vrg 6 even klassikaal.

Problemen met de andere vragen 
Dan help ik je individueel tijdens het maken van de opdrachten.



Slide 3 - Tekstslide

De leerdoelen voor deze week.
-Je kunt uitleggen wat gedrag is.
-Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
-Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.


-Je kunt (met hulp) een ethogram en een protocol maken
.

Vandaag de eerste 3, volgende les de laatste. 


Slide 4 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen wat gedrag is. 
Gedrag is alles wat een mens of dier doet.
Voorbeelden:.....

Slide 5 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen wat gedrag is. 
Gedrag bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen en een doel hebben. 
Bepaalde handelingen volgen elkaar op in een vaste volgorde en het effect van de ene handeling leidt tot een volgende.
Dit noem je een gedragsketen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Een hond kwispelt als hij een andere hond ziet.
A
Wel gedrag
B
Geen gedrag

Slide 8 - Quizvraag

De blaadjes vallen van de boom
A
Wel gedrag
B
Geen gedrag

Slide 9 - Quizvraag

Je kijkt op je telefoon als je een app'je krijgt.
A
Wel gedrag
B
Geen gedrag

Slide 10 - Quizvraag

Is dit gedrag?
DE WEKKER GAAT.
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Slapen is gedrag?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Welke groep vertoont geen gedrag?
A
Mensen
B
Planten
C
Dieren
D
Honden

Slide 13 - Quizvraag

Stilstaan is een voorbeeld van gedrag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

-Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald. 
Gedrag wordt veroorzaakt door prikkels:
  • Geuren
  • Kleuren
  • Emoties
  • Vormen

Reactie daarop -> Respons 

Slide 15 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald. 
Prikkel > verandering in de omgeving, hier reageren dieren en mensen op.

Uitwendige prikkel > iets zien bijv. de hond ziet de voerbak en loopt erop af.
Inwendige prikkel > hij loopt naar de etensbak omdat hij honger heeft.
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. Alle reacties op prikkels vormen het gedrag.
Motivatie is de bereidheid tot het verrichten van een bepaald gedrag. 
(Ga je wel of niet eten als je iets lekkers ziet...wanneer wel/niet?)

Slide 16 - Tekstslide

-Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald. 
Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
Inwendige prikkel -> komt vanuit het lichaam 
  • Honger
  • Sexuele drift
  • Agressie

Uitwendige prikkel -> komt van buiten
  • Geuren
  • Geluiden
  • Smaak
  • Enz.


Slide 17 - Tekstslide

Aangeboren en aangeleerd gedrag
Aangeboren gedrag is gedrag dat een dier of mens niet hoeft te leren, maar al vanaf de geboorte heeft.

Aangeleerd gedrag leer je in de loop van je leven. 

Slide 18 - Tekstslide

Sociaal gedrag
Gedrag wordt bij veel dieren beïnvloed door soortgenoten. 

Gedrag van soortgenoten naar elkaar noem je sociaal gedrag.
Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal.

Slide 19 - Tekstslide

Gedrag van mensen, normen en waarden.
Waarden zijn dingen die mensen belangrijk vinden in het leven. 
Normen zijn de ongeschreven regels over hoe jij je moet gedragen. 

Slide 20 - Tekstslide

0

Slide 21 - Video

Een baby zuigt melk bij de moeder. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 22 - Quizvraag


Peuters drinken hun melk uit een beker
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 23 - Quizvraag

Een hond die op commando een poot geeft. Dit is ...?
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 24 - Quizvraag

Juist of onjuist? Verliefd voor je uitstaren is gedrag dat volgt op een inwendige prikkel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Om gedrag uit te voeren heeft een dier prikkels nodig. Dit kunnen inwendige prikkels zijn of uitwendige. Wat is een INWENDIGE prikkel?
A
Nest maken voor jongen op komst
B
Een muis ziet een kat

Slide 26 - Quizvraag

Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag. 
Observeren: het feitelijke gedrag wat je ziet. (je gaat het dus niet uitleggen en verklaren maar beschrijft heel precies wat je ziet en niet wat je denkt ).

Interpreteren: vertellen wat je denkt dat dit gedrag betekend.

Bij mensen kun je vragen of dat wat je denkt klopt, bij dieren gaat dat lastiger. (Hond zwaait met zijn staart.....) Bij mensen uit verschillende culturen kan dat ook mis gaan. (In Iran is duimpje een middelvinger)

Slide 27 - Tekstslide

observatie/interpretatie

Slide 28 - Tekstslide

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
Een verandering in de omgeving of in het lichaam
C
Opmerken van een verandering in de omgeving
D
Veranderen van gedrag na een prikkel

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen wat gedrag is.
-Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
-Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

-Je kunt (met hulp) een ethogram en een protocol maken. 

Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van basisstof 5 en leren onderzoeken 2.
-Te maken: B5 opdracht 1 t/m 10 en leren onderzoeken opdracht 3.
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.   
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Na afloop nog 7 vragen via lessonup, zorg dat je op tijd klaar zit en mee doet.  
Zorg dat je om
11:35 uur 
klaar zit met de lessonup open.
timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Afsluiting.
Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende lesweek. (Maandag)
(Denk om het extra punt bij de toets)

Extra uitleg nodig?

Gebruik dan de volgende links en/of kijk de lessonup nog een keer.


Slide 31 - Tekstslide

Welke twee type prikkels onderscheiden we?
A
Binnen en buiten prikkels
B
Hoge en lage prikkels
C
Ronde en vierkante prikkels
D
Inwendige en uitwendige prikkels

Slide 33 - Quizvraag


Je ziet de staart van een pauw
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 34 - Quizvraag


Je voelt de vacht van een alpaca
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 35 - Quizvraag


Je hebt honger.
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 36 - Quizvraag


A
aangeboren gedrag
B
aangeleerd gedrag

Slide 37 - Quizvraag

komt binnen bij je zintuigcellen
Elektrische signaaltje via een zenuw
Reactie
Respons
Prikkel
Impuls

Slide 38 - Sleepvraag

Laatste vraag: 
Wat is de prikkel en de respons voor de buffel?
Respons
Prikkel

Slide 39 - Sleepvraag

Tot de volgende keer.
Blijf gezond, let op elkaar en hou je schoolwerk bij.

Je kunt de vergadering (teams) nu verlaten.

Slide 40 - Tekstslide