Nederlands Spelling §9

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Liggend Streepje

Priyal, Catharina, Haroun en Leonora

Koppelteken

• In samenstellingen (botsende klinkers)

Diploma-uitreikingen, placebo-effect en rente-inkomsten.

Maar: politieauto, televisieomroep en tostiapparaat.

• Bij namen van getrouwde vrouwen

mevrouw Van Visteren-de Laat

• Woorden met voorvoegsels

Adjunct-directeur, ex-echtgenoot, non-actief en oud-minister.

• Voor een hoofdletter

Anti-Russisch, on-Hollands en de regering-Merkel.

Koppelteken

•  In combinaties van titels en beroepen

Schrijver-historicus en trainer-coach.

• Bij aardrijkskundige namen (of woorden die daarvan afgeleid zijn)

Latijns-Amerikaans, Nieuw-Zeeland en Noord-Brabander.

• Bij letters, cijfers, andere tekens, St of Sint/sint of bij afkortingen

20+-kaas, $-teken, PvdA-kantoor, Sint-Maartensdijk.

• Bij woorden die anders onoverzichtelijk woorden

Huis-aan-huisblad, woon-werkverkeer en massage-bed.

Let op!

• Gebruik bij getallen in woorden een trema: drieënzestig
• Als er bij een beroepsnaam ook een bijvoeglijk naamwoord staat, schrijf je beide woorden los: sociaal geograaf en klinisch bioloog.

Weglatingsteken

•  Zet een streepje op de plek waar een deel van een woord is weggelaten

Hoofd- en bijzaken; scheikundedocenten en -studenten. Maar: lager en voortgezet onderwijs.

• Je mag dus een woorddeel alleen weglaten als het in beide woorden dezelfde betekenis heeft

Het is dus geen kranten- en koffiekoppen.

Afbreekteken

• Gebruiken als een woord niet meer op de regel past
• Afbraakregels:

1.  Breek samenstellingen alleen af tussen de delen: adoptie-kinderen, klinker-botsing en modellen-wedstrijd.
2.  Breek af tussen het grondwoord en een voor- of achtervoegsel: herfst-achtig, karakter-loos en on-vriendelijk. 

Woorden mag je ook afbreken tussen twee lettergrepen.