Uitscheiding en Hormonen

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maha en Maria bestuderen welke functies de lever allemaal heeft. Ze maken een schema over de omzettingen die in de lever kunnen plaatsvinden, zie bron 4.

Welke van de in bron 4 aangegeven omzettingen (nummers) kunnen in levercellen plaatsvinden? (T2, 3p)

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Ureum
1. bloed in de poortader
2. lymfe
3. bloed in de nierader
4. voorurine
5. weefselvloeistof van de skeletspieren
Noteer het nummer of de nummers van de vloeistoffen waarin onder andere ureum voorkomt. (T2,2p)

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Osmoregulatie
In de afbeelding is een niereenheid en een deel van een verzamelbuis schematisch weergegeven. Vier plaatsen zijn
aangegeven met P, Q, R en S. 

Het hormoon H regelt de doorlaatbaarheid voor water van bepaalde cellen van de niereenheid en van cellen van de verzamelbuis. Als er weinig van het hormoon H in het bloed zit, laten deze cellen weinig water door naar het bloed. Zit er veel van hormoon H in het bloed, dan laten deze cellen veel water door naar het bloed. Dit hormoon H regelt op deze wijze het watergehalte van het bloed. 

Een persoon heeft veel water gedronken waardoor het
watergehalte van zijn bloed sterk afwijkt van de normwaarde.

Slide 6 - Tekstslide

Leg uit of de afgifte van het hormoon H aan het bloed groter of kleiner wordt na het drinken van veel water. Noem de naam van het hormoon in je uitleg.
(T2, 2p)

Slide 7 - Open vraag

Wordt na het drinken van water de doorlaatbaarheid voor
water van de cellen het sterkst beïnvloed in het traject P-Q / Q-R
of in het traject R-S? Verklaar. (T2, 2p)

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

In de afbeelding is een zweetklier schematisch weergegeven.
In het gekronkelde deel wordt door de epitheelcellen het primaire secreet in de afvoerbuis afgescheiden. De samenstelling hiervan komt overeen met die van weefselvloeistof. Tijdens het transport door de afvoerbuis op weg naar de huid vindt terugresorptie plaats van opgeloste stoffen, gevolgd door osmose.


Slide 10 - Tekstslide

Bereken/verklaar aan de hand van de tabel of ureum of natrium meer terug geresorbeerd wordt. (T2, 2p)


Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Hepatitis B
Hepatitius is een virus dat specifiek één van de organen in het menselijk lichaam aantast. Links zien we een patient met hepatitis B. 

Slide 13 - Tekstslide

Leg aan de hand van een symptoom uit de afbeelding uit, welk orgaan aangetast wordt door de virusinfectie. Verklaar hoe de aantasting lijdt tot dit symptoom. (T2, 2p)

Slide 14 - Open vraag

In de diagrammen (afbeelding 15) is de concentratie van oestradiol in het bloed van een vrouw gedurende drie perioden van één jaar in de loop van haar leven weergegeven. Vanaf haar eerste menstruatie had zij een regelmatige cyclus.

Slide 15 - Tekstslide

De onderzoeker is vergeten de diagrammen goede bijschriften te geven. Ze horen bij de puberteit, haar studietijd en tijdens haar pensioen. Zet de nummers van de diagrammen onder elkaar en geef aan bij welke periode(n) de diagrammen horen. (T2, 3p)

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Werkt zoals afbeelding 1
Werkt zoals afbeelding 2
tetrajoodthyronine



glucagon
hydrocortison
een klein apolair hormoon.

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Zwemmen in koud water wordt steeds populairder. Bij het in het water stappen komt een grote hoeveelheid adrenaline en thyroxine vrij. Leg uit hoe deze twee hormonen samen kunnen zorgen voor een verhoogde lichaamstemperatuur. (T2, 3p)

Slide 21 - Open vraag

Beschrijf stap voor stap hoe het waarnemen van extreme kou door het zenuwstelsel kan leiden tot een verhoogde afgifte van thyroxine door de schildklier. (T2, 2p)

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Als bij iemand de Ca2+-concentratie in het bloedserum tot onder de normwaarde daalt, worden door regelmechanismen in het lichaam bepaalde processen bevorderd of geremd, waardoor de Ca2+-concentratie in het bloedserum weer stijgt. Hoe noemen we dit type regelmechanisme? (T1, 1p)

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Transgenders krijgen voor een geslachtsveranderende operatie oestrogenen toegediend, zodat secundaire vrouwelijke geslachtskenmerken kunnen ontwikkelen. Leg aan de hand van de vorige afbeelding uit dat hierdoor ook de spermaproductie geremd wordt. Noem alle betrokken hormonen en hormoonklieren uit de afbeelding in je antwoord. (T2, 4p)

Slide 27 - Open vraag

buis 1
buis 2
buis 3
buis 4
melk
melk
melk
melk
base
base
base
base
indicator
indicator
indicator
indicator
peptidase
tryptase
tryptase
peptidase
In melk komt onder andere eiwit voor. In een experiment met volle melk onderzoeken leerlingen Peter en Janet de vertering van melkeiwitten in de twaalfvingerige darm. Bij de vertering van het melkvet ontstaan stoffen die een invloed hebben op de pH.

 Vier mengsels waarvan de pH door toevoeging van een base op 8,5 was gebracht, onderzoeken Peter en Janet bij een temperatuur van 35 °C (zie hierboven)

Slide 28 - Tekstslide

De hoeveelheid van een bepaald bestanddeel is in elk mengsel gelijk. De kleur van de gebruikte indicator verandert naar kleurloos bij een daling van de pH.
Welk mengsel zal het snelst in kleurloos veranderen? (T2, 2p)
Leg uit waardoor

Slide 29 - Open vraag

Om eiwit te verteren zijn er enzymen nodig. Enzymen werken bij een optimum pH het beste. Een lagere of hogere pH zorgt ervoor dat de enzymen minder goed hun werk kunnen doen. De pH in de twaalfvingerige darm is ongeveer 8, die in de maag 1,5 – 3,5.

Beschrijf twee mechanismen waarmee dit pH-verschil tussen beide naburige onderdelen van het darmkanaal in stand blijft. (T1, 2p)

Slide 30 - Open vraag

O-benen
O-benen zijn bij jonge kinderen tot 2 jaar heel normaal. Soms houden kinderen deze ook op latere leeftijd. Een mogelijke oorzaak is een gebrek aan vitamine D

Slide 31 - Tekstslide

Zijn voor de resorptie van vitamine D in het darmkanaal gespecialiseerde membraaneiwitten nodig of niet? leg uit. (T2, 2p)

Slide 32 - Open vraag

Darmepitheel
De cellen van het darmepitheel zijn gespecialiseerd om zo snel mogelijk voedingsstoffen op te nemen uit de darmholte en af te geven aan het bloed of lymfe (afbeelding)

Slide 33 - Tekstslide

Leg aan de hand van twee zichtbare kenmerken van darmepitheelcel uit hoe deze is gebouwd voor snelle opname en verwerking van glycerol en vetzuren. (T2, 2p)

Slide 34 - Open vraag