Hoofdletters en punten

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer zet je een punt?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Wat is goed geschreven?
A
mbo
B
MBO
C
M.B.O.
D
m.b.o.

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin klopt helemaal?
A
Deze zin klopt, helemaal
B
deze zin klopt helemaal
C
Deze zin klopt helemaal.
D
Deze Zin klopt helemaal.

Slide 6 - Quizvraag

Welke afkorting klopt?
A
a.u.b
B
S.V.P
C
svp
D
a.u.b.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke zin klopt?
A
Ik ga naar Spanje?
B
Ik ga naar spanje.
C
ik ga naar Spanje
D
Ik ga naar Spanje.

Slide 10 - Quizvraag

Wat klopt?
A
Paasdagen
B
Kerstdiner
C
Kerstmis
D
pasen

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

beste mevrouw van son
Schrijf de goede aanhef (let op hoofdletters en leestekens):

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 2
Herschrijf de volgende zinnen
en zet de punten, leestekens en
hoofdletters op de goede plaats.

Slide 17 - Tekstslide

de belgische bevolking kent het nederlandse volkslied niet

Slide 18 - Open vraag

de brieven waren geadresseerd aan mevrouw van leeuwen en meneer r van vleuten

Slide 19 - Open vraag

het zuiden van frankrijk is in de zomer heerlijk warm

Slide 20 - Open vraag

de nederlanders gingen naar noord-italië op vakantie

Slide 21 - Open vraag

kun je deze brief svp zsm naar de directeur brengen

Slide 22 - Open vraag

hij moest voor maandag klaar zijn met het werkstuk over de tweede wereldoorlog

Slide 23 - Open vraag

de lente begint in maart

Slide 24 - Open vraag

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 25 - Open vraag