Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Herhaling etre avoir
Bonjour!
1 / 31
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
In deze les zitten
31 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Bonjour!
Slide 1 - Tekstslide
Les devoirs
apprendre vocabulaire A, chapitre 3
Slide 2 - Tekstslide
Vocabulaire A, chapitre 3
l´hiver (de winter)
l'anniversaire (de verjaardag)
le centre commercial (het winkelcentrum)
acheter (kopen)
moche (lelijk) / belle (mooi)
le short de bain (de zwembroek)
Tu fais quelle taille? (Welke maat heb je?)
Slide 3 - Tekstslide
le temps, la date, l'heure
Quel temps fait-il?
Quelle est la date?
Quelle heure est-il?
Slide 4 - Tekstslide
Les objectifs
Ik ken de persoonlijk voornaamwoorden in het Frans.
Ik ken de vervoegingen van de werwoorden être en avoir.
Ik kan een gesprek begrijpen over winkelen.
Slide 5 - Tekstslide
les pronoms personnels
Je / J'
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
De persoonlijk voornaamwoorden
Ik
Jij
Hij
Zij
Men / we
Wij
Jullie / u
Zij
mmv
Zij
vmv
Slide 6 - Tekstslide
Je / J'
Tu
Il (il)
Elle
On
Nous
Vous
Ils (ils)
Elles
Zij vmv
U / Jullie
Ik
Men / we
Zij mmv
Jij
Zij
Wij
Hij
Slide 7 - Sleepvraag
Le pantalon est vert.
Maak van 'de broek is groen'
'hij is groen'
A
Il est vert
B
Elle est verte
C
Ils sont verts
D
Elles sont vertes
Slide 8 - Quizvraag
La robe est jaune.
Vervang de jurk is geel, door 'hij is geel'.
A
Il est jaune
B
Elle est jaune
C
Ils sont jaunes
D
Elles sont jaunes
Slide 9 - Quizvraag
Vervang Les maisons (vmv) ont des fenêtres door het juiste persoonlijk voornaamwoord
A
Elle a des fenêtres
B
Il a des fenêtres
C
Elles ont des fenêtres
D
Ils ont des fenêtres
Slide 10 - Quizvraag
le verbe avoir
J'ai
Tu as
Il a
Elle a
On a
Nous avons
Vous avez
Ils ont
Elles ont
Het werkwoord hebben
Ik heb
Jij hebt
Hij heeft
Zij heeft
Men heeft (we hebben)
Wij hebben
Jullie hebben / u heeft
Zij hebben
mmv
Zij hebben
vmv
Slide 11 - Tekstslide
Wat betekent avoir
Slide 12 - Open vraag
Zij heeft
A
Elle a
B
Il a
C
Elle as
D
Il as
Slide 13 - Quizvraag
Vertaal op de juiste manier: ik heb
A
Je ai
B
J'ai
C
J'ais
D
Je ais
Slide 14 - Quizvraag
Vertaal men heeft
A
Il as
B
On a
C
Elle a
D
Nous avons
Slide 15 - Quizvraag
Vertaal zij hebben
A
Ils sont
B
Ils ont
C
Elles sont
D
Elles ont
Slide 16 - Quizvraag
Vertaal op de juiste manier: jullie hebben
A
Vous aver
B
Nous avons
C
Vous avez
D
Ils sont
Slide 17 - Quizvraag
Vertaal: Jij hebt
A
Tu ast
B
Tu a
C
Tu as
Slide 18 - Quizvraag
J'ai
Tu as
Il a
Elle a
On a
Nous avons
Vous avez
Ils ont
Elles ont
Jullie hebben
U heeft
Hij heeft
Zij hebben mmv
Ik heb
Wij hebben
Men heeft
we hebben
Jij hebt
Zij heeft
Zij hebben vmv
Slide 19 - Sleepvraag
le verbe être
Je suis
Tu es
Il est
Elle est
On est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
Elles sont
Het werkwoord zijn
Ik ben
Jij bent
Hij is
Zij is
Men is (we zijn)
Wij zijn
Jullie zijn / u bent
Zij zijn
mmv
Zij zijn
vmv
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Wat betekent être in het Nederlands?
Slide 22 - Open vraag
Vertaal u bent
A
Vous sommez
B
Vous aimez
C
Vous êtes
D
Vous avez
Slide 23 - Quizvraag
Vertaal: zij is
A
Elle a
B
Elle est
C
Elles ont
D
Elles sont
Slide 24 - Quizvraag
Vertaal: Zij zijn
A
Ils sont
B
Ils ont
C
Elles sont
D
Elles ont
Slide 25 - Quizvraag
Je suis
Tu es
Il est
Elle est
On est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
Elles sont
Hij is
Wij zijn
Ik ben
Jullie zijn
U bent
Jij bent
Men is
We zijn
Zij zijn vmv
Zij zijn mmv
Zij is
Slide 26 - Sleepvraag
Au Travail
Fais: Source A
Apprends: Vocabulaire B
Slide 27 - Tekstslide
Tout compris?
Ik ken de persoonlijk voornaamwoorden in het Frans.
Ik ken de vervoegingen van de werwoorden être en avoir.
Ik kan een gesprek begrijpen over winkelen.
Slide 28 - Tekstslide
Schrijf zoveel mogelijk vormen van avoir op
Slide 29 - Woordweb
Schrijf zoveel mogelijk vormen van etre op
bijv. Je suis
Slide 30 - Woordweb
Les devoirs
jeudi, le vingt et un mars (donderdag 21 maart)
na de toetsweek
être & avoir + persoonlijk voornaamwoorden geleerd
Bron A, chapitre 3 af
Slide 31 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Chapitre 1 1HV H pers vmw + avoir + être
Mei 2024
- Les met
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Chapitre 5 1 VG C & D
April 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
FA trede 3.1: Herhaling avoir + leren être
November 2021
- Les met
29 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Klas 1 - persoonlijk voornaamwoord + avoir
November 2023
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Klas 2 Chapitre 1 Bron D passé composé
September 2024
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Klas 1 - persoonlijk voornaamwoord + avoir
Oktober 2024
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Klas 1 - persoonlijk voornaamwoord + avoir
November 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
FA Trede 9.4: Il y a + tellen t/m 100 + stof voor de toets
Mei 2022
- Les met
32 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1