PERSOONSVORM VERLEDEN TIJD
Het antwoord op vraag 1 is: ja, het is de persoonsvorm.
Het antwoord op vraag 2 is: de zin staat in de verleden tijd.
ik ik-vorm + te/de
hij/zij/jij ik-vorm + te/de
wij ik-vorm + ten/den
Voorbeeld: ik werkte/hij werkten/wij werkten