2: H2 Wetenschap en techniek (HUISWERK)

INSTRUCTIES
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst AlgemeenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

INSTRUCTIES

Slide 1 - Tekstslide

BLOK I
Kennis over H2 toetsen

Slide 2 - Tekstslide

Je mag je wel ............................., maar houd  ..........................; 
laat je niet leiden door ........................... 
en wees altijd op je ...................
Vul de woorden in op de calvinistische devies
vermaken
hoede
maat
begeerte

Slide 3 - Sleepvraag

zet het juiste begrip in de gildestructuur
Leerling
Gezel
Meester
Meesterproef

Slide 4 - Sleepvraag

Wie staat waar in deze gravure van het Sint Lucas gilde?
Gezel
Meester
Leerling

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Video

Wat is een andere benaming voor kunstkabinet?
A
Verzamelkast
B
Artificiale collectie
C
Rariteitenkabinet
D
Museumkast

Slide 7 - Quizvraag

Artificialia
Naturalia
Zet de voorwerpen uit de zeventiende eeuw in de juiste categorie. 

Slide 8 - Sleepvraag

Wat zie je op het plaatje
A
Homo Bulla
B
Artificialia
C
Cartograaf
D
Camera Obscura

Slide 9 - Quizvraag

Op wat voor personen werden anatomische expirimenten uitgevoerd?
A
Bedelaars
B
Katholieken
C
Criminelen
D
Protestanten

Slide 10 - Quizvraag

Welke plaats ligt nu op de plek waar in de 26 mei 1573 deze zeeslag tussen de spanjaarden en hollanders plaats vond. Dit schilderij is geschilderd door Hendrik Vroom
A
Den Briel
B
Hoofddorp
C
Haarlem
D
Amsterdam

Slide 11 - Quizvraag

BLOK II
examenvragen oefenen

Kunstverzamelingen

Slide 12 - Tekstslide

Verzamelen
Bekijk afbeelding 1. Je ziet daar de Kunstkamer met echtpaar en zoon, geschilderd door Frans Francken omstreeks 1615.

Het gaat in dit schilderij duidelijk om voorname personen die te midden van hun kostbare verzameling zitten.

Slide 13 - Tekstslide

Hoe heet de kraag die je ziet in hun kleding?
A
Revers
B
Kanten kraag
C
Regentenkraag
D
Molensteenkraag

Slide 14 - Quizvraag

Leg uit waaruit, buiten hun verzameling, valt af te leiden dat het om voorname personen gaat. Geef twee argumenten

Slide 15 - Open vraag

Verzamelen
Bekijk afbeelding 1 en 2. Op de tweede afbeelding zie je de kunstkamer van Cornelis van der Geest geschilderd door Willem van Haecht uit 1630. 

In beide schilderijen is een gevarieerde verzameling zichtbaar. Er zal een zekere nieuwsgierigheid naar kunst en vreemde zaken ten grondslag hebben gelegen aan deze verzameldrift. Er zijn echter nog andere motieven om een dergelijke collectie aan te leggen.
afbeelding 1
afbeelding 2

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een economisch argument om in de 17e eeuw een verzameling te hebben.
A
Het is een belegging
B
Ze wisten niet wat ze anders met hun geld moesten doen
C
Het is statusverhogend omdat het zeldzaam is
D
Het is liet zien dat je je bezig hielt met wetenschap

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een sociaal argument om in de 17e eeuw een verzameling te hebben.
A
Het is een belegging
B
Ze wisten niet wat ze anders met hun geld moesten doen
C
Het is statusverhogend omdat het zeldzaam is
D
Het is liet zien dat je je bezig hielt met wetenschap

Slide 18 - Quizvraag

Artificialia
Naturalia
Sleep de objecten uit de kunstkamer naar het juiste begrip

Slide 19 - Sleepvraag

De kunstkamers en rariteitenkabinetten uit de zeventiende eeuw zijn de eerste aanzet naar musea zoals wij ze kennen. Er zijn echter verschillen.

Beschrijf 2 zaken waarin een museum anders is van een kunstkamer

Slide 20 - Open vraag

Verzamelen
Bekijk afbeelding 2 en 3 (is een detail van 2). Lees de brontekst. 

Voor verzamelaars als Cornelis van der Geest is het verwerven van kennis en inzicht en het bewaren van Gods vruchten van de schepping een levenshouding: het streven naar het allerhoogste.  Het schilderij van Van Haecht is daarom niet alleen een overzicht van zijn collectie, maar heeft ook een allegorische betekenis. 

Dat komt tot uiting in het detail van afbeelding 3 waarin twee figuren met ezelskoppen schilderijen vernielen.
afbeelding 2
afbeelding 3
brontekst

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een allegorie?
A
het geheel van verhalen en denkbeelden van een bepaalde cultuur waarin belangrijke vragen aan bod komen zoals de oorsprong van de mens, de wereld en natuurverschijnselen.
B
een symbolische voorstelling waarbij een idee of abstract begrip (bijvoorbeeld deugden en ondeugden) wordt verbeeld door één of meer personificaties

Slide 22 - Quizvraag

Wat personifieren de ezels in de allegorie van afbeelding 3 NIET?
A
Domheid
B
Onwetenheid
C
Botheid
D
Gierigheid

Slide 23 - Quizvraag

BLOK III
examenvragen oefenen 
 
VROUWEN IN DE GOUDEN EEUW

Slide 24 - Tekstslide

Elisabeth Bas
Bekijk afbeelding 1.  Het is een portret dat Ferdinand Bol maakte van een oude vrouw, mogelijk Elisabeth Bas. 

Deze kapiteinsvrouw is een goed voorbeeld van de positie van de vrouw in de Nederlandse samenleving. Die wijkt af van de rest van Europa.

Elisabeth beheert samen met haar man een logement waar kunstenaars, schrijvers en andere intellectuelen graag komen. Ze gaat daar mee door als haar echtgenoot overlijdt en laat haar kinderen 28000 gulden na. Een vermogen in die tijd. Aan haar kleding is te zien dat ze weduwe is, maar ook een welgestelde calviniste


Slide 25 - Tekstslide

Waarin is de positie van de vrouw anders in Nederland dan in de rest van Europa?
A
Ze zijn sexier
B
Ze zijn zelfstandiger
C
Ze worden ouder
D
Ze zijn belangrijker dan mannen

Slide 26 - Quizvraag

Het schilderij van de vrouw lijkt op een staatsieportret. Ook daarin wijkt Nederland af van de rest van Europa.

Waarin is de voorstelling afwijkend in vergelijking met zuid europese portretten?

Slide 27 - Open vraag

Leg uit hoe haar calvinistische karakter als weduwe wordt verbeeld in dit schilderij aan de hand van 2 aspecten

Slide 28 - Open vraag

Leg uit waaruit valt af te leiden dat ze welgesteld is. Noem drie zaken.

Slide 29 - Open vraag

In het schilderij wordt de vrouw driekwart weergegeven. Hoewel niet midden in de voorstelling ligt de nadruk toch op het gezicht. Dit komt onder andere door de een aantal aspecten van de VORMGEVING.

Welke stelling is NIET juist m.b.t. de VORMGEVING.
De nadruk licht op het gezicht door...
A
de gedetailleerde uitwerking/hanteringswijze
B
het licht donker contrast met de kraag en de donkere achtergrond
C
haar strenge blik die contact maakt met de toeschouwer
D
de compositorische opbouw die van linksonder via de handen naar het gezicht leidt.

Slide 30 - Quizvraag