Les 3

Grenzen en identiteit - 3vmbo
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Grenzen en identiteit - 3vmbo

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Voorkennis (5 min)
Leerdoelen (5 min)
Uitleg (10 min)
Check (5 min)
Aan het werk (groep 1 = 10 min, groep 2 = 5 + 10 min)
Nakijken (Groep 1 = 10 min, groep 2 = 10 min)
Afsluiting (10 min)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

herhalen 
een grens die door mensen is gemaakt. Bijvoorbeeld een hek, muur of bord. 1.) ...

een grens waar je alleen overheen kunt na controle van je paspoort 2.) ...

grens die het gevolg is van de natuur. Bijvoorbeeld een rivier, berg, zee of woestijn tussen twee landen. 3.) ...

een grens waar je overheen kunt zonder paspoort controle 4.) ...

Slide 3 - Tekstslide

1. kunstmatige grens 
2. harde grens 
3. natuurlijke grens 
4. zachte grens 
herhalen 
Nationaal = 
regionaal = 
lokaal = 

territoriaal water = 

Slide 4 - Tekstslide

land 
provincie 
gemeente 

deel van de kust van een land met de breedte van 12 zeemijl (22 km) 
Taal
Religie
Gewoonten
Op de fiets boodschappen doen
Christendom
Suikerfeest
Arabisch
Nederlands
Islam
Vuurwerk afsteken met oud en nieuw

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke drie manieren hoor je bij een land?
timer
1:00

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
1. Uitleggen wat het inhoud om politiek, economisch en/of sociaal-cultureel bij een land te horen;
2. Uitleggen dat er regionale verschillen in identiteit en mentaliteit bestaan en kun je hier voorbeelden van geven;

    Slide 7 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Uitleg: hoe behoor je tot een land?
    Mensen horen op drie manieren bij een land:
    - Politiek -> als je de Nederlandse nationaliteit hebt, mag je stemmen en bepaal je dus mee hoe het land bestuurd wordt. Ook moet je je aan de wetten en regels houden.
    - Economisch -> als je in een land woont ontvang je er geld (inkomen uit werk of uitkering) en/of geef je er geld uit (belasting, huur, boodschappen, verzekeringen, enz).
    - Sociaal-cultureel -> mensen die in een land wonen hebben vaak overeenkomsten in taal, godsdienst en gewoonten waardoor ze zich verbonden voelen.

    Slide 8 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Maak de zinnen compleet 
    Kies uit: politiek / economisch / sociaal-cultureel 
    'Mijn kinderen spreken de taal beter dan ik.'  = 1. _________________

    'Nu mijn vrouw heeft haar inburgeringsexamen heeft gehaald, mag ze in Nederland komen wonen.' = 2. __________________

    'Wij betalen alles nog met kronen, in ons land geen euro's dus!' = 3. _________________
    timer
    1:00

    Slide 9 - Tekstslide

    1. sociaal-cultureel 
    2. politiek 
    3. economisch 
    Lees de tekst
    De man van juf Kandel is 12 jaar geleden vanuit Nepal naar Nederland gekomen.
    Door zijn collega's bij de online supermarkt Picknick leerde hij snel Nederlands.
    Maar hij leerde dit ook thuis door Nederlandse televisieprogramma's en films te kijken.
    De man van juf Kandel studeerde thuis hard om de inburgeringscursus te halen. En met succes. Hij heeft nu naast de Nepalese ook de Nederlandse nationaliteit.
    In september gaat de man van juf Kandel altijd terug naar Nepal om daar Dassain te vieren. Dat is een groot Nepaleesfeest wat hij niet wil missen!

    Slide 10 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Op welke manieren hoort de man van juf Kandel bij Nederland?

    Slide 11 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Uitleg: verschillen in identiteit en mentaliteit
    Nederland is een multicultureel land; er wonen veel verschillende culturen door elkaar.
    Nederland behoort tot de westerse cultuur.
    Maar veel moslims die hier wonen behoren tot de Islamitische cultuur en zij mixen deze met de westerse cultuur.
    De cultuur waartoe je behoort heeft veel invloed op je identiteit -> je eigen persoonlijkheid.

    Binnen Nederland bestaan er ook verschillen in  mentaliteit-> de manier waarop je denkt.
    Zo zouden mensen in de Randstad elkaar nauwelijks kennen en afstandelijker zijn (=moeilijker om vrienden mee te maken.) 
    En zouden mensen op het platteland elkaar wel goed kennen en meer naar elkaar om kijken/ voor elkaar zorgen. 

    Er bestaan dus regionale verschillen in identiteit en mentaliteit door de plek waar je woont!
    Identiteit en mentaliteit hangen sterk met elkaar samen.
     

    Slide 12 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan het werk

    Wat: 
    werkblad: 
    blz. 1 vraag 3 
    blz. 2 vraag 6 
    blz. 3 vraag 2a 
    werkboek: 
    blz. 152 vraag 4 (kijk voor de bron op het bord) 

    Hoe: zelfstandig 

    Hulp: Boek 

    Tijd: 10 min 

    Klaar: Nakijken + beantwoord de leerdoelen


    timer
    5:00

    Slide 13 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Afronding
    Wat hebben we geleerd?
    Hoe hebben we meegedaan?
    Huiswerk

    Slide 14 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Leerdoelen
    Aan het einde van deze les kun je:
    1. Uitleggen wat het inhoud om politiek, economisch en/of sociaal-cultureel bij een land te horen;
    2. Uitleggen dat er regionale verschillen in indentiteit en mentaliteit bestaan en kun je hier voorbeelden van geven;
    3. Aan de hand van voorbeelden het verschil uitleggen tussen uitsluiting en insluiting.

      Slide 15 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies

      Hoe heb ik deze les meegedaan?
      😒🙁😐🙂😃

      Slide 16 - Poll

      Deze slide heeft geen instructies

      Huiswerk
      Brug -> wist je dat? (blz. 144)
      Brug -> Wist je dat? (blz. 145)
      Blz. 152 vraag 4 + blz. 153 vraag 6


      Slide 17 - Tekstslide

      Deze slide heeft geen instructies