Activiteitenplan

Activiteitenplan
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Activiteitenplan

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik:  Kahoot / instructie vliegtuig vouwen / sociale kaart
  • Theorie: Wat is een activiteiten plan en hoe maak je deze?
  •  Samen doen: Aan de hand van de eindopdracht samen het activiteitenplan opstellen.
  • Afsluiting: Evalueren les. Jullie krijgen een kaartje welke jullie mogen invullen over de les.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  •  Aan het einde van de les licht je toe welke stappen er ondernomen moeten worden om een activiteitenplan te maken.

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik:

  • Instructie geven!
  • Cefaro / Anouar instructie geven vliegtuig bouwen.
  • Kahoot
  • Sociale kaart opdracht bespreken.


Slide 4 - Tekstslide

Instructie vliegtuig vouwen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Kahoot!

Slide 7 - Tekstslide

Sociale kaart
  • Bespreken opdracht sociale kaart.
  • Ingeleverd?
  • Waar liepen jullie tegenaan bij deze opdracht? 

Slide 8 - Tekstslide

Activiteitenplan: Theorie
De term activiteitenplan kun je op drie verschillende manieren tegenkomen:
  • Individueel: een overzicht van activiteiten die een cliënt alleen of samen met een begeleider moet uitvoeren om gestelde doelen in het ondersteuningsplan te bereiken.
  • Kleine groep: bijvoorbeeld een woongroep: een week- of maandoverzicht van activiteiten voor de groep. Denk aan wandelingen, groepsuitjes, een weekend kamperen, spelletjesmiddag enzovoort. Deze activiteiten zijn niet direct afgeleid van een ondersteuningsplan.
 



Slide 9 - Tekstslide

Activiteitenplan: Theorie
Grote groepen: bijvoorbeeld de viering van feestdagen en andere grote gebeurtenissen.
Vooral bij de activiteiten voor kleine en grote groepen moet de planning op elkaar afgestemd zijn. Je gaat geen sinterklaas vieren met een woongroep als op hetzelfde moment in een instelling een grote viering is voor alle cliënten.
Uit de context blijkt over het algemeen duidelijk om welk soort activiteitenplan het gaat.

Slide 10 - Tekstslide

W-vragen
VIJF W-vragen:


Wie: voor welke cliënt en wie zijn er betrokken bij de uitvoering? Bijvoorbeeld: welke begeleider(s), andere professionals van de eigen en andere organisatie, naastbetrokkenen.
Wat: welke activiteiten gaat de cliënt uitvoeren?
Waar: waar gaat de cliënt de activiteiten uitvoeren?
Wanneer: op welke dagen en tijden voert de cliënt de activiteiten uit?
Waarmee: welke middelen zijn nodig en hoe kom je daaraan?

Slide 11 - Tekstslide

Koppeling eindopdracht
  • We gaan stapsgewijs door de voorbereiding en het maken van het activiteitenplan heen.
  • Pak je activiteitenplan erbij als je hier al aan bezig bent.
  • Wanneer er vragen zijn stel deze dan. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Evaluatie Les
  • Jullie krijgen van mij een exit kaart welke jullie mogen invullen. Wees vooral eerlijk daar leren wij het meeste van. 

Slide 14 - Tekstslide