Overal NASK 1-2 HV 3.1 wat is een stof

Overal Nask hfst 3 stoffen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Overal Nask hfst 3 stoffen

Slide 1 - Tekstslide

3.1 zuivere stof en mengsel
Zuivere stof en mengsel
Alles om je heen is materie. Materie bestaat uit stoffen en massa. Je huis, de weg, je eten, je lichaam enzovoort. 

Materie kun je verdelen in 2 groepen:
Zuivere stoffen en mengsels

Slide 2 - Tekstslide

3.1 zuivere stof en mengsel
Zuivere stof en mengsel
Zuivere stoffen kun je niet scheiden.
Ze bestaan uit één stof.

Zout, suiker, ijzer, zuurstof en gedestilleerd water zijn zuivere stoffen.

Slide 3 - Tekstslide

3.1 zuivere stof en mengsel
Zuivere stof en mengsel
mengsels bestaan uit verschillende stoffen door elkaar heen.


Kraanwater, glas, pindakaas, cola en lucht zijn mengsels.

Slide 4 - Tekstslide

3.1 zuivere stof en mengsel
Zuivere stof en mengsel
Stofeigenschappen.


Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:
Geur, kleur, smaak, brandbaarheid, helder/troebel, hard/zacht, 
smeltpunt, kookpunt en soortelijke massa (dichtheid).
Stofeigenschappen zijn eigenschappen waaraan je een bepaalde stof kunt herkennen.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden van zuivere stoffen zijn
A
Cola en glas
B
suiker en zout
C
lucht en zuurstof
D
Pindakaas en mayonaise

Slide 6 - Quizvraag

voorbeelden van mengsels zijn
A
suiker en zout
B
pindakaas en mayonaise
C
ijzer en glas
D
zuurstof en stikstof

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen stofeigenschap
A
Kleur
B
Volume
C
Dichtheid
D
Brandbaarheid

Slide 8 - Quizvraag

Enkele stofeigenschappen zijn:
A
geur, vorm, massa
B
kleur, geur, smaak
C
toestand, geur,gewicht
D
vorm, kleur, geur

Slide 9 - Quizvraag

stofeigenschappen van suiker zijn
A
wit en zoet
B
kleur en gewicht
C
geur, kleur en smaak
D
kleur en smaak

Slide 10 - Quizvraag

Je onderzoekt een bepaalde stof. Welke stof is dit?

De stofeigenschappen zijn;
Brandbaar, vaste fase, niet buigzaam.
A
Metaal
B
Glas
C
Benzine
D
Hout

Slide 11 - Quizvraag

3.1 zuivere stof en mengsel
Zuivere stof en mengsel
Vorm en massa zijn geen stofeigenschappen .


Er bestaan verschillende soorten lepels die allemaal een andere vorm en of massa hebben.

Slide 12 - Tekstslide

3.1 zuivere stof en mengsel
Zuivere stof en mengsel
Dichtheid


Elke stof heeft een eigen dichtheid
Rechts zie je drie blokjes van één kubieke cm.
blokje 1 weegt 1,2 gram (perspex)
blokje 2 weegt 2,7 gram ( aluminium)
blokje 3 weegt 8,5 gram (messing)

Dichtheid is een stofeigenschap.
Met de dichtheid kun je dus een stof herkennen.
De dichtheid geeft aan wat de massa van 1 cm3 van een stof is.

Slide 13 - Tekstslide

3.1 zuivere stof en mengsel
Verschillende stoffen 
met hun dichtheid


Slide 14 - Tekstslide

3.1 zuivere stof en mengsel
Zuivere stof en mengsel
Bepalen van het volume "de onderdompel methode".


Slide 15 - Tekstslide


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 16 - Quizvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 17 - Quizvraag

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
Groter
B
Kleiner
C
Gelijk
D
Geen idee

Slide 18 - Quizvraag

HUISWERK
De volgende opdrachten moeten deze week af zijn;
1 tot en met 13.


Slide 19 - Tekstslide