Talent H4 spelling

4.8
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.8
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
 Je kunt het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord herkennen. 

Slide 2 - Tekstslide

Je kunt van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken

Slide 3 - Tekstslide

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Het voltooid deelwoord kun je als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.

Voltooid deelwoorden van sterke werkwoorden op -en veranderen als bijvoeglijk naamwoord niet.

Mijn ijsje is gesmolten. (vd)            het gesmolten ijsje (bn)
De kleren zijn gedragen. (vd)         de gedragen kleren (bn)

Slide 4 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:
De foto is vegroot- de vergrote foto.
De weg is verbreed- de verbrede weg

Slide 5 - Tekstslide

Voltooid deelwoord of bijvoeglijk naamwoord?

De hond werd UITGELATEN.
A
voltooid deelwoord
B
bijvoeglijk naamwoord
C
geen van beiden

Slide 6 - Quizvraag

Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord:
A
Schrijf je zo kort mogelijk.
B
Schrijf je bij sterke en zwakke werkwoorden hetzelfde.
C
Er mag een uitspraakprobleem ontstaan.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord 'aflossen'?
A
Afgelosde
B
Afgeloste
C
Aflossen
D
Afgelost

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord van het voltooid deelwoord 'vergroten'?
A
Vergroote
B
Vergrootte
C
Vergrote
D
Vergroot

Slide 9 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
botsen
A
bebotst
B
gebotst
C
beboste
D
gebotste

Slide 10 - Quizvraag

Welk van de bijvoeglijk naamwoorden is geen voltooid deelwoord?
A
gestolen
B
geverfde
C
rode
D
gekregen

Slide 11 - Quizvraag

Je hebt sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden
sterk: het paard is verdronken- het verdronken paard

Slide 12 - Tekstslide

zwakke werkwoorden
Het plafond is gewit- het gewitte plafond, maar de dictator is gehaat- de gehate dictator

Slide 13 - Tekstslide

Sleep de uitspraak naar 'waar' of 'niet waar'. 
WAAR
NIET WAAR
1. 'T KoFSCHiP X is een ezelsbruggetje om de verleden tijd van zwakke werkwoorden goed te spellen.
Eindigt de stam van een werkwoord op een letter uit 'T KoFSCHiP X, dan eindigt het voltooid deelwoord op -t.
Een zwak werkwoord verandert in de verleden tijd van klank.

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
Op de (uitprinten) bladzijden staat mijn presentatie.

A
uitgeprinte
B
uitgeprintte

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
De hongerige leeuwen aten het (doden) hert op.


A
gedood
B
gedoodde
C
dodende
D
gedode

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze van het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
De (redden) drenkeling was mijn vader erg dankbaar. 


A
geredde
B
gerede
C
reddende
D
gered

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
De bloembollen zijn gepoot, de....bloembollen.
A
gepootte
B
gepotte
C
gepote
D
geppootte

Slide 18 - Quizvraag

Wat ga je doen
1) je leest eerst de uitleg op Talent
2) je bekijkt eerst het uitlegfilmpje van spelling
3) Je maakt de opdrachten 1,3 ,4 moeten helemaal groen zijn

Slide 19 - Tekstslide