Examentraining Leesvaardigheid SE1

Examentraining Leesvaardigheid SE1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Leesvaardigheid SE1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Belangrijke informatie
Tips!
Leesstrategieën
Oefenen

Slide 2 - Tekstslide

Belangrijke informatie
Voor het PTA heb je 70 minuten
Het PTA bestaat uit ongeveer 30-35 vragen
Met tijdverlenging: 15 minuten extra

Slide 3 - Tekstslide

Tips!

Slide 4 - Tekstslide

Begrip van de vraag
Lees de vragen goed door voordat je de tekst leest, zodat je weet waar je naar moet zoeken.
Let op woorden als "main idea," "according to the text," "implies," of "true or false."
Let op specifieke aanwijzingen zoals "in paragraph 2" of "the author suggests."

Slide 5 - Tekstslide

 Tekststructuur en -doel
Identificeer het doel van de tekst: Informeren, overtuigen, amuseren, of instrueren.
Kijk naar de opbouw: inleiding, middenstuk, en conclusie.
Let op signaalwoorden die de structuur aangeven, zoals:
Opsomming: first, next, moreover.
Oorzaak-gevolg: because, therefore, as a result.
Tegenstelling: however, although, on the other hand.

Slide 6 - Tekstslide

Belangrijke zinnen en kernwoorden
De eerste en laatste zin van een alinea bevatten vaak de hoofdgedachte.
Kernwoorden in de tekst zijn vaak belangrijk voor het beantwoorden van vragen. Let op vetgedrukte of cursieve woorden.

Slide 7 - Tekstslide

Tijd en planning
Deel je tijd goed in:
Begin met de makkelijke vragen.
Laat moeilijke vragen even liggen en kom er later op terug.
Reken uit hoeveel tijd je gemiddeld per vraag mag besteden en houd je hieraan.

Slide 8 - Tekstslide

Context van onbekende woorden
Als je een woord niet kent, probeer de betekenis af te leiden uit:
De zinnen ervoor en erna.
De algemene context van de alinea.
Woorddelen (voorvoegsels of achtervoegsels zoals un-, re-, -tion).

Slide 9 - Tekstslide

Vermijd overhaaste conclusies
Geef niet meteen antwoord als je denkt dat je het weet.
Controleer altijd of jouw interpretatie overeenkomt met wat in de tekst staat.

Slide 10 - Tekstslide

Soorten vragen
Houd rekening met de verschillende soorten vragen en hun aanpak:
Hoofdgedachtevragen: Waar gaat de tekst als geheel over?
Detailvragen: Zoek specifieke informatie in de tekst.
Inferentievragen: Wat kun je tussen de regels door begrijpen?
Taalvragen: Wat betekent een bepaald woord of uitdrukking in deze context?

Slide 11 - Tekstslide

 Foute antwoorden herkennen
Veel examens bevatten "valstrikken" of antwoordopties die:
Te extreem zijn (always, never).
Een detail uit de tekst halen, maar niet relevant zijn voor de vraag.
Gedeeltelijk waar zijn, maar niet volledig kloppen.

Slide 12 - Tekstslide

Afleiding minimaliseren
Laat je niet afleiden door moeilijke woorden of ingewikkelde zinnen die niets met de vraag te maken hebben.
Focus op het gedeelte van de tekst dat relevant is voor de vraag.

Slide 13 - Tekstslide

Controleer je antwoorden
Controleer, als je tijd hebt, of je antwoord past bij wat expliciet of impliciet in de tekst staat.
Zorg dat je antwoorden volledig en duidelijk zijn, vooral bij open vragen.

Slide 14 - Tekstslide

Leesstrategieën

Slide 15 - Tekstslide

Oriënterend lezen
Gebruik dit om een eerste indruk van de tekst te krijgen:
Lees de titel, subtitels en tussenkopjes.
Kijk naar afbeeldingen, grafieken of tabellen.
Scan de inleiding en conclusie.
Noteer het onderwerp en de structuur van de tekst.

Slide 16 - Tekstslide

Globaal lezen
Lees de tekst door om de hoofdgedachte te begrijpen:
Let op de kernzinnen (vaak de eerste of laatste zin van een alinea).
Identificeer de hoofdpunten en het doel van de tekst.

Slide 17 - Tekstslide

Intensief lezen
Gebruik dit bij vragen die gedetailleerde antwoorden vereisen:
Lees de relevante delen van de tekst nauwkeurig.
Let op specifieke informatie zoals namen, jaartallen en feiten.
Markeer of noteer belangrijke passages.

Slide 18 - Tekstslide

Scannen
Gebruik dit om snel specifieke informatie te vinden:
Zoek naar sleutelwoorden uit de vraag (bijv. namen, cijfers of termen).
Laat overbodige delen van de tekst links liggen.

Slide 19 - Tekstslide

Oefenen!
Ga naar eindexamensite en oefen de examens die klaarstaan.

Slide 20 - Tekstslide