GMK herhaling - Diabetes Mellitus
1 / 14
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is er aan de hand bij diabetes?
A
Te veel insuline
B
Te weinig insuline
C
Te hoog glucose
D
Te laag glucose
Slide 2 - Quizvraag
Welk middel kan ervoor zorgen dat het trillen tijdens een hypo gemaskeerd wordt?
A
Furosmide
B
Hydrochloorthiazide
C
Metoprolol
D
Simvastatine
Slide 3 - Quizvraag
1) DM type 1: lichaam ongevoelig voor insuline
2) DM type 2: geen insuline aanmaak
2) DM type 2: geen insuline aanmaak
A
Beide waar
B
1) waar; 2) niet waar
C
1) niet waar; 2) waar
D
Beide niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Orale bloedglucose verlagende middelen worden vooral gebruikt bij:
A
DM type 1
B
DM type 2
Slide 5 - Quizvraag
Alle diabeten moeten dagelijks hun bloedsuiker prikken
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Welk middel heeft niet als bijwerking hypoglykemie?
A
exenatide (Victoza)
B
gliclazide
C
insuline
D
metformine
Slide 7 - Quizvraag
Waarom wordt de dosering van metformine langzaam opgebouwd?
A
Anders kans op hypo
B
Anders kans op diarree
C
Anders kans op metaalsmaak in mond
D
Anders kans op overdosering
Slide 8 - Quizvraag
Een patiënt komt EU gliclazide halen. Hij gaat zo een nieuwe bril laten aanmeten bij de opticien. Wat zeg jij?
A
Veel plezier!
B
Een metalen montuur is nu helemaal hip :)
C
Verstandig, bij diabetes gaan je ogen achteruit
D
U kunt beter wachten tot uw suiker stabiel is.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is geen bijwerking van insuline?
A
Hypoglykemie
B
Hyperglykemie
C
Atrofie
D
Hypertrofie
Slide 10 - Quizvraag
welk middel dien je toe als een diabeet buiten bewustzijn is?
A
Glucagon
B
insuline
Slide 11 - Quizvraag
Noem een SU derivaat?
A
metformine
B
gliclazide
C
januvia
D
victoza
Slide 12 - Quizvraag
welk middel wordt ook wel ingezet bij obesitas?
A
insuline
B
gliclazide
C
glp1-agonist
D
biguanide
Slide 13 - Quizvraag
Waarom kan insuline niet oraal toegediend worden?
