Woordraadstrategieën

Woordraadstrategieën
In deze les gaan we oefenen met de woordraadstrategieën, die we hebben behandeld:
  1.  synoniemen
  2. omschrijvingen
  3. voorbeelden
  4. tegenstellingen

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Woordraadstrategieën
In deze les gaan we oefenen met de woordraadstrategieën, die we hebben behandeld:
  1.  synoniemen
  2. omschrijvingen
  3. voorbeelden
  4. tegenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Synoniemen
Woorden die (ongeveer) dezelfde betekenis hebben.

Schrijf bij de volgende dia's op wat het synoniem van het genoemde woord is.

Slide 2 - Tekstslide

Mijn nichtje is recent getrouwd. Ken jij ook iemand, die onlangs is getrouwd?
Woord = recent

Slide 3 - Open vraag

Anouk krijgt individueel pianoles, want ze kan zelf de muziek kiezen als ze alleen les heeft.
Woord: individueel

Slide 4 - Open vraag

Het is een experiment om de lessen een half uur eerder te laten beginnen. Na de proef wordt besloten of het zo blijft.
Woord: experiment

Slide 5 - Open vraag

Een eigenschap van de chihuahua is dat hij klein is. Een ander kenmerk is dat hij van die grote ogen heeft.
Woord: kenmerk

Slide 6 - Open vraag

Omschrijving
Je vindt een omschrijving vaak tussen haakjes of komma's, in dezelfde zin of in de zin ervoor of erna.

Schrijf bij de volgende dia's de omschrijving van het opgegeven woord op.

Slide 7 - Tekstslide

Thomas heeft zijn verzameling handtekeningen van bekende mensen op alfabet gerangschikt (op volgorde gelegd).
Woord: gerangschikt

Slide 8 - Open vraag

Sommige muzikanten krijgen veel post van hun bewonderaars. Meestal beantwoorden ze hun fanmail niet zelf.
Woord: fanmail

Slide 9 - Open vraag

Voorbeelden
Soms kun je de betekenis van een woord afleiden van voorbeelden. Je herkent voorbeelden vaak aan woorden als: bijvoorbeeld, zoals, een voorbeeld van...

Schrijf in de volgende dia's de betekenis van het woord op.

Slide 10 - Tekstslide

Op Koningsdag speelden veel kinderen in het park op blaasinstrumenten: dwarsfluit, saxofoon en trompet.
Woord: blaasinstrument

Slide 11 - Open vraag

Bij het huwelijk van de Zweedse prins waren veel royalty's aanwezig, zoals de koningin van Denemarken en de Noorse kroonprins.
Woord: royalty's

Slide 12 - Open vraag

Tegenstellingen
Je kunt de betekenis van een woord soms vinden door een tegenstelling. Je vindt deze vaak na: maar, echter, toch, daarentegen.

Schrijf in de volgende dia's de tegenstelling én de betekenis van het woord op.

Slide 13 - Tekstslide

Toms ouders lagen in een riante caravan, maar Tom zelf lag in een klein tentje.
Woord: riant

Slide 14 - Open vraag

Deze training is perfect voor beginners, maar gevorderden kunnen er toch ook nog nieuwe dingen leren.
Woord: gevorderden

Slide 15 - Open vraag

Freerunning is een sport die internationaal steeds populairder wordt, maar ook in ons land.
Woord: internationaal

Slide 16 - Open vraag