H5, paragraaf 1 t/m 4 - herhaling 1mh

H5, paragraaf 1 t/m 4 - 1mh
De tijd van steden en staten
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5, paragraaf 1 t/m 4 - 1mh
De tijd van steden en staten

Slide 1 - Tekstslide

De tijd van steden en staten duurt van..
A
500-1000
B
1000-1500
C
750-1250
D
500-1500

Slide 2 - Quizvraag

Landbouwstedelijke samenleving
Hoort er niet bij
De meeste mensen leven van de landbouw
De meeste mensen wonen in de stad
De mensen in de stad leven van ambachten
Mensen in de stad leven van handel

Slide 3 - Sleepvraag

In de tijd van steden en staten was er dus een landbouwstedelijke samenleving, is dit een verandering of continuïteit?
A
Verandering
B
Continuïteit

Slide 4 - Quizvraag

Waardoor kon de bevolking snel groeien? Meerdere antwoorden zijn goed!
A
Door de nieuwe werktuigen
B
Mensen stierven eerder
C
Doordat er meer landbouwgrond gebruikt werd
D
Doordat het een gunstige tijd was

Slide 5 - Quizvraag

De kerk leerde dat iemand sneller in de hemel kwam door een aflaat te kopen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een pogrom?

Slide 7 - Open vraag

Einde investituurstrijd
Amsterdam krijgt stadsrechten
Kruistocht naarJeruzalem
Begin uitbreiding landbouwgrond
1099
1275
1122
1000

Slide 8 - Sleepvraag

Wie won de investituurstrijd?
A
De paus
B
De vorsten
C
De bisschop
D
Karel de Grote

Slide 9 - Quizvraag

Welke taak hadden de schepenen en de burgemeester?

Slide 10 - Open vraag

Als je belasting betaalde mocht je burger worden van en stad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Als je een halfjaar in een stad woonde mocht je burger worden van de stad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Leg uit wat het vagevuur is. Gebruik de begrippen aflaat en liefdadigheid in je antwoord

Slide 13 - Open vraag

Wat is de betekenis van centralisatie?
A
De adel krijgt meer macht
B
Het land wordt vanuit één punt bestuurd
C
Een gebied wordt niet als eenheid bestuurd
D
Hier worden bisschoppen benoemd

Slide 14 - Quizvraag

In de tijd van monniken en ridders was er een...
A
Landbouwsamenleving
B
Landbouwstedelijke samenleving

Slide 15 - Quizvraag

Geef twee voorbeelden van stadsrechten

Slide 16 - Open vraag

Burgemeesters
Gilde
Vroedschap
Stadsrechten
Advies en controle van het dagelijkse bestuur
Privileges (voorrechten) van een stad 
Beroepsvereniging in een stad
Dagelijks bestuur van de stad

Slide 17 - Sleepvraag

Wat was geen gevolg van de stadsrechten?
A
De adel verloor invloed
B
De adel werd armer
C
De burgers kregen privileges
D
De steden werden zelfstandiger

Slide 18 - Quizvraag

Als het aanbod stijgt en de vraag daalt dan nemen de prijzen toe
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een gilde?

Slide 20 - Open vraag

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Een boer is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Een timmerman is een ambachtsman
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Wat bedoelen we met Hanze?
A
Samenwerking van steden om internationaal handel te drijven
B
Samenwerking van landen om met elkaar te concurreren
C
Samenwerking van beroepsgroepen, zoals bakkers
D
Geen van de antwoorden is goed

Slide 24 - Quizvraag

Het leven van de Europeaan veranderde nogal, hoe kwam dit?
A
Door de komst van de steden werden mensen veel rijker
B
Het leven werd veel makkelijker, je hoefde amper iets te doen om in leven te blijven
C
Door de handel kwamen er ineens allemaal nieuwe specerijen die ze nog niet kenden

Slide 25 - Quizvraag

Het ontstaan en de verspreiding van de islam is een kenmerkend aspect voor welk tijdkvak?
A
Tijd van jagers en boeren
B
Tijd van Grieken en Romeinen
C
Tijd van Monniken en ridders
D
Tijd van steden en staten

Slide 26 - Quizvraag

In de tijd van steden en staten was er een LB (landbouwsamenleving) of lbs (landbouwstedelijke samenleving)
A
LB
B
LBS

Slide 27 - Quizvraag

In de tijd van monniken en ridders was er vooral een: Lb of LBs
A
landbouwsamenleving
B
Landbouwstedelijke samenleving

Slide 28 - Quizvraag

Wat is centralisatie?

Slide 29 - Open vraag

Er waren zeven keurvorsten die een belangrijke taak hadden, wat was deze taak?
A
Zo moeten de belasting innen
B
Zij mogen de koning kiezen
C
Zij staan aan het hoofd van de gewesten
D
Geen van alle

Slide 30 - Quizvraag

Wat was de investituurstrijd?
A
Strijd tussen ridders om te laten zien wie het sterkste was
B
Strijd tussen koningen om een groot stuk land
C
Strijd tussen de koning en de paus over de bisschoppen
D
Geen van alle antwoorden

Slide 31 - Quizvraag

Wie won deze strijd?
A
De paus
B
De koning
C
Niemand

Slide 32 - Quizvraag

Ik heb er vertrouwen in dat het mijn toets GS goed gaat komen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Ik verwacht het volgende cijfer voor mijn komende toets GS:
110

Slide 34 - Poll