K1-W2 Voorlichting advies en instructie

K1-W2  Adviseert en instrueert over preventie
Learnbeat 11.3
Gezondheidsbevordering 
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

K1-W2  Adviseert en instrueert over preventie
Learnbeat 11.3
Gezondheidsbevordering 

Slide 1 - Tekstslide

Agenda/leerdoelen
Leereenheid en eindopdrachten (2,3,5) inzien
  • Je beschrijft de kenmerken en doelen van voorlichting en advies
  • Je beschrijft hoe je op planmatige wijze voorlichting en advies geeft
  • Je luistert aandachtig naar de zorgvrager en het sociale netwerk
  • Je geeft vraaggericht advies ten behoeve van het versterken van de eigen kracht en het behouden of vergroten van de zelfredzaamheid van de zorgvrager(s).
  • Jouw advies is afgestemd op de beleving, behoefte en mogelijkheden van de zorgvrager en zijn of haar situatie 
  • Je benoemt welke voorlichtingsmaterialen en middelen je kunt inzetten bij het geven van voorlichting en advies
Je legt uit hoe je de zorgvrager en/of zijn naasten op methodische wijze instructie geeft 

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan?

Slide 3 - Woordweb

Wat is het verschil in voorlichting, advies en instructie?

Slide 4 - Woordweb

Voorlichting
Dit is gericht op het overbrengen van informatie om kennis, houding of gedrag te beïnvloeden. Het doel is om bewustwording te creëren of kennis te vergroten. Voorlichting kan bijvoorbeeld waarschuwend, informatief of educatief zijn.

Het doel is dat de zorgvrager zijn gedrag vrijwillig verandert.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld?

Slide 6 - Woordweb

  • Valpreventie
  • Voeding en hydratatie
  • Medicatiebeheer
  • Geestelijke gezondheid
  • Hygiëne en persoonlijke verzorging
  • Chronische ziekten
  • Palliatieve zorg
  • Veiligheid thuis

Slide 7 - Tekstslide

Advies
Adviseren betekent dat je deskundige suggesties en raad geeft. Dit houdt in dat je iemand raad geeft over hoe iets aangepakt kan worden. Advies is vaak gebaseerd op specifieke kennis of ervaring en is bedoeld om iemand te helpen een beslissing te nemen of een probleem op te lossen.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld?

Slide 9 - Woordweb

  • Leef- en gedragsregels
  • Hulpmiddelen
  • Behandeling of therapie
  • Onderzoek
  • Veiligheid in huis
  • Gezonde voeding
  • Lichaamsbeweging
  • Medicatiebeheer
  • Gebruik van technologie
  • Mantelzorgondersteuning
  • Palliatieve zorg

Slide 10 - Tekstslide

Instructie geven
Dit is het geven van stapsgewijze richtlijnen over hoe iets gedaan moet worden. Instructies zijn vaak gedetailleerd en gestructureerd om ervoor te zorgen dat de ontvanger precies weet wat te doen en in welke volgorde

Doelen zijn:
  • leef- en gedragspatronen aanleren
  • met hulpmiddelen leren omgaan
  • ADL vaardigheden leren uitvoeren
  • verpleegtechnische vaardigheden aanleren

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld?

Slide 12 - Woordweb

Wat doe jij per dag aan voorlichting en/of advies en instructie?

Slide 13 - Woordweb

Als je voorlichting, advies of instructie geeft,
wat wil je dan bereiken?

Slide 14 - Woordweb

Doel 
1. Goede voorlichting zorgt voor beter geïnformeerde zorgvragers.  
2. Vergroten van de kennis en vaardigheden van de zorgvrager.
3. Verminderen van de onzekerheid en angst bij de zorgvrager.

Slide 15 - Tekstslide

Voorafgaand aan de voorlichting, advies en instructie is een persoonlijk gesprek nodig
Nee

Slide 16 - Poll

Je vertelt aan een zorgvrager hoelang het duurt voor hij de uitslag van een onderzoek krijgt.
A
Voorlichting
B
Advies
C
Instructie

Slide 17 - Quizvraag

Je verzorgt de wond van mevrouw Ammers. Je zegt: 'Het is belangrijk dat u voldoende rust houdt zodat de wond goed kan genezen'.
Dit valt onder:
A
Voorlichting
B
Advies
C
Instructie

Slide 18 - Quizvraag

Je leert een reumatische zorgvrager hoe hij de traplift moet bedienen
A
Voorlichting
B
Advies
C
Instructie

Slide 19 - Quizvraag

Je legt aan een bedlegerige zorgvrager uit dat zijn beenspieren zwakker worden, doordat hij ze te weinig gebruikt
A
Voorlichting
B
Advies
C
Instructie

Slide 20 - Quizvraag

Vertellen welke hulpmiddelen er allemaal mogelijk zijn om beter te kunnen lopen aan dezelfde zorgvrager die passend zijn voor hem
A
Voorlichting
B
Advies
C
Instructie

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Jij bent als verzorgende in de wijk bij mevrouw Bos. Mevrouw valt regelmatig, jij wil mevrouw voorlichten over het dragen van de rode knop/personenalarmering. Mevrouw Bos wil er (nog) niet aan, ze zegt: ''ik ben altijd zelfstandig geweest''.

Waar richt jij jouw voorlichting op?
A
Begrijpen
B
Willen
C
Openstaan
D
Doen

Slide 23 - Quizvraag

De fysiotherapeut zegt tegen meneer de Groot: 'Nu u geopereerd bent aan uw hart, is uw lichaam in principe weer goed in staat om te bewegen. U hoeft dus niet meer bang te zijn om te bewegen.''

Op welke doel richt deze voorlichting zich?
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 24 - Quizvraag

De tandarts zegt tegen mevrouw Wit: 'U kunt voorkomen dat u gaatjes krijgt door drie keer per dag uw tanden te poetsen in plaats van één keer per dag.''

Op welke doel richt deze voorlichting zich?
A
Gedragsdoel
B
Houdingsdoel
C
Kennisdoel

Slide 25 - Quizvraag

Aandachtspunten

Slide 26 - Woordweb

Algemene aandachtspunten
  • Aan wie ga je voorlichting geven
  • Waarom je voorlichting wil gaan geven
  • Wat je wil gaan vertellen
  • Op welke wijze je iets wil gaan vertellen
  • Waar ga je de voorlichting geven
  • Wanneer je voorlichting gaat geven
  • Wie gaat de voorlichting geven

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 3

Je kiest een zorgvrager uit in je BPV, waarbij je voorlichting gaat geven. Voor deze voorlichting voer je de volgende stappen uit:

  • Verdiep je in het onderwerp waar je voorlichting over wil geven. Zorg dat je voldoende kennis hebt over het onderwerp waarover je de voorlichting gaat geven.
  • Maak een voorlichtingsplan (zie bijlage). Betrek hierin de zelfredzaamheid van de zorgvrager.
  • Plan het moment om de voorlichting te geven. Zorg dat je voldoende tijd hebt en zorg voor een rustige omgeving.
  • Voer de voorlichting uit en evalueer het resultaat met de zorgvrager en je werkbegeleider/collega. Evalueer of het doel behaald is (productevaluatie) en op welke wijze het is bereikt (procesevaluatie).
  • Formuleer leerdoelen voor de volgende keer. 







Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 5

Slide 29 - Tekstslide