Delen met rest


Welke som hoort bij dit verhaaltje?
A
4 + 7 =
B
4 x 7 =
C
7 - 4 =
D
7 : 4 =
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Welke som hoort bij dit verhaaltje?
A
4 + 7 =
B
4 x 7 =
C
7 - 4 =
D
7 : 4 =

Slide 1 - Quizvraag


4 x 7 = ?

Slide 2 - Open vraag

25 : 5 = ?

(tip: ? x 5 = 25)
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 3 - Quizvraag

15 : 3 = ?

Slide 4 - Open vraag

28 : 4 = ?

Slide 5 - Open vraag

36 : 6 = ?

Slide 6 - Open vraag


Slide 7 - Open vraag

Weet je nog
12 : 6 = .. 
Nieuw
13 : 6 = .. rest ..

Slide 8 - Tekstslide

lesdoel
Ik kan deelsommen met rest uitrekenen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Juf doet het voor!

Slide 11 - Tekstslide

samen
  • Welke keersom hoort hierbij?
  • 26 : 5 = .. rest ..

Slide 12 - Tekstslide

Hoe vaak kan een vol treintje rijden? Hoeveel mensen houd ik over?
Stap 1:  wat is de som? 20 : 8 = ..  rest  ..
Stap 2:  wat is het grootste getal van de tafel van 8
dat in het getal 20 past? .. : 8 = .. rest ..
Stap 3: Nu kun je de rest uitrekenen. Je moest
20 mensen vervoeren. Je hebt er .. vervoert.
.. mensen kunnen dus niet mee. Dus de rest is ..

Slide 13 - Tekstslide


Welke deelsom hoort bij dit verhaaltje?
A
13: 4 =
B
4 : 13 =

Slide 14 - Quizvraag


13 : 4 = .. rest ..

Slide 15 - Open vraag


38 : 7 = .. rest ..

Slide 16 - Open vraag


56 : 6 = .. rest ..

Slide 17 - Open vraag


43 : 9 = .. rest ..

Slide 18 - Open vraag

Nu

- verder oefenen met een werkblad.

- verder werken in je boek.

Slide 19 - Tekstslide