Thema 5 hoofdstuk 2 spelling en grammatica samenstelling deel 1

Nederlands H2 spelling en grammatica
Samenstellingen

Lesdoel:
ik kan samenstellingen op de juiste manier schrijven.

Materiaal: Boek Nederlands 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Nederlands H2 spelling en grammatica
Samenstellingen

Lesdoel:
ik kan samenstellingen op de juiste manier schrijven.

Materiaal: Boek Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Samenstellingen
Een woord dat is opgebouwd uit meerdere woorden, noem je een samenstelling. 
Een samenstelling moet je aaneenschrijven. 
Aaneenschrijven is aan elkaar vast schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

voorbeelden:
vakantie + pret =
vakantiepret
reis + budget =
reisbudget
tent + stok =
tentstok

Slide 4 - Tekstslide

Koppelteken (-)
Je zet een koppelteken (-)  tussen de woorden van een samenstelling als twee klinkers die achter elkaar staan samen een andere klank vormen.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
vakantie en uittocht =
vakantie-uittocht
cadeau en idee =
cadeau-idee
auto en onderdelen=
auto-onderdelen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Koppelteken
Je gebruikt een koppelteken tussen woorden van een samenstelling als één van die woorden uit een afkorting bestaat.
Ook als er een aparte letter of een symbool in de samenstelling staat, gebruik je een koppelteken.

Slide 8 - Tekstslide

voorbeelden:
tv-programma
S-bocht
€-teken

Slide 9 - Tekstslide

Meervoud -en
Als het eerste deel van een samenstelling in het meervoud eindigt op  -en krijgt de samenstelling als tussenletter -en.

bloem - veld = bloemenveld
brief - bus = brievenbus

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden:
kippenboerderij, want het meervoud van kip is kippen

flessenpost, want het meervoud van fles is flessen

woordenboek, want het meervoud van woord is woorden

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Maken opdracht:
8, 9 en 10 blz. 125 t/m 127

Slide 13 - Tekstslide

Klaar?
Laptop studiemeter
thema 5 vakantie
Belangrijke woorden en spelling en grammatica

Pak je leesboek uit de leeskar.



Slide 14 - Tekstslide