taalverzorging 15 lessen g1a

Taalverzorging A1
Aan het eind van deze lessenserie 
  • kun je zelfstandige naamwoorden in het meervoud schrijven
  • kun je bijvoeglijke naamwoorden correct spellen
  • kun je samenstellingen op de juiste manier schrijven
  • kun je hoofdletters gebruiken waar ze moeten
  • kun je leestekens correct gebruiken
  • kun je alle werkwoorden correct vervoegen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging A1
Aan het eind van deze lessenserie 
  • kun je zelfstandige naamwoorden in het meervoud schrijven
  • kun je bijvoeglijke naamwoorden correct spellen
  • kun je samenstellingen op de juiste manier schrijven
  • kun je hoofdletters gebruiken waar ze moeten
  • kun je leestekens correct gebruiken
  • kun je alle werkwoorden correct vervoegen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Link

les 1 taalverzorging
  • Taalacademie samen bespreken
  • opdrachten 1-6
  • keuze uit opdr 7-12: maak 3 opdrachten naar keuze
  • zet dit nu in je agenda
leerdoel= kennismaken met taalverzorging: wat en waarom?

Slide 3 - Tekstslide

taalverzorging les 2

  • gemaakte opdrachten bespreken
  • filmpje Arnoud  ( tot 1.35 minuten)
  • aantekeningen: meervoudsvormen 
  • op n, -en,-s en 's
leerdoel: ik kan meervouden correct  schrijven

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Meervoudsvorming -
meervouden op -s en -’s
sommige woorden meervoud op -s:
 beker bekers    tafel tafels  

leenwoorden die niet eindigen op -s of -x
 shirt shirts        bureau bureaus 

woorden op -a, -i, -o, -u, -y
 pyjama pyjama's auto auto’s

Slide 6 - Tekstslide

taalverzorging les 3
  • opwarmen
  • filmpje Arnoud (tot eind) 
  • quizvragen 
  • aantekeningen
  • online-opdrachten (deze maak je in je klassenschrift)
leerdoel: ik kan meervouden correct schrijven

Slide 7 - Tekstslide

Wanneer schrijf je een s aan het woord vast, in het meervoud?

Slide 8 - Open vraag

Wanneer schrijf je 's achter een woord, in het meervoud?

Slide 9 - Open vraag

Welke meervoudsregel hoort erbij?



bikini
A
meervoud op -en
B
meervoud op -s
C
meervoud op -'s

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Link

Meervoudsvorming -
meervouden op -en, -n en -’en
meeste woorden meervoud op -en
 deur deuren
 broek broeken

soms verdubbelen : kat katten 

soms weglaten: boot boten

Slide 12 - Tekstslide

woorden op -s en -f meestal -z en -v: 
buis buizen
   dief dieven 
maar: jas jassen
    filosoof filosofen 

woorden op -ie  met klemtoon 
 fantasie fantasieën

 woorden op -ie zonder klemtoon
olie oliën

maar: functie functies actie acties
hoe weet je waar de klemtoon valt? Sááááááártje!!!

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

taalverzorging les 4
  • opwarmen: quizvraag
  • opdrachten uit Kern maken 1, 2 en 3 

  • uitleg bijvoeglijke naamwoorden
  • opdr 4 maken   
timer
10:00
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Schrijf drie zelfstandige naamwoorden in het meervoud.

Slide 17 - Open vraag

maak opdr 1 2 3  blz 264
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

taalverzorging les 5
  • even opwarmen: quizvraagje
  • online-opdracht: deze maak je in je klassenschrift
ik kan meervouden correct schrijven
ik kan bijv nw correct schrijven
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Bijna altijd eindigt een bnw op een -e.

de mooie koe  
Het dikke varken
De leuke jongen
Het mooie meisje
Uitzondering:


Een bnw krijgt geen -e als het zelfstandig naamwoord een het-woord is en er 'een' voor staat.  

Het lieve meisje - een lief meisje
Het grote raam - een groot raam
Het kleine glas - een klein glas
Het dikke varken - een dik varken


Slide 20 - Tekstslide

Let op: Als een bnw een stof aangeeft (dus waar iets van gemaakt is) dan komt er -en achter.
Voorbeelden:

De houten lepel
Het gouden horloge
De leren broek
Een wollen trui
Een rieten dak
(Heel moderne stoffen krijgen helemaal geen uitgang: een plastic bakje, een polyester boot)

Slide 21 - Tekstslide

bijvoeglijke naamwoorden

Waarom zeg je de gesloten deur (met een n) 
en de geverfde deur (zonder n)?


Wat is er fout aan 'verbaasd-meer verbaasd-meest verbaasd'?


Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Link

Welke woorden zijn stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden?
A
bruin, groen, paars
B
boos, doof, zuur
C
hard, lomp, stevig
D
ijzeren, rubberen, stenen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Link

taalverzorging les 6
  • entreekaart meervoudsvormen en bijvoeglijke naamwoorden
  • deze maak je in je klassenschrift
  • plak de opdracht daar ook in

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

docentvoorbereiding
  • entreekaartje maken 1/2 A4

Slide 28 - Tekstslide

MEERVOUD OP -EN


STOEL - STOELEN

HUIS - HUIZEN

IDEE - IDEEËN

BACTERIE - BACTERIËN

THERAPIE - THERAPIEËN


MEERVOUD OP -S


TAFEL - TAFELS

CAFÉ - CAFÉS

THEMA - THEMA'S

HOBBY - HOBBY'S

VMBO - VMBO'S

Slide 29 - Tekstslide

taalverzorging les 7

Slide 30 - Tekstslide

taalverzorging les 8

Slide 31 - Tekstslide

taalverzorging les 9

Slide 32 - Tekstslide

taalverzorging les 10

Slide 33 - Tekstslide

taalverzorging les 11

Slide 34 - Tekstslide

taalverzorging les 12

Slide 35 - Tekstslide

taalverzorging les 13

Slide 36 - Tekstslide

taalverzorging les 14

Slide 37 - Tekstslide

taalverzorging les 15

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide