20221115_9.5_3VE

Welkom 3VE
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 3VE

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je leren?
1. Drie verschillende typen bloedtransfusies 
2. Vier verschillende bloedgroepen en digitaal bloedtransfusies uitvoeren
3. Wie is universele donor en ontvanger?
4. Wat gebeurt er bij orgaantransplantatie

Slide 2 - Tekstslide

Uhh, hoe zat het ook alweer?
Met je afweersysteem en vaccinaties... Weet je het nog?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?
A
Alle virussen maken je ziek, terwijl er ook goedaardige bacteriën zijn.
B
Bacteriën kunnen zichzelf voortplanten, virussen hebben jouw cellen daarvoor nodig.
C
Alle bacteriën maken je ziek, terwijl er ook virussen zijn die je géén kwaad doen.

Slide 4 - Quizvraag

Welk kenmerk van vreetcellen is ONJUIST?
A
Elke vreetcel is specifiek voor één ziekteverwekker.
B
Vreetcellen herkennen ziekteverwekkers aan hun lichaamsvreemde antigenen
C
Vreetcellen zijn onderdeel van je algemene afweer.
D
Een vreetcel 'eet' de ziekteverwekker op

Slide 5 - Quizvraag

Welk kenmerk van antistofcellen is ONJUIST?
A
Elke antistofcel is specifiek voor één ziekteverwekker (sleutel/slot principe).
B
Antistofcellen kunnen snel delen en zo veel antistoffen maken.
C
Antistofcellen maken ook geheugencellen.
D
Antistofcellen zijn onderdeel van de algemene afweer.

Slide 6 - Quizvraag

antistofcel
virus
antistof
antigeen

Slide 7 - Sleepvraag

Natuurlijk
Kunstmatig
Actief
Passief
antistof in moedermelk
je krijgt corona en wordt beter
injectie met vaccin
antistofinjectie

Slide 8 - Sleepvraag

1667: eerste bloedtransfusie

Slide 9 - Tekstslide

1818: eerste bloedtransfusie tussen mensen

Slide 10 - Tekstslide

1900: Karl Lansteiner ontdekt ABO systeem

Slide 11 - Tekstslide

Bloedtransfusie is het toedienen krijgen van andermans bloedcellen / bloedplasma / bloedplaatjes
De ziekte / aandoening bepaald welke onderdelen nodig zijn

Slide 12 - Tekstslide

Mensen die leiden aan bloedarmoede hebben vaak last van hoofdpijn, vermoeidheid en spierpijn. Dit heeft te maken met het feit dat zij zuurstof niet goed door hun lichaam kunnen krijgen. Wat hebben mensen die bloedarmoede hebben nodig qua bloedtransfusie?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Vul nu zelf in:

Slide 16 - Tekstslide

Universele ontvanger?
Universele donor?

Slide 17 - Tekstslide

Rhesus factor
= antigen op een rode bloedcel 

Rhesus positief (Rh+) heeft wel de rhesusfactor. 

Mensen met Rh- hebben geen rhesusantigeen, maar ook geen antistoffen tegen rhesus.



Slide 18 - Tekstslide

Rhesus factor en zwangerschap


Leg uit wat er hiernaast in de afbeelding gebeurt

Slide 19 - Tekstslide

Aan de bak
Lees de theorie van 9.5, zelf orgaandonatie lezen (p. 100)
MAKEN: 1 t/m 20
KLAAR? Afmaken eerdere paragrafen OF ga oefenen met bloedtransfusies (link Classroom > oefenen > bloedgroepbepaling OF BLOOD TYPING GAME)

Individuele gesprekjes!



Slide 20 - Tekstslide

Wat ga je leren?
1. Drie verschillende typen bloedtransfusies 
2. Vier verschillende bloedgroepen en digitaal bloedtransfusies uitvoeren
3. Welke bloedgroep is universele donor en ontvanger?
4. Wat gebeurt er bij orgaantransplantatie

Slide 21 - Tekstslide