Dinsdag 17 november

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Dinsdag 17 november

Aan het eind van deze les hebben we:

- de termen van leerjaar 1 herhaald

- een aantal termen geïntroduceerd: cliffhanger, wisseling van tijd/plaats/perspectief

Maar eerst voorlezen 

Wat vonden jullie van dit fragment, waarom vond je dat?

Termen uit klas 1

Fictie

non-fictie

realistische fictie

niet-realistische fictie

perspectieven: ik perspectief, hij/zij-perspectief

ontwikkeling van personages 

Je gaat in 2-tallen aan het werk

Zoek de betekenis van de termen uit van de vorige slide.

Vind uit hoe het bij de door jullie gelezen boeken zit. Is er sprake van fictie?  Waarom? Realistische fictie of niet-realistisch- fictie? Waarom? Van welk perspectief is sprake? Hoe ontwikkelt de hoofdpersoon zich? Waarom? Geef voorbeelden!

Ondersteun je bevindingen met voorbeelden. Zorg ervoor dat je jullie bevindingen met anderen kunnen delen, bijv. met een heel kort Google-presentatie (max. 2 slides) 

Gelukt?

Zijn de termen nu voor iedereen duidelijk?

Over welke term gaan we het nu hebben?

- cliffhanger




Wat wordt bedoeld met: cliffhanger, wisseling van tijd, plaats en perspectief?

Opdracht

Zoek in je eigen boek een cliffhanger op. Beschrijf de situatie die vooraf ging aan de cliffhanger. Maak een foto van de bladzijde waarop de cliffhanger staat. Kopieer die in je presentatie. 

Heeft de schrijver in jouw boek gewisseld met tijd en/of plaats. Geef aan waar en waarom dat is gebeurd. 

In veel boeken wordt ook van perspectief gewisseld. Misschien in jouw boek ook wel. Als dat het geval is, welke invloed heeft dat gehad? Als dat niet het geval is, wat is dan daarvan het gevolg?

Voeg nu 3 slides aan je presentie toe waarin je de antwoorden op bovenstaande vragen geeft. 

Hoe vind je het om op deze manier met je boek op deze manier te analyseren?