Op 28 september hebbenn we ons beziggehouden met fictie. Een deel van de volgende termen kwamen aan bod:
Fictie/non-fictie
Hoofdpersonen
Inleven/realistisch
genre
perspectief
kenmerken van de hoofdpersoon
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Donderdag 29 oktober
Op 28 september hebbenn we ons beziggehouden met fictie. Een deel van de volgende termen kwamen aan bod:
Fictie/non-fictie
Hoofdpersonen
Inleven/realistisch
genre
perspectief
kenmerken van de hoofdpersoon
Slide 1 - Tekstslide
Jullie zijn op dit moment bezig met een boek. Kunnen jullie hem in 5 kernwoorden beschrijven?
Slide 2 - Open vraag
Is het boek wel of niet leuk? Waarom?
Slide 3 - Open vraag
Is je boek fictie of non-fictie? Waarom?
Slide 4 - Open vraag
Is je boek realistisch of niet-realistisch? Waarom?
Slide 5 - Open vraag
Voorlezen fragment "Verlamd"
Blz. 5
Slide 6 - Tekstslide
Het stukje dat ik voorlas is de zogenaamde "proloog"van het boek. Een soort opwarmertje voor de rest. Welke vragen komen in je op als je naar de proloog luistert?
Slide 7 - Open vraag
Voorlezen
Blz. 6
Slide 8 - Tekstslide
Wie is de hoofdpersoon van dit boek? Waarom denk je dat?
Slide 9 - Open vraag
Kun je o.b.v. dit kleine stukje al iets zeggen over de hoofdpersoon? Bijvoorbeeld over zijn karakter?
Slide 10 - Woordweb
Perspectief
Een verhaal wordt altijd verteld door de ogen van een bepaald persoon, vaak is dat de hoofpersoon.
2 belangrijk perspectieven is het
ik-perspectief
en het
hij/zij-perspectief.
Slide 11 - Tekstslide
'Heerlijk', Jesper liep met een volle glas naar de woonkamer. Hij liep naar het meisje in de rolstoel. Welk perspectief is hier sprake van?
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief
Slide 12 - Quizvraag
Stel:
Je bent getuige van een moord.
Vertel het verhaal vanuit een "ik-perspectief" en vanuit een "hij/zij-perspectief".
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het gevolg van een verhaal dat vanuit de ik wordt verteld i.p.v. uit een hij/zij perspectief?
Slide 14 - Open vraag
Waar hebben we het over gehad? Wat heb je geleerd?