4V - Praten over Proza - 1.4 Tijd

Praten over Proza
Introductieles
Praten over proza
Les 6 - Tijd
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Praten over Proza
Introductieles
Praten over proza
Les 6 - Tijd

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Bespreken Praten over proza 1.3
  • Theorie Praten over proza 1.4
  • Maken Praten over proza 1.4

Slide 2 - Tekstslide

Paragraaf 1.3 - Perspectief

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1.4 Tijd
Tijd in verhalen
  • Historische tijd: wanneer een verhaal zich afspeelt (bijv. in het vertelheden of in 1945)
  • Vertelde tijd: de duur van het verhaal (bijv. van 1945-1948, of drie dagen)
  • Verteltijd: de tijd die het kost om het verhaal te lezen (vaak in het aantal pagina's uitgedrukt)

Slide 5 - Tekstslide

1.4 Tijd
Tijd in verhalen
  • Bij een ik-perspectief kun je te maken hebben met een vertellend-ik of een belevend-ik
  • Vertellend-ik: een ik-figuur vertelt een verhaal achteraf
  • Belevend-ik: een ik-figuur vertelt terwijl het verhaal gebeurt

Slide 6 - Tekstslide

1.4 Tijd
Chronologie
  • Bijna geen enkel verhaal wordt nog chronologisch verteld. 
  • Verhalen voor of door kinderen vaak wel (En toen, en toen, en toen..)
  • Romans zijn meestal niet-chronologisch geschreven
    (dus niet precies in de volgorde waarop de gebeurtenissen zijn gebeurd). Er is dan sprake van a-chronologie

Slide 7 - Tekstslide

1.4 Tijd
Vooruitwijzing  
→ 
Er wordt kort verwezen naar iets wat later 
nog gaat gebeuren
Flash forward
Er wordt uitgebreid(er) een scène beschreven die zich afspeelt in de (verre) toekomst
Terugverwijzing
Er wordt kort verwezen naar iets wat eerder gebeurd is
Flashback 
Er wordt uitgebreid(er) een scène beschreven die zich in het (verre) verleden heeft afgespeeld

Slide 8 - Tekstslide

1.4 Tijd
Andere begrippen van tijd
  • Het vertelheden (het 'nu' in het verhaal)
  • Open plekken (vragen die het verhaal oproept, bijvoorbeeld doordat er een terug- of vooruitwijzing wordt gegeven)
  • Vertraging (een gebeurtenis wordt veel langer beschreven dan dat hij in werkelijkheid zou duren; vaak veel detailbeschrijvingen)

Slide 9 - Tekstslide

1.4 Tijd
Effect van a-chronologie
  • Door een verhaal niet chronologisch te vertellen, bouwt de schrijver spanning op
  • Je moet als lezer bij een niet-chronologisch verhaal soms extra goed opletten (zodat je de 'draad' niet kwijtraakt). 

Slide 10 - Tekstslide

1.4 Tijd

Jacob Vis
Merdeka!
NN, bladzijde 185-190
Opdracht 1 t/m 3

Slide 11 - Tekstslide