In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Bronanalyse
Hoe ga je om met bronnen?
Slide 1 - Tekstslide
Welke soorten bronnen zijn er?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Geschreven vs. ongeschreven bronnen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Verschillende bronnen
Voorbeelden
Oefenen
Slide 7 - Tekstslide
Verschillende soorten bronnen in je examen
Spotprenten
Afbeeldingen
Teksten
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Tips voor elke bron vraag
Wat staat er in het onderschrift? Dat staat er niet voor niets.
Bekijk eerst de bron. Lees daarna pas de vraag.
Moet er in het antwoord een verwijzing en/of voorbeeld uit de bron bij?
Slide 10 - Tekstslide
Spotprent
Wat is het onderwerp van de prent?
Waar is de prent tegen?
Waar is de prent vóór?
Welke beeldelementen herken ik?
Wat zegt het onderschrift?
Slide 11 - Tekstslide
Vinger op de knop verwijst naar het afvuren van de kernwapens
dit is John F. Kennedy. Leider van de VS. Te herkennen aan zijn haar.
Dit is Nikita Chroesjtsjov -> leider van de Sovjet-Unie. Te herkennen aan zijn grote neus en kaal hoofd.
De manier waarom de twee leiders tegenover elkaar zitten en de handen in elkaar hebben wijst op een strijd.
Aan beide kanten zijn kernwapens te zien.
Aan beide kanten zijn kernwapens te zien.
In deze spotprent wordt er geen duidelijke winner afgebeeld. Ook worden de twee hoofdpersonen niet per sé negatief afgebeeld. Je kunt dus concluderen dat de maker hierin niet echt een kant kiest.
Slide 12 - Tekstslide
Afbeeldingen
Wat zie je?
Wat herken je?
Wat zegt het onderschrift?
Waar willen ze iets over weten?
Slide 13 - Tekstslide
Geeft aan dat dit het Amerikaanse deel is. Lees de tekst. (In een examen zou dit deel vertaald zijn.)
Muur met prikkeldraad
Volkswagens werden niet in oost-Duitland gemaakt. Wel in het westen. Wat doen die luidsprekers daar?
Soldaten staan bewapend aan deze kant.
Slide 14 - Tekstslide
Teksten
Wie heeft de bron geschreven?
Uit welke tijd komt de bron?
Wat zegt het onderschrift?
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 15 - Tekstslide
Je weet wie de bron geschreven heeft
Je weet uit welk jaar het komt.
Wat wordt er gezegd in de tekst?
Waar komt de bron uit?
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Zijn er nog vragen?
Maak de examenopgaven die ik uitdeel.
Nakijken kun je zelf. Antwoorden staan op het laatste blad.