1.2 Betekenis afleiden uit het woord 1.3 Figuurlijk taalgebruik
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Woordenschat 1
1.1 Betekenis afleiden uit de tekst
1.2 Betekenis afleiden uit het woord 1.3 Figuurlijk taalgebruik
Slide 1 - Tekstslide
WOORDENSCHAT H1 1.2
Betekenis afleiden uit het woord (Boek A: tot blz. 158)
Slide 2 - Tekstslide
Vandaag
1.1 Betekenis afleiden uit tekst
1.2 Betekenis afleiden uit het woord
Slide 3 - Tekstslide
Doelen
Je leidt de betekenis van een onbekend woord uit de rest van de tekst af.
Je begrijpt een moeilijk woord door te kijken of je een deel van het woord herkent.
Slide 4 - Tekstslide
Zo kun je een betekenis van een woord uit de tekst afleiden:
De betekenisstaat in de zin ervoor of erachter.
Het woord wordt in de tekst uitgelegd.
Er staat een woord met dezelfde betekenis in de tekst.
Er worden voorbeelden van het woord genoemd.
Er staat een afbeelding bij.
Slide 5 - Tekstslide
Zorgeloos
Geef een omschrijving
A
met heel veel zorgen
B
met zorgen
C
zorgelijk
D
zonder zorgen
Slide 6 - Quizvraag
Synoniem voor: gevaar
A
risico
B
ongeluk
C
uitglijden
D
ongevaarlijk
Slide 7 - Quizvraag
Tegenstellingen Wat zijn dit?
A
Woorden met een tegenovergestelde betekenis.
B
Meningen die iets tegenspreken.
C
Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen.
D
De, het & een.
Slide 8 - Quizvraag
Geef een voorbeeld voor een signaalwoord(en) dat een 'voorbeeld' aangeeft.
A
zoals
B
daartoe
C
dat houdt in
D
wanneer
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de tegenstelling? helder
A
duidelijk
B
troebel
C
onduidelijk
D
mooi
Slide 10 - Quizvraag
Wat is een synoniem?
A
een woord dat het tegengestelde betekent
B
een uitleg
C
een woord dat hetzelfde betekent
D
een voorbeeld
Slide 11 - Quizvraag
Wat is een omschrijving?
A
een woord dat het tegengestelde betekent
B
een uitleg
C
een woord dat hetzelfde betekent
D
een voorbeeld
Slide 12 - Quizvraag
Strategie: kijk in het woord zelf
In het Nederlands hebben wij veel woorden met een Latijns voor- of achtervoegsel. Als je de betekenis van het voor- of achtervoegsel kent, weet je ook vaak de betekenis van het woord.
Slide 13 - Tekstslide
Betekenissen van de achtervoegsels:
Slide 14 - Tekstslide
Samenstellingen
Slide 15 - Tekstslide
vastgoedbeleggingsmaatschappij
Slide 16 - Tekstslide
Woord lijkt op een ander woord
concentratie lijkt op concentreren = opletten
chaotisch lijkt op chaos = puinhoop
reglement = regels
organisatie = organiseren
Slide 17 - Tekstslide
Lijkt het op een bekend woord?
Problematisch
Praktisch
Ritmisch
Personage
Slide 18 - Tekstslide
Afleiding uit tekst:
- Omschrijving
- Synoniem
- Tegenstelling
- Voorbeeld
Afleiding uit het woord:
- Samenstelling
- Voor-/ achtervoegsel
- Lijkt op....
Slide 19 - Tekstslide
NuNederlands
Woordenschat 1
1.2 Betekenis afleiden uit het woord
Opdracht 1 t/m 5 Tijd over > overleg met docent/oefenen met Quizlet