Cursus 7 spelling VWO 3

Welke onderdelen hebben we tot nu toe behandeld met spelling?
1 / 24
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke onderdelen hebben we tot nu toe behandeld met spelling?

Slide 1 - Open vraag

Hoe heet het leesteken op de letter e?
cliché
A
koppelteken
B
accent aigu
C
accent circonflexe
D
accent grave

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet het leesteken op de letter e? enquête
A
cedille
B
accent aigu
C
accent grave
D
accent circonflexe

Slide 3 - Quizvraag

Hoe heet het leesteken op de letter i?
naïef
A
trema
B
apostrof
C
dubbele punt
D
koppelteken

Slide 4 - Quizvraag

Hoe heet het leesteken tussen de woorden in?
na-apen
A
samenstellingsteken
B
combinatieteken
C
koppelteken
D
cedille

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heet het leesteken onder de letter c?
Curaçao
A
accent circonflexe
B
apostrof
C
accent aigu
D
cedille

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet het leesteken op de letter e?
scène
A
accent grave
B
accent aigu
C
accent circonflexe
D
apostrof

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet het onderstaande leesteken?
Max' fiets
A
trema
B
apostrof
C
komma
D
aanhalingsteken

Slide 8 - Quizvraag

Het trema gebruik je:
  • * Om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken: weeïg, beëindigen, tweeën, geüpload, naïef, Azië, poëzie (maar niet in: koala, evalueren, ontplooiing).
  • * In leenwoorden zoals: föhn, überhaupt. In Duitse woorden noemen we het trema: umlaut.

LET OP!! In samenstellingen gebruik je geen trema, maar een koppelteken: toe-eigenen, na-apen, foto-expositie, café-eigenaar, zee-egel

Slide 9 - Tekstslide

De apostrof gebruik je:
  • Om uitspraakproblemen te voorkomen als je een s schrijft achter woorden die eindigen op de enkele klinkers: a, o, u, i, y: paraplu's, pony's, Cato's skateboard (maar niet in: bureaus, essays vanwege de uitspraak
  • Als weglatingsteken: 's middags, m'n slaapkamer, Max' fiets
  • In meervouden en afleidingen van afkortingen: dvd'tje, gsm'en, vwo'er
  • In verkleinwoorden op y, voorafgaand door een medeklinker: baby'tje (maar: cowboytje)

Slide 10 - Tekstslide

Er zijn 3 accenten:
  • Accent aigu: cliché, paté, privé
  • Accent grave: etagère, après-ski, blèren, scène
  • Accent circonflexe: enquête, gêne

Let op: 
Om klemtoon aan te geven, wordt het accent aigu gebruikt. Het staat dan op de klinkers van de lettergreep:
Je moet je profielwerkstuk vóór maandag inleveren.

Slide 11 - Tekstslide

Cedille
Deze staat onderaan de c en zorgt ervoor dat een c als een s klinkt, wanneer die voor een a, o of u staat:
Curaçao, façade.

Normaal klinkt de c in die gevallen als een k:
cacao, combineren, cumulus.  

Slide 12 - Tekstslide

Kies het juist gespelde woord
A
geautomatiseerd
B
geäutomatiseerd

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juist gespelde woord
A
s' middags
B
's middags

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juist gespelde woord
A
baby'tje
B
baby-tje

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juist gespelde woord
A
kniën
B
knieën

Slide 16 - Quizvraag

Paragraaf 3 Met of zonder n?
Doel:
  • Ik kan de meervouds-n bij zelfstandig gebruikte telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden goed gebruiken.

Slide 17 - Tekstslide

Hoe werkt het?
  • STAP 1. Kijk of je te maken hebt met een bepaald telwoord, onbepaald telwoord of bijvoeglijk naamwoord.
- Bepaald telwoord: tientallen, honderden, duizenden, miljoenen
- Onbepaald telwoord: enkele(n), sommige(n), vele(n), weinige(n)
- Bijvoeglijk naamwoord (verwijzend naar mensen): gehandicapte(n), dove(n), blinde(n), slechthorende(n)








Slide 18 - Tekstslide

Hoe werkt het?
STAP 2. Bepaal de regel:
  • Bepaalde telwoorden: altijd met –n!! tientallen kinderen, honderden mensen, miljoenen vissen.
  • Onbepaalde telwoorden:
 1. Wordt er naar mensen verwezen?
  Ja: ga door naar 2
  nee: zonder –n
2. Wordt het zelfstandig gebruikt? (staan er geen mensen in de zin of de vorige zin die je hier ook weer achter kan plakken?)
  Ja: met –n
  Nee: zonder –n
-Bijvoeglijke naamwoorden (verwijzend naar mensen)
• Niet zelfstandig gebruikt: zonder –n (gehandicapte man / gehandicapte mannen)
• Wel zelfstandig gebruikt: enkelvoud zonder –n en meervoud met –n
(de blinde / de blinden)






Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
Voorbeeldzinnen ->
met stappen erbij

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Als jongere / jongeren heb ik minder vrije tijd dan ik zou willen.
A
jongere
B
jongeren

Slide 22 - Quizvraag

Van alle zeedieren raken er jaarlijks enkele / enkelen verstrikt in plastic.
A
enkele
B
enkelen

Slide 23 - Quizvraag

Aan de slag - huiswerk 
Maak een samenvatting/overzicht/presentatie van de spellingregels van paragraaf 2 en 3. 
Geef bij iedere regel ook voorbeelden en leg deze uit. 

Slide 24 - Tekstslide